Dyslexie is de algemene term voor ernstige lees- en/of spellingproblemen, die internationaal ook wordt gebruikt. Ernstige dyslexie (ED) is een Nederlandse term, die vooral met regelgeving voor vergoede zorg in Nederland te maken heeft (tot 1 januari 2022 werd gesproken van EED, Ernstige Enkelvoudige Dyslexie).
Er is sprake van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED) als de leerachterstand in lezen en/of spellen erg groot is, ondanks extra instructie op school. Ook moet er in onderzoek zijn aangetoond dat er sprake is van ernstige dyslexie. Een orthopedagoog of psycholoog kan vaststellen of iemand ernstige dyslexie heeft.
Over de oorzaken van dyslexie is wetenschappelijk geen eenduidigheid, maar duidelijk is, dat meerdere factoren een rol spelen. Dyslexie is een onzichtbare handicap, die in het onderwijs helaas nog steeds voor veel problemen zorgt. Dyslexie gaat niet over, maar speelt een rol in de hele levensloop.
Lees- en/of spellingproblemen
Ze lezen vaak middels 'hakken en plakken', spellend of radend en niet vloeiend. Ze schrijven slordig, schrijven woorden op het gehoor (fonetisch) en maken in dictees veel fouten. Ze automatiseren de letters niet, halen letters door elkaar of spiegelen letters (b/d).
Hierbij wordt, voor de diagnose dyslexie, de ondergrens van een totaal IQ van 70 gehanteerd. Onder deze grens kunnen we niet meer van dyslexie spreken, maar kunnen de achterstanden op leergebied verklaard worden door de lage verstandelijke vermogens.
Dyslexie en hoogbegaafdheid
Kinderen die zowel hoogbegaafd als dyslectisch zijn, zijn vaak te herkennen aan de volgende signalen: Veel spellingsfouten. Wel goed mondeling taalgebruik, maar schriftelijk wel problemen. Negatief beïnvloede prestaties (verveling, faalangst, enz.)
Kinderen van ouders met dyslexie hebben een grotere kans om zelf dyslexie te krijgen, dan kinderen waarbij geen dyslexie in de familie voorkomt.
Om een zo hoog mogelijk lees- of spellingniveau te bereiken is een taakgerichte benadering belangrijk. De instructie moet gericht zijn op het lezen en spellen. Met andere woorden, lezen leer je vooral door te lezen, spellen door te spellen.
Voor het stellen van de diagnose dyslexie is een academische graad in klinische (kinder- of jeugd-) psychologie of orthopedagogiek vereist, alsmede een erkende bekwaamheidsregistratie in de psychodiagnostiek, minimaal (op het niveau van) de BIG-registratie Gezondheidszorgpsycholoog (bron: FAQ website SDN).
Iemand met dyslexie heet een dyslecticus of dyslectica, meervoud respectievelijk dyslectici en dyslecticae, maar wordt geslachtsneutraal meestal 'dyslect' (meervoud 'dyslecten') genoemd.
Bij sommige mensen met dyslexie wordt ook gevonden dat spraakwaarneming minder efficient is (het horen van de klanken en het horen van verschillen tussen bijvoorbeeld bad en blad of bad en mat). Lezen en luisteren zij dus inderdaad aan elkaar verbonden, want voor het lezen heb je ook luisteren nodig.
Meestal worden de kenmerken van dyslexie duidelijk vanaf een jaar of 7. Kinderen hebben dan moeite met klanken in de goede volgorde zetten, zoals dorp of drop. Maar ook bij cijfers: 12 en 21. Kinderen kunnen de letter d en b door elkaar halen, vinden hardop lezen vaak niet leuk en lezen vaak 'radend'.
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv. verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv. ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv. dt-fouten).
Mensen met dyslexie zijn over het algemeen goed in het waarnemen van de dingen in hun omgeving, het zien van grote gehelen maar ook van details die anderen niet altijd opvallen. De meeste dyslectici denken ook op een sterk visuele (en minder talige) manier.
Ten eerste kun je problemen hebben met het herkennen van het visuele woordbeeld. Daarnaast kun je ook moeite hebben met het begrijpen van taal en klanken. Veel kinderen overwinnen hun dyslectische problemen, maar kunnen als volwassenen subtiele problemen met lezen en schrijven hebben.
Dyslexie heeft niets te maken met intelligentie, het komt voor bij zowel mensen met hoge, gemiddelde of lage intelligentie. Vaak wordt dyslexie geconstateerd als er verder geen andere oorzaken worden gevonden voor lees– en schrijfproblemen.
Om dat te begrijpen moet je eerst weten hoe een dyslecticus denkt: hij denkt in beelden. Bij elk woord ziet hij in zijn hoofd plaatjes. Een beelddenker kan wel 32 plaatjes in een seconde zien. Het lijkt net een film.
Zaakvakken: het lezen van lange stukken tekst
Het lezen van lange stukken tekst, zoals bij geschiedenis, is ook moeilijker als je dyslexie hebt. Een eerste tip: lees je leerwerk hardop voor. Je neemt dan goed in je op wat er staat, en zo leer je beter. Maak van lange stukken tekst een samenvatting of mindmap.
Genen slaan geen generatie over
Hebben jij en je oma (of opa) dezelfde erfelijke ziekte, maar je moeder (of vader) niet? Soms lijkt het alsof een erfelijke ziekte een generatie overslaat. Maar erfelijke ziektes erf je via genen. En genen kunnen geen generatie overslaan.
Ze vallen meestal op als ze hardop moeten lezen. Vaak gaat dat langzamer dan het tempo van hun klasgenootjes en niet vloeiend. In plaats daarvan lezen ze op een spellende en/of radende wijze. Daarnaast schrijven ze woorden vaak zoals ze die horen (fonetisch) en maken ze veel fouten in dictees.
ontwikkelen van faalangst; moeite met aansluiting bij leeftijdgenoten of volwassenen door verminderde sociale acceptatie; schroom om aan een vervolgopleiding of baan te beginnen; vermijden van bepaalde taken op sociaal gebied zoals vrijwilligerswerk en bestuurswerk.
Vrijstelling 2e vreemde taal HAVO/VWO
Er kan geen ontheffing worden verleend aan dyslectische leerlingen. Wel kan de school in de eerste drie leerjaren zelf invulling geven aan het onderwijs in de tweede moderne vreemde taal, omdat er, met uitzondering van Engels, geen kerndoelen zijn voor moderne vreemde talen.
In de eerste drie leerjaren van havo en vwo zijn zowel Frans als Duits verplicht. Er kan geen ontheffing worden verleend aan leerlingen met dyslexie (artikel 21), maar een aangepast programma is wel mogelijk voor Frans en/of Duits, die wordt ook wel gedeeltelijke dispensatie genoemd (zie hieronder).
Kan dyslexie worden vastgesteld bij hoogbegaafde leerlingen? Het antwoord hierop is ja. Het is opvallend dat er zo veel vragen zijn over het vaststellen van dyslexie bij hoogbegaafde kinderen.