Hieronder vindt je een schema met de belangrijkste gebeurtenissen in de verschillende geologische tijdperken. Het oudste tijdperk staat onderaan, omdat de oudste lagen ook meestal onderop liggen. We leven nu in het Holoceen, onderdeel van het Kwartair tijdperk.
Geologen als John Phillips en Charles Lyell vestigden een indeling in vier grote eenheden: het oude Primair (tegenwoordig Paleozoïcum), het jongere Secundair (tegenwoordig Mesozoïcum), het nog jongere Tertiair (tegenwoordig verdeeld in Paleogeen en Neogeen) en het jongste Kwartair.
Het Kwartair beslaat de tijdspanne van 2,58 miljoen jaar (Ma) geleden tot heden en is de jongste, bovenste of laatste onderverdeling van de eratheem Cenozoïcum. Het volgt op het Neogeen en is onderverdeeld in twee series: het Pleistoceen en het Holoceen.
Era's zijn zeer lange tijdperken; ze vormen grote delen van de geologische geschiedenis. Een era is onderverdeeld in periodes, en is een onderverdeling van een nog langer soort tijdperk, dat eon wordt genoemd.
Het Holoceen, vroeger ook Alluvium genoemd, is het geologische tijdvak van 11,700 jaar geleden tot nu. Het Holoceen volgt op het Pleistoceen, waarmee het samen het Kwartair vormt. Het woord Holoceen is een samenstelling van Oudgrieks: ὅλος, holos, "geheel" en καινός, kainos, "nieuw".
Het Holoceen is een geologische tijdvak van 11.700 jaar geleden tot nu. Aan het relatief warme Holoceen ging een ijstijd vooraf die meer dan 100.000 jaar duurde. Nederland was een koude dunbevolkte steppe die zich tot ver in de Noordzee uitstrekte.
Het Pleistoceen is in de geologische tijdschaal een tijdvak van 2,58 miljoen (Ma) tot 11,7 duizend jaar (ka) geleden, én tegelijk de serie gesteentes met die ouderdom (in het verleden ook wel het "diluvium" genoemd). Het Pleistoceen is de vroegste of onderste onderverdeling van het Kwartair.
De geschiedenis van Nederland is voor het primair en voortgezet onderwijs verdeeld in tien tijdvakken. De tijdvakken worden in combinatie met de 50 Nederlandse canonvensters behandeld binnen kerndoel 52 en 53 in het primair onderwijs. Hieronder een overzicht van de tijdvakken en hun kenmerkende aspecten.
Officieel leven we nu in het 'Holoceen', het geologische tijdperk dat begon aan het eind van de laatste ijstijd. De invloed van menselijke activiteiten op de ecosystemen op aarde is tegenwoordig echter zo groot dat deze inmiddels de belangrijkste factor lijkt voor veranderingen in de natuur.
Het geologisch tijdvak Mesozoïcum (afgeleid van Grieks: μέσος (mésos) = midden; ζώω (zóo) = leven: "tijdperk van het midden-leven") of Secundair (verouderde naam) is een era in de geologische tijdschaal (of een erathem in de stratigrafie), die duurde van 252,2 ± 0,5 miljoen jaar (Ma) tot 66,0 Ma.
Deze wordt opgedeeld in twee tijdvakken: Het Pleistoceen en het Holoceen (waarin wij ons momenteel bevinden). De laatste ijstijd, genaamd het Weichseliaan, eindigde ongeveer 10 000 jaar geleden. De zes glacialen zijn van jong naar oud: Weichseliaan, Saaliaan, Elsteriaan, Menapiaan, Eburoniaan en Pretigliaan.
Waren er alleen ijstijden in Europa? Nee, ook in Noord-Amerika en Azie.
Traditionele indeling: vier glacialen
De enige twee perioden waarvan met zekerheid bekend is dat gletsjers tot in Noord-Nederland reikten zijn de Saale- en Elster-glacialen.
Een giga-annum (Ga) is een miljard (109) jaar, in SI-eenheden is dit ongeveer 31,56 × 1015 s.
Nederland in het Eoceen
In het Vroeg-Eoceen was Nederland grotendeels bedekt door zee, alleen Limburg was vasteland. De zeebodem was op veel plaatsen vrij diep (mogelijk zo'n 200 meter) en er werden kleipakketten afgezet.
Zo'n 4.533 miljoen jaar geleden gebeurde een planetaire catastrofe toen de protoplaneet Theia op de proto-Aarde insloeg. Deze 'Big Splash' resulteerde in de vorming van de maan, alsook de kanteling van de aardas. Het Aarde-maansysteem was ontstaan. Tot ongeveer 4.500 miljoen jaar was de Aarde een magmaoceaan.
'Het Antropoceen,' wordt het huidige tijdperk nu door geologen genoemd, vooralsnog onofficieel.
Het Watermantijdperk of Aquariustijdperk (Engels: Age of Aquarius) is volgens de astrologie het tijdperk dat het Vissentijdperk opvolgt. Het is een van de twaalf grote tijdperken die telkens beginnen wanneer het lentepunt een ander sterrenbeeld van de dierenriem binnengaat.
Elke 2160 jaar breekt er energetisch gezien een nieuw tijdperk aan. Dit komt mede omdat de mensheid evolueert (hun bewustzijn verandert) en omdat de aardas draait. Elk nieuwe tijdperk is verbonden met de een van de twaalf dierenriemtekens, bekend uit de Westerse astrologie.
De 19e eeuw (van de christelijke jaartelling) is de 19e periode van 100 jaar, dus bestaande uit de jaren 1801 tot en met 1900.
In de vruchtbare sikkel, waar ongeveer 10.000 jaar geleden de landbouw werd uitgevonden, ontstond de Sumerische beschaving (ca. 4500 v. Chr.). Deze wordt als de eerste beschaving ter wereld gezien.
De 17e eeuw (van de christelijke jaartelling) is de 17e periode van 100 jaar, dus bestaande uit de jaren 1601 tot en met 1700.
Na het Eemien werd het langzaam kouder en droger en begon het Weichselien (116.000-10.500 jaar geleden). De zee trok zich steeds verder terug omdat veel zeewater door de dalende temperaturen werd vastgelegd in poolijs.
Nederland in het Vroeg-Pleistoceen
Op het land kwamen in warme periodes bossen tot ontwikkeling, in koude periodes steppen en toendra's, waarop grote grazers overvloedig voedsel vonden. De Noordzee stond in die tijd nog niet via het Kanaal in verbinding met de Atlantische Oceaan.
Geologische periode van het Kwartair, van 2,3 miljoen jaar geleden tot 10.000 jaar geleden, gekenmerkt door afwisselende koude periodes (glacialen of ijstijden) en warme tussenijstijden (interglacialen). De binnen de glacialen waargenomen relatief warme perioden worden interstadialen genoemd.