Het korte antwoord: ja, dat kan. “Als iemand bloedverdunners gebruikt voor de behandeling van trombose, longembolie of boezemfibrilleren, en diegene neemt de medicatie zorgvuldig alle dagen in, is de kans om trombose of longembolie te krijgen laag”, aldus dr. Gerdes.
Het is daarom raadzaam om alcohol zoveel mogelijk te vermijden wanneer je bloedverdunners gebruikt. Net als alcohol hebben veelgebruikte pijnstillers zoals aspirine en ibuprofen een 'bloedverdunnende' werking. Ook mensen met leverproblemen lopen een verhoogt risico.
Als u trombose heeft, dan krijgt u medicijnen die de stolling van uw bloed remmen: zogenaamde antitrombotica of antistollingsmiddelen, in de volksmond vaak bloedverdunners genoemd.
Trombose betekent dat er een bloedklont in een bloedvat zit. Door de klont kan een bloedvat dicht gaan zitten. Bij trombose krijgt u medicijnen (bloedverdunners). U krijgt ook strak verband om uw been.
Trombose kan ontstaan als de bloedvaten aan de binnenkant niet glad meer zijn. Bijvoorbeeld bij aderverkalking en wanneer er onnodig bloedstolsels worden gevormd. Als een bloedstolsel zo groot wordt dat het een bloedvat gedeeltelijk of geheel afsluit, dan noemen we dit trombose.
Ouderen (boven de 65 jaar), mensen die roken, mensen met overgewicht, vrouwen die de anticonceptiepil gebruiken, zwangeren, vrouwen in het kraambed en patiënten met bepaalde vormen van kanker hebben eveneens een verhoogde kans op trombose.
Door alcohol duurt het langer voordat uw bloed stolt. Samen met de bloedverdunner duurt het nog langer. U kunt dus beter niet te veel alcohol drinken. Drink maximaal 1 glas alcohol per dag en niet iedere dag.
Als het bloed langzamer stroomt door lang stilzitten of -liggen, is de kans groter dat er een stolsel ontstaat. Als de samenstelling van het bloed verandert, bijvoorbeeld door ziekte, zwangerschap, of gebruik van een anticonceptiepil, dan kan er eerder een stolsel ontstaan.
Het lichaam lost normaal zelf de stolsels op en zal dit ook doen in het geval van een trombose of een longembolie. Het probleem is dat de aanwezigheid van een trombose of longembolie juist ook leidt tot uitbreiding van deze trombose of longembolie.
Wie bloedverdunners slikt, moet oppassen met vitamine K. Deze vitamine is nodig voor de aanmaak van stollingseiwitten. De meest gebruikte bloedverdunners (acenocoumarol en fenprocoumon) zijn vitamine-K-antagonisten: ze vangen vitamine K weg en zorgen ervoor dat je minder stollingseiwitten maakt.
In sommige situaties, bijvoorbeeld bij bepaalde hartritmestoornissen en stollingsziekten, worden bloedverdunners levenslang voorgeschreven. In andere, zoals na een bloedklonter in het been (diepveneuze trombose of DVT) of een longembolie, worden ze voorgeschreven voor een periode van drie tot zes maanden.
Inmiddels zijn NOAC's de eerste keus bij atriumfibrilleren en bij de behandeling/preventie van diepveneuze trombose en longembolie. Bij atriumfibrilleren blijkt er zelfs een mortaliteitsvoordeel ten opzichte van vitamine-K-antagonisten (VKA's). Alle NOAC's halveren de kans op een intracraniële bloeding.
Het zijn met name de 'groene' groenten (sla, broccoli, spinazie, waterkers, …) en de 'kool-achtige' groenten (kool, spruiten, bloemkool, …) die veel vitamine K bevatten. Andere groenten zoals tomaten, komkommer, pepers, aardappelen, … bevatten dan weer weinig vitamine K.
Alle uithoudingssporten waarbij de beenspieren en de enkelgewrichten aan het werken worden gezet, helpen een diepe veneuze trombose te voorkomen en te genezen: wandelen. fietsen. zwemmen en aquagym.
De antistollingsbehandeling op zichzelf is geen reden om de zon te vermijden. Wel kunnen eventuele extreem hoge temperaturen die daar soms mee gepaard gaan indirect invloed hebben, bijvoorbeeld door veel vochtverlies. Misschien gebruikt u wél andere medicatie waarbij het niet zo verstandig is om in de zon te liggen.
Slik je bloedverdunnende medicijnen? Pas dan op met pijnstillers. Bij langdurig gebruik (langer dan vier dagen) en in hoge dosering (4g per dag) van paracetamol kan de werking van orale bloedverdunners worden versterkt.
Vaak voelt u iets op de plek van de blokkade. Bij een bloedpropje in uw voet of been voelt u kramp, tintelingen of uw been gaat opzwellen.
Paracetamol en aspirine zijn veelgebruikte pijnstillers. Bovendien worden ze door veel mensen geslikt om andere aandoeningen zoals een hartaanval tegen te gaan. De medicijnen werken namelijk bloedverdunnend. Uit het onderzoek blijkt echter dat het regelmatig slikken van deze pijnstillers niet zo'n goed idee is.
Als een bloedpropje een bloedvat in het been afsluit, ontstaat een trombosebeen. Het is belangrijk dat er meteen een medische behandeling volgt, omdat een trombosebeen kan leiden tot een levensgevaarlijke longembolie en of posttrombotisch syndroom.
Trombose kan in alle bloedvaten voorkomen, maar komt het meeste voor in de dieperliggende aderen in benen en armen. Deze vorm van trombose wordt ook wel diep-veneuze trombose genoemd.
een vrij snel optredende zwelling van één been. een zwaar gevoel of pijn in het been. een rode of juist blauwachtige verkleuring van het been.
(Novum) - Een stof in rode wijn zorgt ervoor dat bloed minder snel klontert. Daardoor verkleint het risico van hart- en vaatziekten. De zogeheten polyfenolen in de wijn remmen via een speciale receptor bloedplaatjes af, zodat het bloed minder snel stolt.
Sporten zoals vechtsporten, gewichtheffen en parachutespringen worden tijden de behandeling met bloedverdunners afgeraden.
Voeding die rijk is aan vitamine K is van invloed op fluctuaties van de INR-waarde. Groene groentes zoals spinazie, waterkers, sla en broccoli en koolsoorten zoals bloemkool, spruiten, koolrabi, witte kool en andere soorten bevatten veel vitamine K.