Er zijn een aantal belangrijke verschillen tussen de Middeleeuwen en de Renaissance. Zo staat bijvoorbeeld in de Middeleeuwen God centraal en dit maakt in de Renaissance plaats voor de mens.Ook draait het in de Middeleeuwen vooral op de hemel en om het geloof.
Tegenwoordig zien we de Middeleeuwen als de periode tussen 500 en 1500 na Christus. De Renaissance kwam in de periode 1500-1600 helemaal tot zijn recht, maar was al ongeveer 100 tot 150 jaar daarvoor ontstaan in Italië.
Deze periode in de Europese geschiedenis heeft de volgende belangrijke kenmerken: Een sterke oriëntatie op de klassieke oudheid. De 'renaissancisten' vonden dat de tijd waarin zij leefden een wedergeboorte was, na de duistere middeleeuwen. De term 'middeleeuwen' werd ook geboren tijdens de Renaissance.
Kenmerken van de Renaissance
De belangrijkste vooruitgang op het gebied van de schilderkunst was het gebruik van perspectief. Hierdoor kregen de werken een betere dieptewerking. De gouden en éénkleurige achtergronden van de Middeleeuwen werden daarom vervangen door landschappen en stadsgezichten.
Op allerlei terreinen – zoals de literatuur, muziek, architectuur en schilderkunst – vond, globaal tussen 1350 en 1620, een sterke oriëntatie plaats op de klassieke oudheid. Verder kenmerkte de Renaissance zich door een focus op de mens als individueel en uniek wezen: het humanisme.
De Renaissance was een periode van vernieuwing en de heropleving van kunst, literatuur, wetenschap en filosofie in Europa van de veertiende tot de zeventiende eeuw. Het begon in Italië en verspreidde zich geleidelijk naar andere delen van Europa.
De Renaissance is de intellectuele en artistieke beweging in de 15de, 16de en 17de eeuw waarvan de vertegenwoordigers zich lieten inspireren door de architectuur, literatuur en idealen afkomstig uit de klassieke oudheid. Beroemde vertegenwoordigers zijn Leonardo da Vinci, Michelangelo, Rafaël en Donatello.
Er kwamen steeds meer rijke mensen en de mensen kregen steeds meer vrije tijd. Niet alleen de adel beschikte over vrije tijd, maar ook de burgers. De mensen deden spelletjes, dronken gezellig iets samen, studeerden of maakten muziek. Tijdens de Renaissance maakten de mensen voor hun plezier muziek.
In Italië, waar de Renaissance begon, waren aan het begin van de veertiende eeuw zelfstandige stadstaten ontstaan. Sommige bewoners waren rijk geworden door nijverheid en handel tussen de Arabische wereld en West-Europa. Zeker in Florence, de belangrijkste stadstaat, was zo een nieuwe bovenlaag van kooplieden ontstaan.
De vroegmoderne tijd – ook wel nieuwe tijd of ancien régime – is een periode van enkele eeuwen in de geschiedenis van Europa, volgend op de middeleeuwen. Volgens de gangbare periodisering beslaat de vroegmoderne tijd de periode van eind vijftiende tot einde achttiende eeuw, en wordt ze gevolgd door de moderne tijd.
De geschiedenis van de Middeleeuwen gaat over een hele lange tijd, wel 1000 jaar. Daarom verdelen we deze tijd vaak in twee stukken: de vroege Middeleeuwen van 500 tot 1000 na Christus ( tijd van Monniken en Ridders), en de late Middeleeuwen van 1000 tot 1500 na Christus (Tijd van Steden en Staten).
Binnen de Vroege Middeleeuwen worden de Merovingische en Karolingische tijd onderscheiden. Met de term vroegmoderne tijd wordt de periode na de Middeleeuwen, tot de Industriële Revolutie aangeduid.
Kenmerkend voor de Renaissance was (net zoals in de Klassieke oudheid) dat schoonheid belangrijker werd gevonden dan het afbeelden van het menselijk lichaam naar de werkelijkheid. Ook werden beelden afgebeeld in conta-posto.
Kenmerkend voor deze lange periode in de westerse geschiedenis zijn vooral de fragmentatie van het politieke gezag, een overwegend agrarische economie, een samenleving verdeeld tussen een militaire adel (die eigenaar is van het land) en een horig gemaakte boerenklasse, en ten slotte een op religie gebaseerde denkwijze, ...
De Middeleeuwen is de naam voor de periode tussen 500 en 1500 na Christus. Middeleeuwen betekent letterlijk: tussenperiode. In deze tijd wordt in Europa de Christelijke godsdienst erg belangrijk.Er komen veel kerken en kloosters en de geestelijken krijgen veel macht.
Met de 'middeleeuwen' bedoelt men de periode uit de westerse geschiedenis van ca. 500 tot ca. 1500, doorgaans begrensd door de val van het West-Romeinse rijk (476) en de ontdekking van Amerika (1492), of, ruimer geformuleerd, de periode tussen de klassieke oudheid en de renaissance.
herleving (zn) : regeneratie, renaissance, reveil, revival. wedergeboorte (zn) : renaissance.
De renaissance beslaat globaal de periode 1400-1600, toen kunsten, letteren en wetenschap in Europa bloeiden door een grote belangstelling voor de klassieke oudheid.
Kolommen, frontons, bogen en koepels worden fantasierijk gebruikt in alle soorten bouwwerken. Meesterwerken van de Renaissance die andere gebouwen over de hele wereld hebben beïnvloed, zijn de Sint-Pietersbasiliek in Rome, het Tempietto in Rome en de koepel van de kathedraal van Florence.
Aan het begin van de Renaissance was Nederland achtergebleven gebied. Maar dankzij een nieuwe generatie reizende kunstenaars kwam ons kikkerlandje in contact met Dürer, Rafael en Van der Weyden. Uit deze multiculturele mix ontstond de Nederlandse renaissancekunst.
Schrijf namen van artistieke, culturele, maatschappelijke en religieuze stromingen klein. Het gaat om soortnamen. Als een woord voor een artistieke of culturele stroming als naam voor een stijlperiode wordt gebruikt (barok, renaissance), kan het in wetenschappelijke literatuur een hoofdletter krijgen.
Het humanisme begon met de intellectuele, literaire en wetenschappelijke beweging van de veertiende tot de zestiende eeuw, die elke vorm van kennis wilde baseren op de literatuur en cultuur van de klassieke oudheid. De bekendste humanist uit die tijd is Desiderius Erasmus.
1. Een levensbeschouwing, ontstaan als stroming in de renaissance in Italië, waarin geleerden (humanisten) de nadruk legden op studie van de klassieken en op de menselijke waardigheid en kennis.
Het woord barok komt van het Portugese barroco, wat 'onregelmatig gevormde parel' betekent. Er wordt ook verondersteld dat het uiteindelijk terug te voeren is op het Italiaanse barocco, een term waarmee middeleeuwse filosofen een obstakel in de logica beschreven.