Het materieel recht regelt alle inhoudelijke rechten en plichten van (rechts)personen. Het formele recht (ook wel: procesrecht) daarentegen regelt de wijze waarop materieel recht te gelde kan worden gemaakt.
Voorbeelden van formeel recht zijn het procesrecht en het bewijsrecht. Het belangrijkste verschil tussen materieel recht en formeel recht is dus dat materieel recht gaat over wat de wet zegt, terwijl formeel recht gaat over hoe de wet wordt toegepast.
Onder materieel recht wordt verstaan de regels die betrekking hebben op de inhoud van rechten en plichten. In het materieel recht wordt bepaald hoe (rechts)personen zich naar elkaar toe moeten gedragen in hun onderlinge verkeer. Tegenover het materieel recht staat het formeel recht, ofwel procesrecht.
Tegenover het begrip van wetten in formele zin staat het begrip van wetten in materiële zin. De aanduiding formeel duidt erop dat de bepaling naar wijze van totstandkoming als wet kan worden beschouwd. Het gaat dus om de procedurele en formele aspecten rond de bepaling, niet om haar inhoud.
Diefstal wordt gewoonlijk ingedeeld bij de formeel omschreven delicten. 19 Strafbaar is gesteld het wegnemen van een goed met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening.
De Nederlandse Wet op de rechterlijke organisatie en diverse bijzondere wetten bevatten voornamelijk formeel strafrecht. Het legaliteitsbeginsel ex Artikel 1 van het Wetboek van Strafvordering stelt dat het formele strafrecht door de wet geregeld wordt.
Een wet in formele zin is een regeling die tot stand gebracht wordt door regering en Staten-Generaal tezamen via de grondwettelijke wetgevingsprocedure. Onder een wet in materiele zin verstaat men iedere algemene, burgers bindende rechtsregel, op overtreding waarvan straf is gesteld.
Een wet kan zowel een wet in formele zin zijn als een wet in materiële zin, maar dit hoeft niet. Of een wet een wet in formele zin is wordt bepaald aan de hand van de totstandkoming van de wet. Of een wet een wet in materiële zin is wordt bepaald op basis van de inhoud van de wet.
Materiewetgeving. Wettelijke taken van overheidsorganisaties zijn vastgelegd in materiewetgeving. In materiewetgeving is te vinden welk belang een bepaald bestuursorgaan in het bijzonder behartigt.
Er is sprake van een materiële afwijking (in bedragen of in de toelichting) wanneer deze afwijkingen in aard en omvang zodanig groot zijn dat het oordeel van een gebruiker waarschijnlijk wordt beïnvloed. Deze maatstaf noemen we de (jaarrekening) materialiteit.
De betekenis is 'al wat nodig is voor werk of bedrijf, in het bijzonder machines en middelen voor het vervoer van personen of goederen'.
Het materiële strafrecht bestaat uit een algemeen deel (Eerste Boek Sr, 'Algemene bepalingen') en een bijzonder deel (Tweede en Derde Boek, resp. 'Misdrijven' en 'Overtredingen') en bijzondere wetten, bijvoorbeeld de Opiumwet en de Wet wapens en munitie).
Objectief recht is het geheel van rechtsregels en normen, zoals die voortvloeien uit wetgeving, rechtspraak en gewoonten. Het begrip subjectief recht kan worden omschreven als een in het rechtssysteem erkende bevoegdheid om naar eigen goeddunken bepaalde handelingen te stellen.
Materieel recht is het deel van het recht dat de inhoudelijke rechten en plichten van personen, organisaties en overheden vastlegt. Het bepaalt welke handelingen wettelijk zijn toegestaan of verboden en welke rechten en verplichtingen burgers ten opzichte van elkaar en de overheid hebben.
Het onderscheid formeel / informeel wordt gebruikt om naar stilistische variatie in het woordgebruik te verwijzen. Met formele varianten worden woorden en woordcombinaties bedoeld die een stijf, plechtig karakter hebben. Formele woorden komen vooral in geschreven taal voor.
Een besluit moet in schriftelijke vorm zijn vastgelegd om als formeel besluit te worden aangemerkt. Het besluit moet een basis hebben in het publiekrecht, wat betekent dat het betrekking heeft op de uitoefening van overheidstaken of bevoegdheden.
Een APV is een wet in materiële zin, en is dus een wet.
Er bestaan wetten in formele zin en wetten in materiële zin. Bij een wet in formele zin is sprake van een gezamenlijk besluit van de regering en de Staten-Generaal (Tweede en Eerste kamer) volgens een procedure die is vastgelegd in artikel 82 van de Grondwet.
Wat is formeel recht? Regels die aangeven op welke wijze een proces moet worden gevoerd.
Onder 'wetgeving' en 'wettelijke voorschriften' wordt – in navolging van de Grondwet1 en de Awb2 – verstaan wetgeving in materiële zin (algemeen verbindende voorschriften), niet noodzakelijkerwijs in formele zin; met 'de wetgever' wordt gedoeld op de formele of de lagere wetgever.
De Vreemdelingenwet 2000 is een wet in formele zin. Dit betekent dat het een wet is die door de regering en het parlement (beide Kamers der Staten-Generaal) is aangenomen.
Een voorbeeld van materieel recht is het Wetboek van Strafrecht, dat een omschrijving geeft van strafbare feiten. Het Wetboek van Strafvordering is formeel recht en regelt onder meer de wijze waarop het strafonderzoek plaatsvindt.
Omdat de Gemeentewet is aangenomen door de Tweede en Eerste Kamer en is ondertekend door de Koning, is het een wet in formele zin.
In Nederland kan bij het bepalen welke wet voorrang heeft de volgende rangorde worden aangehouden: Internationale verdragen. Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden. Grondwet.