We adviseren je na het bekalken minimaal 3 weken te wachten voordat je gaat bemesten. Strooi kalk in de winter of vroeg in het voorjaar, en bemest je gazon 3 weken later. 3 weken na het bemesten kan er ook weer prima bekalkt worden.
Kalk heeft namelijk de goede eigenschap om zich stevig aan de grond te binden, waardoor de kalk goed het werk blijft doen. Wanneer kalk en mest tegelijk worden gestrooid, dan vervluchtigd een deel van de belangrijke stikstof doordat er snel koolzuur wordt gevormd. Hierdoor werken kalk en mest niet goed samen.
Kalk is bedoeld om de bodem te verbeteren onder andere om ervoor te zorgen dat de meststof beter opgenomen kan worden. Het voordeel van kalk is dat het ook bij koude temperaturen toegepast kan worden. Kalk kan daarom het beste gestrooid worden in de maanden november tot en met januari.
Hoeveel tijd tussen kalk en bemesten? Grasplanten hebben kalk nodig om mest op te nemen. Wacht daarom twee tot vier weken (afhankelijk van de regenval) met de volgende bemesting. Het gras heeft dan voldoende kalk binnen om alle voedingsstoffen uit de mest tot zich te nemen.
Maart: verticuteren
Heb je in februari geen kalk gestrooid, dan kun je dit aan het begin van maart nog doen. Mocht het gazon wat aan de lange kant zijn, dan kun je voor de eerste keer maaien. Hierna kun je het gazon voor de eerste keer verticuteren. Doe dit alleen bij gazons die ouder zijn dan drie jaar.
De juiste zuurgraad van de bodem is 5,5 - 6. Door kalk te strooien zal het gras sneller groeien dan mos. Kalk zorgt ervoor dat meststoffen goed worden opgenomen. Om die reden dien je eerst kalk te strooien en pas daarna een meststof.
Maar let op: strooi je ieder jaar te veel kalk, dan wordt de pH te hoog. In dat geval moet je een bodemverbeteraar toevoegen die de zuurtegraad verlaagt.
Kalk strooien gazon
Bij een lage/slechte zuurgraad kunnen planten niet voldoende voedingstoffen opnemen. Dit remt de groei en geeft mos en onkruiden meer kans. Het strooien van kalk (bijvoorbeeld DCM Groen-Kalk) is dus heel erg belangrijk om mos en onkruidgroei te voorkomen. Want voorkomen is altijd beter dan genezen.
Let op: hortensia's , azalea's en heideplanten zijn zuurminnende planten. Voor deze planten is bekalken niet nodig. Overige planten als buxus, taxus, rozen, sierstruiken, etc. zijn je dankbaar voor de jaarlijkse dosis kalk.
Kalk zorgt er namelijk voor dat de zuurgraad stijgt, dat wil zeggen dat de bodem verandert en mossen er niet meer op kunnen groeien. Maar het belangrijkste is dat er van kalk strooien ook een preventieve werking uitgaat.
Zuurminnende planten houden niet van kalk, denk aan heide, veenbes en rododendron. Kalk verspreidt zich ook door de bodem, dus zorg dat je flink ver van deze planten blijft tijdens het strooien.
Strooi na het bekalken wat graszaad over de plekken en het gras zal weer dichtgroeien( de temperatuur moet s'nachts wel boven 5 graden zijn om te kunnen bij zaaien!)
Het strooien van Humistart kalk is dus heel erg belangrijk om mos en onkruidgroei te voorkomen. Want voorkomen is altijd beter dan genezen. Kalk doet trouwens ook veel voor andere planten, bloemen en bomen. Voor de buxus is het zelfs essentieel.
Belangrijke tips om het gazon correct te bemesten
De bodem moet vorstvrij zijn. Breng de meststof niet aan bij rechtstreekse zonneschijn. Geef na elke bemesting regelmatig en overvloedig water. Maai pas een paar dagen na het bemesten.
Die kan worden vastgesteld d.m.v. een bodemtest. Een pH-resultaat van tussen de 5,5 en 6 classificeert als een licht verzuurde bodem, 1 keer per jaar kalk strooien is dan voldoende. Bodems met een pH onder de 5 zijn zwaar verzuurd en kan je zowel in het voorjaar als het najaar een kalkbeurt geven.
Kalk heeft ook de eigenschap de grond minder zuur te maken: kalk maakt de pH waarde van de grond hoger. Kalkminnende planten zoals de vlinderstruik, buxus, clematis, druif, lavendel, seringen, gazongras en rozen groeien graag op een bodem met een hogere pH-waarde.
Lavendel is een kalkminnende plant. Strooi daarom na het planten drie à vier keer de op de verpakking voorgeschreven hoeveelheid kalk bij de planten. Verwerk een deel van de kalk in de grond. Mesten moet u juist niet doen.
De Hortensia is één van de populairste planten in Nederland. Net als Rododendrons houdt de Hortensia van zure bodems (dus geen kalk bij deze plant). Zoals bij veel planten is het van belang om te kijken naar welke samenstelling de bemesting heeft die je gebruikt bij de plant.
Aardbeien houden van rijke grond die niet te zuur is, tussen de 5.5 en 6.5. Heb je te zure grond, dan kun je gesteentemeel toevoegen zoals kalk. De zuurtegraad in je moestuin grond kun je meten met een pH-meter.
Een manier om klaver te bestrijden is door het gazon te bemesten met een stikstofrijke meststof, zoals Triferto N23 Gras. Na het bemesten zul je al gauw merken dat het gras weer snel begint te groeien. Door vervolgens het gazon kort af te maaien, zorg je ervoor dat klaver voorgoed teruggedrongen word.
Kalkkorrels of kalkpoeder
Kalk kan je strooien met de hand of met een strooiwagen. 1 kilogram kalk is wel goed voor 10 vierkante meter gras! Zorg na het kalk strooien voor een periode van minimaal 4 weken totdat je gaat bemesten.
De eerste mestbeurt van het jaar is bij voorkeur in maart of april, omdat dan de temperaturen stijgen en het gras begint te groeien. Een beetje fosfor is dan goed, terwijl in het najaar mest met wat meer kalium goed is zodat het gras sterk de winter ingaat.
In maart of april kun je nog wel natuurkalk strooien, want dat kun je bijna tegelijk met je natuurlijke bemesting doen. Gebruik je andere kalk, dan kun je het dit jaar beter overslaan, het werkt immers pas na drie maanden.
De PH waarde van de grond heeft een waarde van 0 tot 14, waarbij 7 neutraal is. Grond met een PH waarde van lager dan 7 is een zure grond. Grond met een PH waarde hoger dan 7 noem je een basisch of alkalisch milieu.
Bepaalde planten, bloemen en gewassen in je (moes)tuin worden helaas graag opgegeten door slakken. Om dit te voorkomen kun je gebroken eierschalen rondom je planten en gewaassen leggen. De schalen zijn te scherp voor de lijfjes van de slak waardoor ze er niet overheen gaan.