Er is geen verschil tussen de twee. Een elektromechanische of elektronische impulsschakelaar wordt ook wel een impulsrelais genoemd en soms een impulsschakelaar of een stappenschakelaar. In alle gevallen zijn het bedieningsprincipe en het gebruik hetzelfde.
Een impulsschakelaar of teleruptor (onze Franstalige invloed) is een op afstand bediend bistabiel relais, Wat is een bistabiel relais; dit is een schakelcontact dat veranderd van normaal open toestand (lamp uit) naar een gesloten toestand (lamp brand) wanneer er een puls, via een drukknop, wordt gegeven.
Een relais is een elektrisch bediende schakelaar die wordt gebruikt om circuits te isoleren, tussen circuits te schakelen en een circuit met hoog vermogen te besturen met een signaal met laag vermogen.
Impulsrelais worden toegepast als in een elektrische installatie meerdere schakelpunten dezelfde verbruiker moeten schakelen.
Een impulsrelais is een schakelapparaat dat is ontworpen om elektriciteitsverbruikers te regelen. Het werkt als volgt: elke keer dat de schakelaar wordt ingedrukt, verandert de ingebouwde terminal van het relais van status - bijvoorbeeld van ingeschakeld naar uitgeschakeld, enz. Er zijn twee soorten impulsrelais: Elektromechanisch.
Relais en schakelaars hebben als functie om elektrische stromen te regelen en schakelingen te openen of te sluiten. Ze dienen als tussenliggende componenten tussen een stroombron en het te bedienen apparaat of circuit.
Bij centrale sturing wordt gebruik gemaakt van drukknoppen. Deze worden doorgaans aangesloten op een 24VDC stuurspanning, waarna door het manipuleren van de drukknop een korte impuls gegenereerd wordt. Deze impuls wordt opgevangen door een impulsrelais en de aangesloten kring zal schakelen.
Een relais, ook wel contactor of magneetschakelaar genoemd, is een schakelaar die wordt gebruikt om veilig grotere stromen in of uit te schakelen. Met een kleine spanning (de stuurspanning) schakelt men veilig en beheerst een grote stroom (de hoofdstroom) in of uit.
Een stroomkringschema wordt getekend om een elektrische schakeling beter te begrijpen en om te zien hoeveel draden er bij te pas komen. Men maakt onderscheid tussen schema's voor hoofdstroom (400/230Vac) en stuurstroom (lagere spanningen), zodoende spreekt men ook vaak van hoofdstroomschema en stuurstroomschema.
Deze weerstand vangt de piekspanningen op tijdens het afschakelen van het relais. De piekspanningen die bij het in- en uitschakelen ontstaan, kunnen op deze manier geen invloed (kapot maken) uitoefenen op de werking van de elektronische schakelaar of als men een schakelaar gebruikt met een lampje erin.
Nummering van de contacten
De spoel wordt aangegeven met nummering A1-A2; de klem A1 komt aan de geschakelde zijde en klem A2 aan de niet- geschakelde zijde, in het algemeen, aan de nul. De hulpcontacten worden genummerd met xy waar x staat voor het nummer van het contact en y voor de onbekrachtigde staat.
Het primaire doel van een relais is om het elektrische systeem te beschermen tegen een te hoge spanning of stroom, waardoor de veilige werking van alle apparatuur die ermee verbonden is, mogelijk is . Ze worden vaak aangetroffen in verschillende toepassingen, van commerciële en industriële toepassingen tot huishoudelijke en consumentenproducten.
De stuurstroom door een relais bedraagt meestal tussen de 150 en 200 mA (0,15 – 0,2 A). De hoofdstroom kan oplopen tot 20 of 50 A. De maximaal toegestane hoofdstroom staat vaak op de behuizing van het relais vermeld.
Een pulsdrukker is een schakelaar die terugveert als je hem loslaat. Hij maakt dsus alleen contact wanneer je hem indrukt . Dit is niet handig bij een gewone lamp,want dan moet je de hele tijd de schakelaar ingedrukt houden.
Een teleruptor of impulsschakelaar is een bistabiel relais dat je vanop afstand kan bedienen. Dit houdt in dat een impulsschakelaar kan veranderen van open naar gesloten toestand, wanneer die vanop afstand bediend wordt via bijvoorbeeld een drukknop. Daarom wordt het ook wel vaker een afstandsschakelaar genoemd.
Een wipschakelaar wordt gebruikt om een elektrische verbinding tot stand te brengen, deze te verbreken of om verdere processen te activeren door middel van een schakelimpuls. De wipschakelaar is gescheiden van de onder spanning staande schakelcontacten zodat de gebruiker de schakelaar veilig aan- en uit kan schakelen.
Om je auto te starten moet de startmotor veel stroom leveren door een dikke kabel. En om te voorkomen dat er een hele dikke kabel naar je contactsleutel loopt maakt men gebruik van een relais. Een kleine stroom schakelt een relais dat een grote schakelaar bedient. Voila, het principe van een relais.
Bij veel fabrikanten worden de lichten met klem 15 (geschakelde plus, vaak ook ontstekingsplus genoemd), klem 58 (navigatielicht) en klem 31 (massa) verbonden.
Slijtage relais
De reden is meestal slijtage. De contacten slijten door het constante aan- en uitschakelen. Experts spreken dan van verbrande of vastzittende contacten. Dit resulteert in een hogere weerstand en dus meer warmte.
Contactors worden vaak gebruikt in toepassingen met een hoog vermogen, zoals grote motoren, zware machines en HVAC-systemen. Relais worden vaak gebruikt in besturingssystemen, automatisering en circuits met een laag vermogen, waarbij hun vermogen om het besturingscircuit te isoleren van het belastingscircuit essentieel is .
Relais en transistors zijn beide schakelaars die elektrische signalen kunnen aansturen of onderbreken in een circuit, maar ze doen dit op totaal verschillende manieren. Terwijl relais vooral mechanische schakelaars zijn, functioneren transistors als elektronische schakelaars of versterkers.
Normaal gesproken wordt een contactor gebruikt in situaties waarin vermogensbelastingen frequent of snel aan en uit moeten worden gezet . Ze kunnen echter ook worden geconfigureerd om een circuit aan te zetten wanneer ze worden geactiveerd (normaal open of NO-contacten), of om de stroom naar een circuit uit te schakelen wanneer ze worden geactiveerd (normaal gesloten of NC-contacten).
Met een impulsschakelaar zoals de Theben OKTO kan elektrische stroom vanaf elke afstand worden in- of uitgeschakeld . De schakeltoestand van de schakelaar verandert door middel van een elektrische impuls. Hierdoor schakelt de eenheid terug naar de vorige positie en houdt deze mechanisch vast tot de volgende regelpuls.
Bij BIBUS krijgen wij regelmatig de vraag wat het verschil is tussen een capacitieve schakelaar en een drukknop. Een capacitieve schakelaar werkt op aanraking en detecteert geleiding, terwijl een standaard drukknop mechanisch bediend wordt.
Bistabiele ventielen kunnen door een kort stuursignaal blijvend omgeschakeld worden. Valt dit signaal weg dan blijft het ventiel in zijn stand staan. Het ventiel schakelt weer om door een stuursignaal aan de ander zijde. Voor elke stand is dus een aparte bediening nodig.