Een endoscopie van de dikke darm noem je een coloscopie (of colonoscopie). Een endoscopie van de maag noem je een gastroscopie. Een endoscopie van de slokdarm noem je oesofagoscopie.
Het opschuiven van de endoscoop door de dikke darm kan vooral bij de bochten soms wat pijnlijk zijn. De pijn wordt meestal snel minder als de endoscoop voorbij een bocht is. Van eventuele kleine ingrepen voel je niets. Als je een roesje hebt gekregen, dan merk je weinig van het onderzoek.
Als u een slechte hart- of longfunctie heeft, kan de MDL-arts besluiten u geen roesje te geven. Dit is om het risico op eventuele complicaties te verkleinen. De arts bespreekt dit met u op de behandelkamer. De keuze is dan om het onderzoek zonder roesje te doen, of alleen met pijnstilling.
Met een endoscopie kunnen verschillende organen worden bekeken zoals slokdarm, maag, dikke darm of dunne darm. Per orgaan kan een ander type instrument ('scoop') worden gebruikt. Dit is een dunne, flexibele slang met een kleine camera, waarmee de arts in het lichaam kan kijken.
Aan het uiteinde van de slang zit een lampje dat de binnenkant van uw slokdarm, maag en twaalfvingerige darm verlicht en een kleine camera waardoor het onderzoek op een monitor te volgen is. Het onderzoek duurt ca. 15 minuten en kan langer of korter duren.
Klachten na het onderzoek
Na een endoscopie hebben veel mensen nog enige tijd klachten, bijvoorbeeld buikpijn, darmkrampen, een opgeblazen gevoel of winderigheid. Dit is normaal en verdwijnt na enkele dagen.
Als u een roesje krijgt, dan betekent dit dat u voor het onderzoek op de behandelkamer een slaapmiddel (midazolam) en soms een pijnstiller (fentanyl) krijgt via een infuusnaaldje. De meeste mensen raken van dit middel in (lichte) slaap. Bij sommige mensen veroorzaakt het geen echte slaap maar wel ontspanning.
Een gastroscopie is een veilig onderzoek. Ondanks alle zorgvuldigheid kunnen in zeldzame gevallen complicaties optreden. In de meeste gevallen gaat het om een nabloeding. Dit komt vooral voor bij mensen die bloedverdunners of pijnstillers gebruiken.
De voorbereiding in de endoscopiekamer neemt ongeveer 5 tot 10 minuten in beslag. Een coloscopie duurt ongeveer 15 tot 30 minuten. Een sigmoïdoscopie duurt meestal niet langer dan 15 minuten. Als er extra handelingen worden verricht, zoals het verwijderen van poliepen, kan het onderzoek langer duren.
Bij een behandeling onder sedatie krijgt u medicijnen die u slaperig en minder gevoelig voor pijn maken. Deze vorm van anesthesie wordt in de volksmond ook wel een 'roesje' genoemd.
Een scopie van de maag neemt ongeveer 45 minuten in beslag. Een echo-endoscopie van de alvleesklier duurt ongeveer één uur. Wanneer de patiënt een echo-endoscopie van de slokdarm, maag of alvleesklier ondergaat, mag hij vanaf 12 uur 's nachts niets meer eten of drinken.
Het onderzoek wordt gedaan met behulp van een speciaal instrument, de endoscoop. Een endoscoop bestaat uit een flexibele slang die ongeveer 9 mm dik is. Aan het uiteinde van de slang zit een klein lampje dat het slijmvlies van uw maag, slokdarm en twaalfvingerige darm verlicht.
Het roesje wordt door de endoscopist/arts gegeven. Een roesje is géén narcose. U hoeft dus niet beademd te worden. De meeste mensen herinneren zich door het roesje achteraf weinig tot niets van het onderzoek.
Het onderzoek is niet pijnlijk. Veel mensen vinden vooral het inbrengen van de gastroscoop vervelend, omdat ze moeten kokhalzen. Sommige mensen krijgen een benauwd gevoel, omdat er een slang in hun keel zit. Het is belangrijk dat u de aanwijzingen van de arts en de endoscopieverpleegkundige goed opvolgt.
Wat mag u niet eten
Vezelige groenten zoals asperges, bleekselderij, zuurkool, snijbonen, sperziebonen, prei, doperwten, peulvruchten, taugé, mais, champignons, tomaten, ui, knoflook, spinazie, andijvie, paprika's en rauwkost.
De officiële uitslag krijgt u via uw huisarts of van uw behandelend specialist. De uitslag van eventueel onderzoek van weefsel duurt ongeveer een week.
Het passeren van de gastroscoop door de keel kan vervelend zijn. Soms wordt een gastroscopie uitgevoerd na toediening van een ver- dovend middel (sedatie) via een injectie in de arm. De sedatie is een heel lichte vorm van algemene verdoving.
Omdat u gekozen heeft voor een lichte narcose is een arts-anesthesist aanwezig die u met een injectie via een infusienaald een slaapmiddel zal toedienen. De hartwerking en ademhaling wordt permanent bewaakt. Meestal duurt het onderzoek ongeveer 5 tot 10 minuten.
Via uw mond schuift de arts een gastroscoop naar binnen. Dit is een dunne, soepele slang met een lichtbron en een cameraatje dat in verbinding staat met een beeldscherm. Van tevoren krijgt u een slaapmiddel, waardoor u niets van het onderzoek merkt.
Waarom een gastroscopie? Een gastroscopie kan worden verricht bij klachten die wijzen op een ontsteking, een maagzweer, coeliakie (overgevoeligheid voor gluten), barrett (een afwijking aan het slijmvlies van de slokdarm), poliepen of kanker.
Na de gastroscopie kun je last hebben van een opgeblazen gevoel in de bovenbuik of keelpijn. Er is een kleine kans op complicaties. Bij 1 of 2 op de 1.000 patiënten ontstaat een nabloeding. Dat gebeurt meestal bij patiënten die bloedverdunners of pijnstillers gebruiken.
Een colonoscopie is een onderzoek van de binnenkant van de dikke darm. Dit onderzoek gebeurt met een endoscoop, een flexibele en bestuurbare slang van ongeveer 1 cm dikte. De endoscoop wordt via de anus voorzichtig opgeschoven, de hele dikke darm door.
De eerste uren na de behandeling kunt u last hebben van irritatie van de keel en pijn achter het borstbeen. Meestal zakt deze pijn een aantal dagen na de behandeling, maar soms kan de pijn één tot twee weken aanhouden. Een opgeblazen gevoel en pijn in de buik kunnen ontstaan door de lucht die ingeblazen wordt.