Un komt voor een mannelijk zelfstandig naamwoord en une voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord. In het meervoud wordt het des.
In het Frans zijn zelfstandige naamwoorden in het enkelvoud altijd mannelijk of vrouwelijk. Bij mannelijke woorden is het 'le' (de/het) of 'un' (een) en bij vrouwelijke woorden is het 'la' (de/het) of 'une' (een).
In het algemeen wordt het meervoud gevormd door een -s toe te voegen aan de enkelvoudsvorm. Dit geldt voor zelfstandig naamwoorden en bijvoeglijk naamwoorden, zowel in hun mannelijke als vrouwelijke vorm.
Woorden als rommel en vee hebben geen meervoud. Bijzonder zijn zelfstandige naamwoorden als rijst, haat, onzin, melk, hout, informatie en aarde, we noemen ze niet-telbaar. Ze komen zelden voor met een onbepaald lidwoord (een rijst zeg je niet) en ze staan zelden in het meervoud.
Je schrijft een woord in het meervoud als je het over twee of meer personen of zaken hebt. Bij één persoon of zaak, staat het zelfstandig naamwoord in het enkelvoud. Je maakt het meervoud door -en, -s of -'s achter het enkelvoud te schrijven.
De algemene regel voor het vragend voornaamwoord welk(e) is dat het geen buigings-e krijgt als het betrekking heeft op een het-woord in het enkelvoud (welk autootje, welk boek), en dat in andere gevallen alleen welke juist is: welke auto (de-woord), welke boeken (meervoud).
Eieren is een vrij uitzonderlijke vorm, omdat het al zo'n oud woord is. Verreweg de meeste Nederlandse woorden hebben een meervoud op -s of -en. Woorden met een meervoud op -eren, zoals eieren, kinderen, runderen en lammeren, zijn allemaal oude woorden.
Na alle telwoorden (op één na) staat het zelfstandig naamwoord in het meervoud: nul boeken, drie lammetjes, duizend deelnemers, enz. De enige uitzondering is één. Het getal nul is vergeleken met de andere getallen een nieuwigheid. Het begrip nul komt in het Nederlands 'pas' voor vanaf het begin van de zestiende eeuw.
De correct gespelde meervoudsvorm is baby's.
Soms kan je aan de uitgang van het woord zien of het mannelijk of vrouwelijk is. Zo zijn bijvoorbeeld woorden die eindigen op -eau altijd mannelijk (zoals 'le bureau'), en woorden die eindigen op -esse altijd vrouwelijk. Kijk daarom altijd naar de uitgang van het woord als je Franse lidwoorden zoekt.
Zelfstandig naamwoorden met het lidwoord 'het' zijn altijd onzijdig. Hiernaar verwijs je met 'het' en 'zijn'. De-woorden zijn daarentegen mannelijk of vrouwelijk. Hiernaar verwijs je respectievelijk met 'hij' en 'hem' en met 'zij' en 'haar'.
betovergrootouders van uw partner; achterneven en achternichten (kleinkinderen van broers of zussen) van uw partner; neven en nichten (kinderen van broers of zussen van ouders) van uw partner; oudooms en oudtantes (oom of tante van ouders) van uw partner.
Er bestaan veel synoniemen voor het woord grootmoeder. Gebruikelijk zijn de termen oma en opoe. Beide zijn afkomstig uit de kindertaal. Het zijn kinderlijke vervormingen van respectievelijk de woorden grootmama en grootmoeder.
' Het meervoud jaren is het gebruikelijkst. hierbij aan. Een aantal jaar is ook juist. Het enkelvoud sluit aan bij combinaties als twee jaar en twintig jaar (en ook bijvoorbeeld drie kwartier en vijf uur).
De tijdsaanduidende zelfstandige naamwoorden kwartier, uur en jaar staan meestal in het enkelvoud na een bepaald telwoord en na hoeveel, zoveel en een paar. Als kwartier, uur en jaar voorafgegaan worden door een onbepaald telwoord, gebruikt u wel een meervoud: enkele uren, vele jaren.
De regel die hierboven in het antwoord wordt gegeven voor woorden met de klemtoon op de laatste lettergreep, geldt uiteraard ook voor woorden met maar één lettergreep: knie/knieën, spie/spieën.