Laagstam heeft een zwakgroeiende onderstam, een stamlengte van 10 tot 100 cm en ontwikkelt een kleine kruin.Halfstam (ongeveer 150 cm) en hoogstam (ongeveer 200 cm) hebben beide een sterk groeiende onderstam en ontwikkelen allebei een grote kruin.
In tegenstelling tot volledig gestamde bomen, waarbij de stam vanaf de grond begint, beginnen halfstam bomen pas een paar voet boven de grond. Dit betekent dat de boom een kortere stam heeft en een kleiner kroon, maar dat de productie van fruit nog steeds hoog is.
Laagstam fruitbomen lijken veel op een struikje. Ze worden niet voor niets ook wel struikvormen genoemd. De stam van laagstam fruitbomen is meestal rond de 50 centimeter hoog. In totaal kunnen deze fruitboompjes 2 tot 4 meter hoog worden.
Wat is een halfstam
We spreken van een halfstam als de stamhoogte 1 m tot 1.20 m is. Op die hoogte beginnen de eerste takken. We noemen de takken op een halfstam de kroon. De takken groeien meestal in een bol of kroonvorm omhoog en groeien dus niet per se heel erg breed uit.
Bij hoogstam was een gebruikelijke hoogte 1,80 meter of hoger, bij half- stam zat dat ergens tussen de 1,00 en 1,50 meter en daaronder sprak men niet over laagstam, maar over strui- ken. Al deze vormen konden uit- groeien met dezelfde grote kronen.
Een hoogstam is in de meeste gevallen een fruitboom of een sierboom en is bij de koop meestal tussen de 180 centimeter en de 200 centimeter. Een halfstam begint bij 150 centimeter en wordt net zoals de hoogstam een grote gevulde Appelboom.
Laagstam heeft een zwakgroeiende onderstam, een stamlengte van 10 tot 100 cm en ontwikkelt een kleine kruin. Halfstam (ongeveer 150 cm) en hoogstam (ongeveer 200 cm) hebben beide een sterk groeiende onderstam en ontwikkelen allebei een grote kruin.
Laagstam fruitbomen
Een laagstam fruitboom wordt ongeveer 2,5 meter tot 4 meter hoog, daarom laat je 2,5 tot 4 meter tussen elke laagstam fruitboom.
Ook het onderhoud is bij een leivorm gemakkelijker omdat je er gemakkelijker bij kan. De onderlinge afstand bij meerder laagstam appelbomen dient minimaal 2 meter te zijn. Halfstam appelbomen worden maximaal 3 tot 3,5 meter hoog en 1,5 tot 2 meter breed (of lager door te snoeien).
De boom wordt in totaal ongeveer 2.5 tot 3 meter breed. Appel, kersen en pruimenbomen worden vaak wat breder dan perenbomen.
Hoever moeten fruitbomen uit elkaar staan? Voor hoogstam moet 8 tot 10 m afstand tussen de bomen gerespecteerd worden, voor halfstam 4 tot 6 m en voor laagstam 2 tot 4 m. Sommige fruitsoorten zoals kweepeer, pruim en perzik nemen als hoogstam minder plaats in dan appel en peren in hoogstamvorm.
De meeste laagstam fruitbomen worden ongeveer 2 tot 3 meter hoog en ongeveer 150 tot 200cm breed.
Bij laagstambomen verschijnt het fruit al 2 à 3 jaar na de aanplant, maar de boom zal minder vruchten voortbrengen en minder lang leven (< 30 jaar). Halfstammen zitten daartussen, ze brengen na 3 tot 7 jaar een behoorlijk grote oogst, en je kunt er 30 tot 50 jaar lang van genieten.
De hoogstam perenboom kan zo'n 10 meter hoog worden. De halfstam perenboom wordt zo'n 5 meter hoog en de laagstam perenboom wordt ongeveer 3 meter hoog. Hoe hoger de boom, hoe langer het duurt voordat de peren gaan groeien.
300 kg. Leeftijd: ca.50 jaar oud. Hoogte boom: ca.
Meestal heeft een appelboom nog wat jaren nodig om goed uit te kunnen groeien en te kunnen wortelen in de bodem. Per vierkante meter kan je ongeveer 0 tot 1 appel planten laten groeien in de volle grond.In rijen kan je ongeveer 0 tot 1 appel planten per strekkende meter laten groeien in de volle grond.
Fruitbomen kun je planten van november tot eind maart, wanneer ze in rust zijn. De beste periode is november, na het vallen van het blad. Perziken en abrikozen vormen hierop een uitzondering. Deze bomen plant je pas in maart, omdat de jonge bomen vorstgevoelig zijn.
Een appelboom en een perenboom kunnen elkaar niet bestuiven. Bestuiving is wel van belang om fruit te kunnen plukken, want zonder bestuiving komen er na de bloei geen vruchten in de boom.
Diktegroei en stamomtrek
Bij elke boom wordt de stam elk jaar een beetje dikker, dat geldt ook voor de takken. Dus hoe ouder een boom is, des te dikker de stam en de takken.
Bloemen op dezelfde boom bevruchten elkaar. Je hebt dus niet beslist een tweede boom in de tuin nodig. Maar ze zijn wel gevoelig voor pollen van andere bomen en de oogst wordt beter als je twee exemplaren van dezelfde soort plant. Typische zelfbestuivers zijn: gele pruim, perzik, abrikoos, zure kers, kweepeer.
De snelheid waarmee de onderstam groeit bepaalt de uiteindelijke hoogte van de boom. Het verschil tussen hoogstam en laagstam is dat er meer oude rassen zijn in de hoogstam variant dan in de laagstam variant. Een hoogstam heeft daarbij een sterkere onderstam en wortelt dieper.
Een halfstam fruitboom heeft de eerste takken op ca. 50-150 cm boven maaiveld. Halfstambomen worden 3,5 tot 4,5 meter hoog en staan op middelmatig groeiende onderstammen passend bij het ras.
14-16, ho is een hoogstam boom met een stamomtrek tussen 14 en 16 cm op 1 meter boven het maaiveld. 12-14, ha is een halfstam met een stamomtrek tussen de 12-12 cm op 1 meter boven het maaiveld.
Hoogstam: dit zijn bomen op een onvertakte stam met een lengte van 180, soms 200 of 220 cm. Bijna altijd staat hier een maat bij. Dat is de stamomvang in centimeters, gemeten op 1 meter boven de grond. Dus Hoogstam 10/12 is een boom met meestal een stamlengte van 180 cm en een stamomvang van 10 tot 12 cm.