Wij moeten onze beslissingen goed motiveren. Bijvoorbeeld bij het opleggen van een correctie of bij het afhandelen van bezwaarschriften moet voldoende duidelijk zijn op basis waarvan en waarom we een bepaalde beslissing nemen.
Motiveringsbeginsel. Een besluit rust op een draagkrachtige motivering. De motivering moet het besluit dragen en moet het besluit kunnen verklaren. De feiten moeten kloppen en de motivering moet logisch en begrijpelijk zijn.
Het 'fair play'-beginsel heeft betrekking op de manier waarop bestuursorganen in brede zin moeten handelen. Dat varieert van het (op de juiste manier) in behandeling nemen van verzoeken, tot het voorkomen van een niet-redelijke verdeling van de bewijslast bij bezwaarprocedures.
Artikel 3:4 Awb bepaalt dat een besluit evenredig moet zijn. Dat houdt in dat de effecten van het besluit in verhouding tot het doel van het besluit redelijk moeten zijn.
1 De bestuursrechter doet uitspraak op de grondslag van het beroepschrift, de overgelegde stukken, het verhandelde tijdens het vooronderzoek en het onderzoek ter zitting. 2 De bestuursrechter vult ambtshalve de rechtsgronden aan.3 De bestuursrechter kan ambtshalve de feiten aanvullen.
Met «wettelijk voorschrift» worden niet alleen formele wetten bedoeld, maar ook regels gesteld door organen die aan Grondwet of wet regelgevende bevoegdheid kunnen ontlenen. In dergelijke gevallen zal derhalve ook bij gemeentelijke of provinciale verordening van de hoofdregel van de Awb kunnen worden afgeweken.
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur, daarin begrepen: Wettelijkheid.Gelijke behandeling.Zorgvuldigheid.
Art. 3:46 Awb bepaalt dat een besluit dient te berusten op een deugdelijke motivering. Dit betekent enerzijds dat de feiten die aan een besluit ten grondslag zijn gelegd juist zijn.Anderzijds betekent dit dat die feiten de genomen beslissing ook moeten kunnen billijken.
Regels voor besluitvorming
Het besluit moet zorgvuldig en deugdelijk tot stand zijn gekomen. De belangen van alle partijen moeten tegen elkaar worden afgewogen. Daarbij mogen de nadelige gevolgen voor belanghebbenden niet onevenredig groot zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.
Er zijn goede redenen om het belang van fair play niet te onderschatten. Ten eerste maakt fair play de mens achter de sporter beter. Sport leert je waarden als respect, inzet, omgaan met winst en verlies. Ten tweede maakt het de sporter beter.
Regels bieden ook bescherming tegen onverantwoord gedrag.Je houden aan de regels voorkomt blessures en die vormen een van de grootste bedreigingen van het plezier in sport. Dus is er alle reden voor iedere sporter of sportliefhebber om aandacht te besteden aan Fair Play.
Onder aanvraag wordt verstaan: een verzoek van een belanghebbende, een besluit te nemen.
Wat is het rechtszekerheidsbeginsel? Besluiten en overeenkomsten moeten te allen tijde passen bij verwachtingen en mogen ook niet in strijd zijn met vroegere uitspraken en handelingen. Dat is waar het rechtszekerheidsbeginsel over gaat.
Wij moeten bij het nemen van besluiten alle belangrijke feiten zorgvuldig onderzoeken. Dit houdt in dat we de belangen van alle partijen afwegen en in elk geval de beschikbare informatie beoordelen.
In een rechtstaat zijn vrijheid, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid erg belangrijk. De vier belangrijkste onderdelen van de rechtsstaat zijn de grondrechten, de scheiding der machten, het legaliteitsbeginsel en onafhankelijke rechtspraak.
Inleiding. (Rechts)beginselen spelen een belangrijke rol binnen het Europees recht. Een aantal beginselen zijn vastgelegd in de EU-Verdragen (zoals de beginselen op milieugebied en de begrotingsbeginselen). Daarnaast zijn er ongeschreven rechtsbeginselen die zijn ontwikkeld in de rechtspraak van het EU-Hof.
Wat is ongeschreven recht? Recht dat niet door de wetgever en de rechter in het leven is geroepen, maar wel algemeen als geldend recht wordt erkend. Ongeschreven recht bestaat uit: gewoonterecht + rechtsbeginselen. Ongeschreven wetten zijn gebaseerd op normen, waarden en gewoonten.
Materiële beginselen zijn beginselen die betrekking hebben op de inhoud van de besluiten. Het bestuursorgaan mag slechts belangen behartigen waarvoor die wet of regeling een grondslag biedt. Het bestuursorgaan dient de belangen af te wegen van de belanghebbende die rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
De belangrijkste regels van het bestuursrecht staan in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Awb vermeldt hoe de overheid besluiten moet voorbereiden en bekendmaken. Ook staat hierin binnen welke termijn de overheid een besluit moet nemen.
[2] In artikel 1:3, lid 1 Awb wordt het besluit als publiekrechtelijke rechtshandeling gedefinieerd en vervolgens in het vierde lid 'aangerand'.
Het bestuursorgaan neemt het besluit uiterlijk zes maanden na ontvangst van de aanvraag. (Zie artikel 3:18, lid 1, Awb.) Het bestuursorgaan kan deze termijn verlengen.