Ook het vijfde jaar (pre examenjaar) wordt genoemd als zwaar jaar. Maar als je het vierde jaar goed doorkomt zal het vijfde ook wel lukken.
Bijna helft scholieren vindt vak wiskunde moeilijkst en meest stressvol - 10 juni '14. Uit onderzoek onder 10.114 scholieren blijkt dat bijna 50 procent van de scholieren het hardste leert voor zijn proefwerk wiskunde. 38 procent van de leerlingen ervaart daarnaast de meeste stress voor het vak wiskunde.
Conclusie: het gymnasium is ongeveer 10-15% moeilijker dan het atheneum. Die 10-15% komt doordat je op het gymnasium 2 (redelijk zware) vakken meer volgt dan op het atheneum. Maar iedereen die atheneum aankunt, zal ook succes hebben op het gymnasium, mits hij/zij hard werkt! Heel veel succes met de middelbare school!
Hangt van je inzet af denk ik. Ik vond VWO5 qua diepgang van de vakken en het tempo waarin de stof erdoorheen werd gejaagd, moeilijker dan VWO4.
„Vooral de vierde klas havo staat al jaren als probleemklas bekend. Daar blijven de meeste leerlingen zitten. Onderzoeken hiernaar hebben nooit keiharde oorzaken aangewezen, maar in de onderwijswereld worden wel steeds dezelfde verklaringen genoemd.”
Er wordt verschillend bericht over het niveau in VWO 4,5 of 6. Het lijkt erop dat vooral leerkrachten benadrukken dat het niveau in het vierde leerjaar toch echt zwaarder is dan in de voorgaande jaren. Laat dat zo zijn, de selectie heeft al in de eerste drie jaren plaatsgevonden.
In 2016 ging 74,8 procent van de vwo-gediplomeerden direct door naar de universiteit. In de periode 2004–2012 schommelde dit percentage rond 71. In de jaren 2013 en 2014 gingen meer geslaagden dan in de jaren daarvoor direct van het vwo naar de universiteit. Dat hangt samen met de invoering van het leenstelsel.
De afkorting havo staat voor Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs en duurt 5 jaar. Qua niveau kun je deze middelbare opleiding zien als op één na hoogste. Daarmee bevindt de havo zich net onder het vwo. Feitelijk gezien kun je dus stellen dat havo makkelijker is dan vwo.
Profielen bovenbouw vwo
Zit een leerling in de bovenbouw van vwo (klas 4, 5 en 6)? Dan kan hij kiezen uit 4 richtingen (profielen):
De plusklas is bedoeld voor leerlingen met een VWO-advies die meer aankunnen en die breed geïnteresseerd zijn. Vaak zitten deze leerlingen op de basisschool al in een plusgroepje en/of krijgen extra uitdaging in de klas. De pluslijn wordt voortgezet in de tweede en derde klas onder de vlag van het gymnasium.
Waarom zou je eigenlijk vwo gaan doen? De meest voorkomende reden om vwo te gaan doen is dat je daarna naar de universiteit kan. Zo wilde Jaimie bijvoorbeeld Sterrenkunde studeren en was Wouts voorkeur Biologie. Er zijn ook leerlingen die het nog niet weten en vwo doen om straks meer keuze te hebben.
Als VMBO-leerlingen hun eindexamen doen, zijn ze normaal gesproken 16 jaar oud. Voor leerlingen in het HAVO geldt dat de meesten het 5e en laatste jaar afronden als ze 17 zijn geworden. Leerlingen die het VWO doen, doen eindexamen in het 6e jaar als ze 18 worden.
Groep 7 wordt wel gezien als het belangrijkste jaar van de basisschool. De moeilijkste stof van rekenen en taal wordt behandeld. Met deze bagage gaan de leerlingen naar groep 8 waar een groot deel wordt herhaald en iets verder uitgediept.
Heel lang stond groep 7 bekend als het moeilijkste jaar van de basisschool. Directeuren werden in die tijd ook geadviseerd om de leerkrachten die didactisch het sterkst waren, in groep 7 (en groep 3) te plaatsen.
Belemmeringen voor de doorstroom havo-vwo
In het havo-profiel cultuur en maatschappij (CM) is wiskunde niet verplicht. Op het vwo maakt wiskunde deel uit van ieder profiel, ook CM. Doorstromers met een CM-profiel zullen dus alsnog examen in wiskunde moeten doen.
Aangezien er nog geen wettelijk doorstroomrecht is, kunnen scholen zelf bepalen welke eisen zij stellen voor toelating van havo-gediplomeerden tot het vwo. Bijna alle scholen met een vwo-afdeling stellen dergelijke eisen.
Wiskunde D is bedoeld als aanvulling en verdieping op wiskunde B. Je krijgt bijvoorbeeld te maken met kansrekening en statistiek, een onderdeel dat niet in wiskunde B zit, maar dat bij veel universitaire studies wel belangrijk is. Een voorbeeld van verdieping is bewijzen.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.
Vmbo: afkorting
vmbo-diploma, vmbo-leerling, vmbo-niveau. vwo-diploma, vwo-leerling, vwo-school. mbo-leerling, mbo-niveau, mbo-stage.
Vwo-leerlingen volgen meer vakken en meer onderwerpen per vak. Dit komt vooral tot uiting in de bovenbouw. In de onderbouw zijn de inhoudelijke verschillen klein en bestaat er een grote overlap in de tussendoelen voor havo en vwo.
Een hogeschool of universiteit kan een student(e) weigeren in te schrijven wanneer deze geen leerkrediet, m.a.w. studiepunten, meer beschikbaar heeft. Daarnaast stelt iedere hogeschool of universiteit bepaalde voorwaarden waaraan een student moet voldoen indien hij ingeschreven wil worden of blijven.
In academische kringen mag een IQ beneden de 117 dan minnetjes klinken, gezien het een feit dat de gemiddelde score binnen een bevolking per definitie 100 is, is iedereen met een score boven de 100 officieel al 'begaafd'. Er is ook genoeg bewijs dat je met een matige score best een eind kunt komen aan de universiteit.
Studenten hebben op de universiteit veel minder colleges (lesuren) dan op de middelbare school. Ze moeten veel zelfstandig doen, ook al krijgen ze lang niet altijd 'huiswerk' mee. Ze moeten op eigen initiatief colleges voorbereiden en daarna met de stof aan de slag gaan. Er is meestal geen aanwezigheidscontrole.
Onder vwo-leerlingen ligt het aantal spijtoptanten het hoogst onder leerlingen met economie 1. Van hen zegt 15% spijt te hebben van de keuze van dat vak. Net als op de havo heeft 15% van de vwo-leerlingen spijt van de keuze van scheikunde.
De wet verplicht VWO-leerlingen om examen te doen in Engels en daarnaast nog minimaal één andere vreemde taal: op het atheneum een 2e moderne vreemde taal (MVT) zoals bijvoorbeeld Frans of Duits, of op het gymnasium Grieks of Latijn.