Niet wordt gebruikt om het gezegde van een zin of een hele zin te ontkennen.Geen wordt gebruikt om een onbepaald zelfstandig naamwoord te ontkennen. In een aantal gevallen is zowel geen als niet mogelijk, omdat de ontkenning zowel op het zelfstandig naamwoord als op het gezegde of de hele zin kan slaan.
De plaats van niet in de zin is afhankelijk van het woord of het zinsdeel dat wordt ontkend. In de meeste zinnen staat niet vlak voor het woord of het zinsdeel dat wordt ontkend. -Bij een zinsdeel dat met een prepositie begint, staat niet vóór deze prepositie. Ik woon niet in Amsterdam.
Geeneen is spreektaal. "Niet een" is beter.
Wel niet is een correcte combinatie. Hoewel wel en niet elkaar lijken uit te sluiten, komen ze heel vaak samen voor. Met wel drukken we niet alleen een bevestiging uit zoals in dat is wel waar, het tegengestelde van dat is niet waar.
Niet is een bijwoord van ontkenning dat de inhoud van een zin ontkent of bijvoorbeeld een werkwoord, deelwoord, bijvoeglijk naamwoord of bijwoord dat erop volgt: niet doen, niet gezegd, niet lopend, niet verlegen, niet erg, niet bijzonder slim enzovoort.
Niet is hier niet het alledaagse ontkennende bijwoord, maar een voornaamwoord. In ouder Nederlands kon niet in dezelfde betekenis gebruikt worden als niets, dat ook een voornaamwoord is. Bovendien bestond vroeger de vorm iet, als variant van iets. Tegenwoordig komen iet en niet in deze betekenis nauwelijks meer voor.
Niet wordt gebruikt om het gezegde van een zin of een hele zin te ontkennen.Geen wordt gebruikt om een onbepaald zelfstandig naamwoord te ontkennen.
Bij vrouwelijke woorden en meervoud gebruik je keine, bij mannelijk en onzijdig kein!
Beide zijn goed, maar er is wel een zeker verschil in stijl. Het verschil zit 'm in de stijl: je kan is informeler en meer spreektaal. Bij het schrijven kun je beter kiezen voor je kunt. Tegenwoordig kom je in teksten steeds vaker de informele vorm je kan tegen.
Volgens een ongeschreven regel mogen zinnen niet met een voegwoord beginnen. Voegwoorden verbinden gewoonlijk een hoofdzin met een voorafgaande hoofdzin. Deze zinnen dienen dan idealiter een samengestelde zin te vormen, met een komma er tussen.
In formele en officiële boodschappen kunnen lezers het gebruik van ik als eerste woord als onbeleefd ervaren. Door te starten met ik kunt u immers de indruk wekken dat u zichzelf belangrijker vindt dan de lezer. U kunt dat gemakkelijk voorkomen door een ander zinsdeel op de eerste plaats te zetten.
We schrijven ernaar aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. Na ernaar kan ook een dat-zin of een beknopte bijzin volgen.
Bijvoorbeeld: 'Ik heb nooit geen problemen met bellen'. Het woord 'nooit' geeft aan dat er geen problemen zijn, dus het is overbodig om het woord 'geen' ook nog te gebruiken. In de spreektaal worden dubbele ontkenningen vaak gebruikt om iets extra duidelijk aan te geven.
Zowel de spelling zo niet als de spelling zoniet is correct.
De combinatie zo niet gaat terug op de voorwaardelijke bijzin zo dit niet het geval is ('als dit niet het geval is').
Een ontkennende zin zegt het omgekeerde van een bevestigende zin. De werkwoorden zijn hetzelfde als in een bevestigende zin. Het woord geen lijkt een beetje op een en kan het vervangen om een ontkenning te maken. De uitspraak van de ee in geen is altijd hetzelfde, zoals in de meeste andere woorden met die klinker.
die (meervoud). De onbepaalde lidwoorden zijn ein (mannelijk), eine (vrouwelijk) en ein (onzijdig). Hier is geen meervoud. Kein (mannelijk), keine (vrouwellijk), kein (onzijdig) of keine (meervoud) betekent geen.
Vierde naamval
Dit rijtje is al net zo belangrijk als het rijtje voor het Dativ. Leren en kennen dus: bis, durch, für, gegen, ohne, um, entlang. Na deze voorzetsels is het altijd Akkusativ.
Je weet: woorden met het lidwoord 'das' zijn onzijdig in het Duits. Om hiervan meervoud te maken, gebruik je de uitgang '-e'. Voorbeelden: Das Papier => die Papiere; Das Heft => die Hefte; Das Gerät => die Geräte.
Hoeveel is een onbepaald telwoord dat vraagt naar een bepaalde hoeveelheid. In dat geval schrijven we hoeveel aan elkaar. Hoeveel mensen komen er vanavond?
Hoe lang wordt los geschreven als het een lengte of afstand aanduidt ('van welke lengte'). Als één woord verwijst hoelang naar een tijdsduur ('van welke tijdsduur, gedurende welke periode'). In de uitdrukking tot hoelang ('tot wanneer') is hoelang ook één woord.
In verzorgde schrijftaal is dan de aan te bevelen vorm na een vergrotende trap (zoals jonger, beter, liever) en na anders en combinaties met ander(e). Als gebruiken we na de woorden even, (net) zo, evenveel, (net) zoveel, hetzelfde en dezelfde.
Stikstofmonoxide (NO) is een gas dat ontstaat bij allerlei verbrandingsprocessen. Bij hoge temperaturen ontstaan chemische reacties, bijvoorbeeld tussen stikstof (N2) en zuurstof (O2) uit de lucht. In de lucht wordt het uitgestoten stikstofmonoxide (NO) vrij snel omgezet tot stikstofdioxide (NO2).
als synoniem van een ander trefwoord: niet gevonden. in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis): niet ≠ wel.
Niet in/im Frage komen (of nicht in/im Frage komen) betekent 'uitgesloten zijn, geen sprake zijn van'. Bijvoorbeeld: Een bonus komt dit jaar helaas niet in Frage / im Frage. Het bestuur liet weten dat outsourcing niet in Frage / im Frage komt.