De Girondijnen waren de aanhangers van de rijkere bourgeoisie, de Jakobijnen waren radicaal en onder leiding van Robespierre, een advocaat uit Arras. De Girondijnen vonden het goed zo: de koning had nauwelijks macht meer, er was kiesrecht en de standenmaatschappij was verleden tijd.
De girondijnen waren voorstander van een imperialistische politiek. Ze waren voor het exporteren van de Revolutie naar de rest van Europa en verklaarden Engeland, Oostenrijk, de Nederlandse Republiek en Spanje de oorlog, ook bekend als de Eerste Coalitieoorlog.
De jakobijnen of jacobijnen (Frans: Jacobins) vormden tijdens de Franse Revolutie van 1789 tot 1794 een centralistische, hervormingsgezinde beweging, die zich inzette voor meer sociale rechtvaardigheid, volkssoevereiniteit en de ondeelbaarheid van de Franse Republiek.
Tegenstander van een oorlog was Maximilien Robespierre, de leider van de radicale Jakobijnen. Hij wees erop dat het leger vanwege de revolutie uiteengevallen was en daarmee nog niet slagvaardig genoeg voor oorlog.
Club de 1789 (ook: Société patriotique de 1789): club van gematigde conservatieve constitutioneel monarchisten, opgericht in mei 1790. Ze gingen in 1791 op in de Feuillants.
De bestorming van de Bastille De periode vóór de Franse Revolutie wordt wel het ancien régime, het oude regiem, genoemd. De Franse Revolutie werd voorafgegaan door diverse politieke revoluties in andere landen, waarbij de gemeenschappelijke deler een breuk met de heersende autocratische vorst was.
Robespierre zou als een soort hogepriester optreden. Dit festival viel door een regenbui in het water. Toen op 26 juli 1794 Robespierre een nieuwe golf van terreur wilde aankondigen, werd hem het woord ontnomen. Hij werd gevangengezet.
De Conventie stemde op 16 en 17 januari 1793 voor oplegging van de doodstraf. De koning werd beschuldigd van het samenzweren tegen de algemene veiligheid van de Staat. Vier dagen later, 21 januari 1793, werd het vonnis op de Place de la Révolution (nu Place de la Concorde) voltrokken met de guillotine.
De man achter de revolutionaire Terreur, Robespierre, werd zelf geëxecuteerd nadat hij duizenden mensen de dood in had gejaagd. In september 1793 brak in Frankrijk een donkere tijd aan, die later bekend is geworden als de Terreur.
De derde en laagste stand waren de boeren. De derde stand was opgedeeld in twee delen: vrije boeren (vb. de kerels) en horigen. De horigen waren dan opnieuw ingedeeld in lijfeigenen en laten. Het verschil tussen een lijfeigene en een laat is dat een lijfeigene wordt gezien als eigendom van de heer voor wie hij werkt.
Lodewijk XVI (1754-1793) Koning van Frankrijk. Regeerde van 1774 tot 1792. Werd op 21 januari 1793 op het Place de Louis XV (het tegenwoordige Place de la Concorde) onthoofd.
De Franse Revolutie is de opstand van Franse arbeiders en boeren tegen de adel en het Franse koningshuis in 1789. De Franse koning en de adel hebben alle macht in Frankrijk in die tijd. Het Franse volk vindt dat ze door hen onderdrukt worden en komt hiertegen in opstand.
De Verlichting had nieuwe ideeën meegebracht, waardoor het absolutisme niet zomaar meer werd geaccepteerd. De hogere burgerij binnen de derde stand (ook wel de bourgeoisie genoemd) wilde gelijkheid en stemrecht. Ze vonden het oneerlijk dat ze wel belasting betaalden, maar geen invloed hadden op het bestuur.
Tijdens de Terreur (1793-1794) werden onder de leiding van Robespierre zo'n 40.000 mensen geëxecuteerd. Hijzelf onderging dit lot na een staatsgreep op de 9e Thermidor van het jaar II (= 27 juli 1794), samen met 23 aanhangers.
Het Frankrijk van vóór 1789 – vaak het ancien régime genoemd – werd gekenmerkt door politieke, sociale, religieuze en culturele spanningen, en er viel op allerlei terreinen veel te verbeteren.
Een correct uitgevoerde onthoofding waarbij één slag genoeg is, is een snelle en relatief pijnloze manier om te overlijden. Sommige experts schatten dat je binnen een paar seconden het bewustzijn verliest door de snelle bloeddrukverlaging in de hersenen.
De Franse koningin Marie Antoinette werd slechts 37 jaar oud. Tijdens de Franse Revolutie werd ze met haar man ten val gebracht. Na een dubieus proces werd ze vervolgens beschuldigd van incest en hoogverraad en uiteindelijk ter dood veroordeeld. Op 16 oktober 1793 maakte de guillotine een einde aan haar leven.
Louis XIV (Louis Quatorze, Lodewijk de Veertiende) was koning van Frankrijk van 14 mei 1643 tot 1 september 1715, wanneer hij sterft. Zijn geboortenaam is Louis Dieudonné (5 september 1638 - 1 september 1715) en tot zijn bijnamen behoren Louis Le Grand (Lodewijk de Grote) en le Roi Soleil (de Zonnekoning).
In 1793 ontspoort de Franse Revolutie: duizenden vermeende contrarevolutionairen worden vermoord. Drijvende kracht achter de executies is Maximilien de Robespierre. Hoe kon deze fletse jurist uitgroeien tot de morele leider van de Terreur?
Op 21 januari 1793 wordt de Franse koning Lodewijk XVI in Parijs onthoofd op de guillotine. Met de bestorming van de Bastille op 14 juli 1789 was de Franse Revolutie uitgebroken en in 1791 werd Lodewijk gevangen genomen. Met zijn dood kwam er een einde aan het absolutistische Ancien Régime.
Staande op een tafel in de tuin van het Palais Royal, de verzamelplaats van de gegoede Parijse burgerij, riep hij dat het volk de wapens ter hand zou moeten nemen om zich te beschermen tegen de koninklijke troepen.
Napoleon Bonaparte (1769-1821)
Deze periode in Frankrijk wordt ook wel het ancien régime genoemd. Vooral koning Lodewijk XIV zag zichzelf als een groot en belangrijk vorst. Hij vond dat niets de macht van de koning mocht beperkten en liet zich de Zonnekoning noemen; alles moest om hem heen draaien.
Geleidelijk werd het Latijn, zoals in heel Gallië, steeds meer de hoofdtaal, hoewel de elite nog lang Grieks bleef spreken. Caesars verovering wordt in het algemeen beschouwd als het begin van de Franse nationale geschiedenis, omdat hiermee de Romaanse identiteit van het land bepaald werd.