Terwijl genetica het DNA en de 20.000 genen die ons menszijn bepalen bestudeert, richt de epige- netica zich op de 'verpakking' van het DNA die bepaalt welke genen tot expressie komen in welke cel en wanneer. Het DNA ligt vanaf de geboorte vast, maar de verpakking is dynamischer en te beïnvloeden.
Het besturingssysteem van je genen kan door omstandigheden zoals stress, luchtvervuiling, slechte leefomstandigheden of veroudering veranderen. Dat noem je 'epigenetische veranderingen'. Je kunt ze ook van je ouders erven. Dan heb je ze al vanaf je geboorte.
Epigenetica verwijst naar hoe uw gedrag en omgeving veranderingen kunnen veroorzaken die de manier waarop uw genen werken beïnvloeden. In tegenstelling tot genetische veranderingen (mutaties) zijn epigenetische veranderingen omkeerbaar en veranderen ze de volgorde van DNA-basen niet, maar ze kunnen wel veranderen hoe uw lichaam een DNA-sequentie leest .
Een genetische aandoening is ook niet altijd erfelijk in de zin dat men het van zijn ouders krijgt: soms gaat het om een nieuwe mutatie of chromosoomafwijking die de ouders nog niet hadden, soms ook om een afwijking die het krijgen van nageslacht uitsluit.
Genetica is de leer van de erfelijkheid. Deze wetenschap houdt zich bezig met de mechanismen van overdracht van erfelijke eigenschappen. Als een erfelijke eigenschap slechts bij één van de ouders aanwezig is en toch in het nageslacht tot uiting komt, noemt men die eigenschap dominant.
Genetica is de tak van de biologie die zich bezighoudt met de bestudering van erfelijkheid, inclusief de wisselwerking tussen genen, DNA-variatie en hun interacties met omgevingsfactoren .
Over chromosomen, DNA en genen
Het DNA bevat codes waarin onze erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd. Dit zijn de genen. Elk gen beschrijft de code van een kenmerk, die (mee)bepaalt hoe iemand er uit ziet of hoe iemands lichaam werkt. Ieder mens heeft circa 20.000 genen: de erfelijke eigenschappen.
Erfelijkheid en genetica overlappen elkaar vaak, maar ze betekenen niet hetzelfde . Als een eigenschap of ziekte erfelijk is, wordt deze van een of beide ouders op een kind overgedragen. De term "genetisch" is breder; het verwijst naar elke variatie in genen, of deze nu geërfd of verworven is.
We erven heel wat zichtbare en minder zichtbare kenmerken van onze ouders, zoals de kleur van huid en ogen, lichaamsbouw en bepaalde karaktertrekjes. Soms erven we ook bepaalde ziektes van hen.
Downsyndroom is meestal niet erfelijk
Bij 96% van de mensen met downsyndroom is het extra chromosoom 21 het gevolg van een fout tijdens de celdeling. Bij de overige 4% is er sprake van een erfelijke vorm van downsyndroom (translocatie).
Epigenetica is de studie van hoe onze omgeving onze genen beïnvloedt door de chemicaliën die eraan vastzitten te veranderen . Wat we eten, ons fysieke activiteitsniveau, toegang tot hulpbronnen en meer beïnvloeden die chemicaliën, en vormen op hun beurt onze gezondheid.
Wat bleek: stress door omgevingsfactoren beïnvloedt de cellen aantoonbaar. 'Het lichaam reageert op stress door bepaalde genen aan of uit te zetten. Door een zogenaamde methylering van het DNA wordt de structuur als het ware samengeperst, waardoor het gen minder effectief is.
Er zijn verschillende leefstijlfactoren geïdentificeerd die epigenetische patronen zouden kunnen beïnvloeden , zoals dieet, obesitas, fysieke activiteit, roken, alcoholgebruik, milieuverontreinigende stoffen, psychologische stress en werken in nachtdiensten.
Factoren die epigenetica kunnen beïnvloeden zijn stress, trauma, emoties, voeding en toxische stoffen.
Epigenetische informatie kan overerfbaar zijn van cel tot cel ('mitotisch') of van generatie op generatie ('meiotisch').
Kunnen we DNA veranderen? Ja.Naast dat we DNA kunnen aflezen, kunnen we deze bouwstenen van het leven ook aanpassen. Dat gaat door middel van CRISPR-Cas-methode.
Cognitieve functies zoals seks, voeding en agressie worden daarbij gelinkt aan het genetisch materiaal van de vader, terwijl de meest geavanceerde cognitieve functies zoals redeneren, denken, taal en plannen gelinkt worden aan het genetisch materiaal van de moeder.
Vaders geven altijd hun X-chromosoom door aan hun dochters en hun Y-chromosoom aan hun zonen. Omdat vrouwen twee X-chromosomen hebben, hebben dragers een tweede niet-pathogene (of 'wild type') kopie van het gen.
Met de lengte van de biologische ouders kan de verwachte lengte van een kind worden geschat. Zo krijg je een beeld van hoe lang je kind als volwassene zal zijn. Dit wordt de Target height (streeflengte) genoemd.
Een familiaire ziekte is erfelijk, doorgegeven van de ene generatie op de andere . Het berust op een genetische mutatie die door moeder of vader (of beiden) via de gameten wordt overgedragen op hun nakomelingen. Niet alle genetische aandoeningen zijn echter familiair, omdat de mutatie kan ontstaan…
Hoe we kenmerken erven. Ouders geven eigenschappen of kenmerken, zoals oogkleur en bloedgroep , door aan hun kinderen via hun genen. Sommige gezondheidsproblemen en ziektes kunnen ook genetisch worden doorgegeven. Soms heeft één kenmerk veel verschillende vormen.
Alle erfelijke ziekten zijn genetisch , maar niet alle genetische ziekten zijn erfelijk. Om de verschillen tussen deze twee concepten te begrijpen, moeten we eerst kijken naar de definities en kenmerken van elk. Genetische ziekten zijn pathologieën die optreden vanwege een verandering in ons genetisch materiaal of DNA.
Vrouwen erven een X-chromosoom van de moeder en een X -chromosoom van de vader. Mannen krijgen een X-chromosoom van hun moeder en een Y-chromosoom van hun vader. Je moeder en vader geven ieder de helft van hun DNA door. Die halvering zet niet automatisch door naar de generaties daarvoor.
Van ieder gen erf je een versie van je vader en van je moeder. Welke versie je ouders doorgeven, ligt er ook weer aan welke versie zij van hun vader en moeder hebben gekregen. Enzovoorts. De genen van vader en moeder samen bepalen welke eigenschappen jij krijgt.
Dat komt omdat DNA er in elk organisme op aarde precies hetzelfde uitziet. Alle levende wezens hebben DNA .