Bij een hartinfarct, ook wel hartaanval genoemd, is er een verstopping in de kransslagader van het hart. Daardoor stroomt er geen bloed meer naar een deel van de hartspier. Het hart krijgt te weinig zuurstof. Een deel van de hartspier beschadigt en sterft af.
Een hartstilstand is levensbedreigend. Het hart stopt met kloppen en pompt geen bloed meer rond. Het is in feite een circulatiestilstand. Daardoor krijgen de organen geen bloed en dus ook geen zuurstof meer.
De meest voorkomende klacht bij een hartinfarct is een beklemmende of drukkende pijn midden op de borst. Deze pijn kan uitstralen naar bovenarmen, hals, kaak, rug en maagstreek. Je voelt je beroerd en de pijn kan samengaan met zweten, misselijkheid of braken.
NORRIS e.a. (1969) geven de sterfte 3 jaar na hartinfarct op als 23% voor het eerste infarct, 48% voor het tweede infarct en 62% voor drie of meer infarcten.
Het belangrijkste is goed naar u lichaam te luisteren (vermoeidheid, klachten); pas eventueel uw activiteiten of tempo hierop aan. U mag voelen dat u bij inspanning wat dieper gaat ademen, maar u mag niet buiten adem raken of benauwd worden.
Bij een hartinfarct of hartaanval krijgt een deel van de hartspier geen bloed en zuurstof meer, door een plotselinge afsluiting van een kransslagader. Daardoor sterft dat deel van het hart langzaam af en ontstaat er een litteken. Om ernstige schade aan het hart te beperken, is het belangrijk om snel te handelen.
Als je hartkloppingen hebt, haal je vaak veel te snel adem. Om controle te krijgen over die ademhaling is het goed ademhalingsoefeningen te doen. Zoek bijvoorbeeld een rustig plekje om controle te krijgen over je ademhaling en tot rust te komen. Probeer door je buik te ademen.
Wat de maximale hartslag is, verschilt per persoon. Normaal ligt de hartslag van een volwassene in rust tussen de 60 en 100 slagen per minuut. Bij inspanning kan deze oplopen naar 180, soms zelfs boven de 200. Het is geen probleem als je hartslag niet te snel oploopt en na afloop weer geleidelijk afzakt.
Triggerpoints in deze spier kunnen symptomen geven die lijken op een hartaanval. Triggerpoints in deze spier kunnen een diepe pijn in de schouder, arm en borst geven. Vaak ook in rust en tijdens de ademhaling. Triggerpoints in deze spier kunnen dat beklemmende gevoel op de borst geven.
De overlevingskans is onder andere afhankelijk van de snelheid en deskundigheid van de hulp, de leeftijd van het slachtoffer en de gezondheid van het slachtoffer. De overlevingskans bij een hartstilstand buiten het ziekenhuis is bijna 1 op 4: van de 100 mensen die worden gereanimeerd overleven 20 tot 25 personen.
Vrouwen hebben vaker dan mannen minder duidelijke signalen bij een hartinfarct, zoals extreme vermoeidheid, kortademigheid en duizeligheid. Maar vrouwen stappen met deze klachten lang niet altijd naar de huisarts. Het is zelfs zo dat zo'n 2 op de 5 vrouwen helemaal geen contact opneemt.
Bij iedereen verloopt het herstel anders. Hoe snel je weer je normale leven oppakt hangt af van de ernst van je infarct, je lichamelijke conditie en je karakter.
De kans op een hartinfarct neemt toe als je ouder wordt. Voor je 35e komt een hartinfarct erg weinig voor. Mannen hebben tussen hun 55e en 65e een grotere kans op een hartinfarct dan vrouwen. Vrouwen zijn vaak ouder als ze een eerste infarct krijgen.
'Tien tot vijftien procent van de patiënten met een hartinfarct krijgt binnen een jaar te maken met een tweede infarct', vertelt hij. 'Soms niet eens in het hart, maar ook in de hersenen.
Schade aan hart door virus
Bekend is al dat zich onder de ernstige zieke COVID-19-patiënten, veel hart- en vaatpatiënten bevinden. Zij kunnen ernstige complicaties zoals hartfalen of een ontstoken hartspier oplopen en zelfs overlijden.
Bij hoesten verhoog je de druk in de borstkas. Dit verbetert de bloedstroom en zo kan een hartstilstand worden voorkomen. Bij een hartstilstand buiten het ziekenhuis heeft hoesten geen zin.
Hevige of langdurige stress is een risicofactor voor hart- en vaatproblemen, zoals slagaderverkalking, hoge bloeddruk, vaatkramp, hartinfarct en hartritmestoornissen.
Zo was een harslag in rust tussen 51 en 80 slagen per minuut gelinkt met een 40 tot 50 procent hoger risico op een vroege dood, in vergelijking met degene met een hartslag onder de 50 slagen.
Mogelijk oorzaken van hartkloppingen zijn: fysieke of emotionele inspanning, hormonen, cafeïnehoudende dranken, drugs, alcohol en nicotine. In de meeste gevallen zijn hartkloppingen een reactie op een situatie. Hartkloppingen gaan dan vanzelf weer over.
Neem direct contact op met de huisarts als je naast hartkloppingen ook nog andere klachten hebt, zoals: pijn op de borst. kortademigheid of benauwdheid. duizeligheid of flauwvallen.
De eerste weken na een hartinfarct kun je je kwetsbaar voelen. Het lichaam moet zich nog herstellen van het infarct en de behandelingen. Je kunt vermoeid, soms lusteloos en onzeker zijn. Meestal lukt het niet om meteen het oude leven op te pakken.
Als de hartspier flink beschadigd is door een infarct, kan de pompfunctie op den duur onvoldoende zijn. Dit wordt hartfalen genoemd. Hierdoor ontstaan klachten als vermoeidheid en kortademigheid. Mensen moeten in zo'n geval vaak levenslang medicijnen innemen en een aangepast leven leiden.
Voor je hart vermijd je het best voedingsmiddelen met veel cholesterol en verzadigd vet zoals boter en worst of spek. Ook andere vleeswaren, sterk bewerkte voeding met veel suiker, frisdrank en te veel zout zijn nefast voor je hart.
Door een bètablokker gaat uw hart rustiger kloppen. De druk in de bloedvaten wordt minder en het hart heeft iets minder zuurstof nodig. Voorbeelden van bètablokkers zijn: metoprolol, bisoprolol, carvedilol of nebivolol.