De martingaal voorkomt dat het paard het hoofd omhoog gooit en zich daarbij onttrekt aan de ruiterhand. Deze coorigeert het paard wanneer het wil steigeren. Als het paard het hoofd in de gewone houding houdt is de martingaal niet in werking. De Thiedemann teugel is vooral nuttig als het paard het hoofd heel hoog houdt.
Thiedeman teugel. De thiedeman teugel bestaat uit een riem om de hals, waardoor een andere riem zit die aan de singel vastzit. Aan de bovenkant vertakt deze riem zich in twee smallere riempjes die door de bitringen lopen. Deze worden vervolgens vastgezet op een ringetje wat vastzit aan de gewone teugel.
Trek de martingaal strak langs de voorkant van de hals van je paard en breng z'n hoofd omhoog. Breng daarnaast de teugels in positie door ze 'strak' te trekken richting de plek waar je normaal je handen houdt als je op je paard zit. Pas als de hoofdhouding echt te hoog is moet de martingaal strak staan en dus inwerken.
Het doel van de slofteugel is een juiste hoofd-hals houding van het paard door de opwaartse beweging te beperken. Wanneer het paard het hoofd te hoog houdt zal de slofteugel inwerken en druk geven op het bit. Wanneer het paard nageeft zal de druk afnemen.
De martingaal voorkomt dat het paard het hoofd omhoog gooit en zich daarbij onttrekt aan de ruiterhand. Deze coorigeert het paard wanneer het wil steigeren. Als het paard het hoofd in de gewone houding houdt is de martingaal niet in werking.
Een martingaal is een riem welke over de hals van je paard gaat en onderaan de singel wordt bevestigd. Aan een martingaal zit een martingaalvork bevestigd. Een martingaal zorgt ervoor dat je meer controle hebt tijdens het springen. Een martingaal wordt dan ook voornamelijk op springwedstijden gebruikt.
De Cwd Gesloten Martingaal Vork voorkomt dat het paard zijn hoofd opheft en is een leermiddel voor paarden die de handen van de ruiter ontwijken. Het creëert een vaste afstand die het paard leiding biedt en voorkomt dat het in de riemen van de martingaal bijt.
Onder hulpteugels vallen martingalen, bijzetteugels, slofteugels, goques, halsverlengers, Thiedeman teugels en voortuigen. Het doel van een hulpteugel is om jouw paard in een bepaalde houding te laten lopen en kunnen zowel gebruikt worden tijdens het longeren als tijdens het rijden.
De hand voelt via de teugel hoe de achterhand beweegt. Om de teugels goed vast te houden dient je duim de teugel goed op zijn plaats te houden zodat de teugels niet door je handen kunnen glijden. Stop eens 20 cent muntjes onder je duim. Dus tussen je duim en de teugels in en zorg daarbij dat je duimen 'dakjes' hebben.
Nmi is de pessoa een nuttig hulpmiddel voor paarden die anders moeilijk de rug loslaten en/of het hoofd hoog blijven dragen. Vooral met Friezen die toch wat de neiging hebben de nek erop te zetten en de rug weg te drukken vind ik het ideaal.
De pessoateugel loopt dan via de achterhand, door de laagste ring, via de katrollen aan het bit naar de ringen onder de buik. In deze houding gaat het paard de rugspieren aanspannen en gebruiken, ook de spieren boven aan de schouder en de halsverbinding worden in deze houding gebruikt en getraind.
Je kunt een stemhulp of een kleine tik met de zweep toevoegen om het paard te helpen begrijpen wat je vraagt. Tot slot, wees er zeker van dat je niet onbedoeld je teugels terugtrekt als je het vraagt. Soms balanceren ruiters op hun handen of trekken ze zich terug omdat ze gespannen zijn en anticiperen op de bok.
Als je je paard aan de teugel wilt rijden zul je eerst moeten zorgen dat hij in staat is zijn lichaam goed te buigen. Dat kun je doen door het rijden van voltes (cirkels). Oefen daar goed mee zodat het paard het lichaam naar beide kanten soepel kan buigen. Het voorwaarts- neerwaarts buigen komt daarna vanzelf.
Om voorwaarts te gaan druk je beide kuiten vlak achter de singel licht aan in het ritme van de beweging, waarbij je met de handen toestaat dat het paard voorwaarts gaat. De beenhulp werkt alleen doelmatig in op het achterbeen dat in beweging is, niet op het achterbeen dat op de grond staat.
Gebruik: de longeerhulp loopt van achter de schoft, tussen de voorbenen door naar het hoofdstel of halster. twee ringen houden de touwen tussen de voorbenen bij elkaar zodat het paard er niet in kan stappen. met zadel en barebackpad te gebruiken (niet bedoeld om mee te rijden)
Je kunt bijzetteugels vastmaken aan ringetjes op de longeersingel. Deze ringetjes zitten op verschillende hoogtes, het gebruik is afhankelijk van de bouw van je pony, de graad van africhting en het beoogde doel. De meeste bijzetteugels hebben rubberen ringen halverwege, of een ander rubberen tussenstuk.
De longeersingel heb je nodig om de hulpteugel aan te bevestigen. De longeerpad leg je onder de longeersingel als bescherming net zoals je een zadeldekje onder het zadel legt. Maar er zijn ook hulpteugels waarbij geen longeersingel nodig is.
Wat is een borsttuig
Dit tuig gaat gemakkelijk aan over het hoofd en klik je vast bij de buik. Een borsttuig zit altijd om de schouders heen en belemmert het lopen, omdat de hond niet vrij kan bewegen. Honden kunnen ook vrij makkelijk uit een borsttuig ontsnappen door naar achteren te lopen.
Om een paard zijn lichaam optimaal te laten gebruiken is het belangrijk dat hij een goede balans heeft tussen de aanspanning en ontspanning in zijn lijf. Halsstrekken is een mooie manier om een paard tot ontspanning te brengen, een manier om te controleren of je paard ontspant en je hand aanneemt.
Staart die naar één kant hangt, wijst meestal op de buiging die het paard in zijn wervelkolom aanneemt. Loopt het paard bijvoorbeeld linksom, maar draagt het zijn staart naar rechts, dan is de buiging nog niet helemaal door de rug heen.
Een paard geeft na als hij het teugelcontact accepteert en daarbij zijn nek- en kaakspieren ontspant. Een nageeflijk paard (aan de teugel) loopt met zijn hals in een mooie boog met zijn neus verticaal of net iets voor de loodlijn.
Paarden die opeens op hol slaan. De aanleiding is soms onduidelijk, maar het gevolg is niet te missen: het paard gaat er snoeihard vandoor en laat zich niet tegenhouden door een hek of sloot. Wegrennen is voor het paard een primaire manier om zichzelf in leven te houden.
Leer je paard zelfcontrole door middel van een gang.
Heb je dat ook wel eens? Je begint te draven en de draf gaat harder en harder en opeens wordt het een angstige snelle galop. Om te stoppen moet je je paard inbuigen tot een halt. Laat je de teugel vieren, dan schiet hij er weer vandoor.