De betekenis van faalangst en perfectionisme zijn niet hetzelfde maar gaan wel hand in hand: Bij faalangst heb je angst om te presteren en bij perfectionisme heb je de drang om te presteren. Bij faalangst en perfectionisme kan je niet goed tegen tegenslagen.
Maar als je nooit tevreden bent met het resultaat, kan dat problemen geven: Als je de lat heel hoog legt voor jezelf, voel je je altijd onder druk staan. Dan kun je last krijgen van onzekerheid en stress. Je kunt zelfs helemaal blokkeren (een 'black-out' krijgen).
We kunnen drie verschillende soorten faalangst onderscheiden: cognitieve faalangst, sociale faalangst en motorische faalangst.
Als je faalangst problemen veroorzaakt in je dagelijkse leven, is het goed om contact met je huisarts op te nemen. Hij of zij kan je doorsturen naar een deskundige zoals een faalangsttrainer of een psycholoog. Deze helpt je vervelende gebeurtenissen die hebben geleid tot je faalangst te verwerken.
Faalangst is een aandoening waarbij je continu bang bent om niet goed genoeg te presteren. De oorzaak van faalangst is vaak de angst om waardering te verliezen, te hoge verwachtingen van de omgeving of moeilijkheden door een leerstoornis zoals dyslexie.
Faalangst wordt in de DSM-5 niet als een aparte aandoening opgenomen, maar meestal als een onderdeel van sociale angst of gegeneraliseerde angst beschouwd. Hierbij wordt dan vaak verwezen naar 'testangst' of 'prestatieangst' (American Psychiatric Association, 2014).
Herkennen van faalangst
Leerlingen kunnen stil worden als ze angstig zijn, maar ze kunnen ook clownesk of stoer gedrag vertonen. Overmatig vragen stellen of juist niks durven te vragen, kunnen een signaal zijn dat een kind twijfelt aan zijn eigen kunnen. Ook hoofdpijn, buikpijn of moeilijk slapen kunnen signalen zijn.
Door de angst stijgt de adrenaline in je lichaam en wordt je “vecht-of-vlucht” mechanisme getriggerd. Veel voorkomende symptomen zijn dan ook hartkloppingen, blozen, zweten, geheugenverlies en trillen. Faalangst bij volwassenen is een diepgewortelde onzekerheid over jezelf en je prestaties.
veeleisend en de lat te hoog leggen: te hoge eisen stellen aan jezelf en een ander. onrealistische verwachtingen hebben van jezelf en een ander. fouten zien als een persoonlijk falen c.q. geen fouten durven maken. het liefst alleen werken: je alleen weet hoe het moet en dan maak je geen fouten.
Het leven van een perfectionist
Wanneer je een perfectionist bent, dan herken je je mogelijk in de volgende: Het is nooit goed genoeg en je bent niet snel tevreden. Bovendien wil je graag alles perfect doen en je werkt daar ook heel hard voor, zelfs tot je uitgeput raakt.
Als je bijvoorbeeld erg beschermd bent opgevoed, kan het zijn dat het zelfvertrouwen zich niet genoeg ontwikkelt. Ook als je veel kritiek gekregen hebt op je gedrag of prestaties, of als je gepest bent, kan je zelfvertrouwen afnemen of zich niet genoeg ontwikkelen.
Angst en onzekerheid zijn typische voorbeelden van emoties die mensen niet leuk vinden om te voelen. De meeste mensen denken dat deze emoties bij ze horen als persoon en dat ze er niks aan kunnen doen behalve ermee leren omgaan.
1) Bevestigingsdrang
Dit is meestal een sterk aanwezige factor: de drang om jezelf te bewijzen, zowel naar jezelf als naar anderen toe. Het is - net zoals alle andere kenmerken van perfectionisme - een zeer goede eigenschap, want het zorgt ervoor dat je prestaties neerzet en doelen verwezenlijkt.
Faalangst kan veel oorzaken hebben. Hoewel faalangst waarschijnlijk ook erfelijk is, kunnen kinderen faalangst ontwikkelen door onzekerheid, een reeks vervelende gebeurtenissen op school of problemen thuis. Ook een stoornis als dyslexie kan een aanleiding zijn om faalangstig te worden.
Ze denken negatief over zichzelf en presteren daardoor vaak onder hun niveau. Hierdoor worden zij bevestigd in het negatieve beeld dat ze van zichzelf hebben en kan een negatieve spiraal ontstaan. Hetzelfde kan gebeuren bij faalangst in sociale situaties.
Als kinderen veel negatieve ervaringen opdoen, bijvoorbeeld op school, dan is de kans dat ze faalangst ontwikkelen groter. Kinderen met dyslexie hebben bijvoorbeeld vaker faalangst. Ook kinderen die van nature onzeker zijn, hebben meer kans op het ontwikkelen van faalangst.
Acceptatie, tolerantie, respectvol en structurerend omgaan met de leerling. Hem serieus nemen, positieve verwachtingen uitspreken, veiligheid bieden via warmte en betrokkenheid, aangeven dat fouten maken mag en hem leren hoe hij beter kan reageren op fouten en mislukkingen.
Een zelfbeeld ontstaat in de loop van je leven door de ervaringen die je meemaakt, de omgeving waarin je opgroeit en de mensen waar je mee opgroeit. Als deze ervaringen negatief zijn geweest, omdat je bijvoorbeeld bent gepest of vaak bent buitengesloten, ontwikkel je hiermee vaak een negatief of laag zelfbeeld.
Als u altijd erg bang bent voor de reactie of de kritiek van anderen, heeft u misschien een sociale-angststoornis. U bent bijvoorbeeld bang dat u zich belachelijk maakt als u gaat trillen, blozen of zweten. Alleen al de gedachte dat u naar een etentje of feestje zou moeten, geeft grote angst.
Faalangst kan grote invloed hebben op jouw dagelijks functioneren. Het kan leiden tot stress en spanningsklachten die op allerlei gebied klachten kunnen geven. Denk aan hoofdpijn, slecht slapen, prikkelbaar zijn of piekeren. Er zijn verschillende manieren waarop mensen met faalangst omgaan.
Bij positieve faalangst helpt de aanwezige angst en de daarbij optredende spanningstoestand juist om beter te functioneren, of zich beter te concentreren dan onder normale condities het geval is. De stress of nervositeit vormt hier als het ware een extra prikkel, en werkt daarom dus positief.