"Deze twee delen van het vak zijn verdeeld over de twee examens: het NaSk 1-examen ging over natuurkunde, met veel formules erin, en het NaSk 2 examen ging over scheikunde.
NaSk 2 is de samenvoeging van Natuurkunde en Scheikunde.
NaSk 1 is de samenvoeging van Natuurkunde en Scheikunde.
“Scheikunde is de wetenschap die zich bezighoudt met het onderzoek van de samenstelling van stoffen en van de veranderingen die zij door afscheiding van of verbinding met bepaalde stoffen kunnen ondergaan.”
Opmerking: Nask 2 is een vak waar je bewust voor kiest; niet omdat je niet weet wat je anders moet kiezen. Het is niet echt moeilijk; iedereen die er hard voor werkt kan een voldoende als eindcijfer halen, maar je zult je er wel voor moeten inzetten. Als je graag practicum doet, dan is het zeker de moeite waard.
3) Wat is NaSk op school? NaSk is een schoolvak, een combinatie van natuurkunde (Na) en scheikunde (Sk), in de onderbouw van de middelbare school in Nederland. ...
Nask is een vak van de natuurwetenschappen, het is een mengsel van de vakken natuurkunde en scheikunde. Nask gaat over alles wat er om je heen gebeurt. Je leert bij nask dus veel over het weer, krachten, beweging, elektriciteit, verbranden en stoffen. Ook kijken we naar de ruimte, de aarde en het zonnestelsel.
Je leert over verschillende scheikundige onderwerpen, zoals chemische stoffen, zoals zuren, benzine, alcohol of aardgas. Ook leer je over risico's, veiligheid en de gevolgen voor het milieu. Een belangrijk onderdeel van dit vak is ook het uitvoeren van scheikundige berekeningen.
"Deze twee delen van het vak zijn verdeeld over de twee examens: het NaSk 1-examen ging over natuurkunde, met veel formules erin, en het NaSk 2 examen ging over scheikunde.
Het woord NaSk is een afkorting van NAtuurkunde en ScheiKunde.
Bij scheikunde gaat het vooral om verandering van stoffen. Bij een scheikundige reactie heb je aan het begin andere stoffen dan erna. Scheikunde gaat ook over de eigenschappen van verschillende soorten stoffen. Bij natuurkunde gaat het dikwijls om verschijnselen waarbij de soort stof niet verandert.
Scheikunde is niet een vak met alleen maar inzicht. Je moet ook flink wat leren. Scheikunde hoeft beslist geen moeilijk vak te zijn, maar vraagt nadrukkelijk om doorzettingsvermogen en discipline. Scheikunde heeft een plaats gekregen in zowel het profiel N&G als in het profiel N&T.
Natuurkunde of fysica is de wetenschap die de algemene eigenschappen van materie, straling en energie bestudeert, evenals het gedrag ervan in ruimte en tijd. Fysici onderzoeken fenomenen als kracht, beweging en evenwicht, warmte, licht, geluid, magnetisme en elektriciteit.
Het vak natuurkunde heeft als doel natuurkundige kennis te verwerven in een wisselwerking tussen theorie en experiment. Op school worden tijdens de natuurkunde lessen onderwerpen als elektriciteit, licht, warmte en kracht uitgedrukt in natuurkundige formules en berekeningen. Natuurkunde is zonder twijfel een beta vak.
Gebruik de formule: Versnelling (a) = Verandering in snelheid (Δv) / Tijdsinterval (Δt) = (v2 - v1) / (t1 - t2). Trek de beginsnelheid af van de eindsnelheid, en deel het resultaat door de tijdsinterval. Het eindresultaat is je gemiddelde versnelling over die tijdsperiode.
Newton is de eenheid van kracht. Hij wordt ook afgekort met de letter N. Als je de kracht van een voorwerp wilt berekenen gebruik je deze formule: m x g.
De gravitatieconstante G is een natuurconstante die in het hele heelal geldt. Gravitatie werkt in het hele heelal op dezelfde manier en de grootte ervan is alleen afhankelijk van de massa's. De zwaartekrachtsversnelling g is de versnelling die vrij vallende voorwerpen op aarde ondervinden en is gelijk aan 9,81 ms-2.
De capsule koppelde vervolgens los voor een ballistische afdaling die scherper was dan normaal. Dat betekent dat de astronauten meer g-krachten te verwerken kregen. Nu was dat 6g, waar dat bij een normale terugkeer op aarde zo'n 4g is. Volgens artsen zijn de astronauten getraind om dit aan te kunnen.
Eén G-kracht staat gelijk aan het lichaamsgewicht. "In het geval dat hij tachtig kilo weegt, kreeg zijn lichaam tijdens de klap ruim vierduizend kilo te verwerken", legt coureur Jan Lammers uit. "Zo'n crash als die van Verstappen gebeurt maar zelden. Het is een enorme impact."
Hoe sterker een veer is, hoe hoger de veerconstante.
De veerconstante is dus voor elke veer anders, sommige springveren zijn sterker dan andere. De veerconstante wordt bepaald door te kijken hoeveel kracht er nodig is om een veer een bepaalde afstand uit te rekken.
3) De formule W = F • s geldt alleen als de kracht in dezelfde richting wijst als de verplaatsing. Andere gevallen worden hier buiten beschouwing gelaten. In de figuur hiernaast tilt een man een doos op. Op de doos werken twee krachten, namelijk zijn zwaartekracht Fz en de spierkracht Fspier van de man.
Versnelling betekent dat er een verandering in snelheid is. Het voorwerp kan sneller gaan, maar ook langzamer . Versnelling wordt in de natuurkunde aangegeven met de letter a. De grootheid van versnelling is: m/s 2 .
Een negatieve versnelling treedt onder andere op bij het afremmen van bijvoorbeeld een auto of bij een voorwerp dat horizontaal omhoog gegooid wordt en daar een maximale hoogte bereikt. We spreken in dat geval van een eenparig vertraagde beweging.