satés (meerv.)
Saté is van oorsprong een Indonesisch en Maleisisch gerecht, bestaande uit drie of meer stukjes geroosterd vlees op een dunne houten spies, meestal van bamboe. De Indonesische naam ervoor is sate (soms ook sateh of satai).
Spreek uit: sâh-tèh
In het Indonesisch en Maleis hebben de meeste woorden een lichte klemtoon op de voorlaatste lettergreep. Zo ook bij saté: de Indische uitspraak is 'sâh-tèh', met tweemaal korte klinkers.
De originele betekenis van saté is een 'houten prikker met stukjes vlees'. Het gaat dus echt om het vlees dat op een bepaalde manier gesneden en geserveerd wordt. In Nederland wordt saté en satésaus nogal eens door elkaar gehaald. Satésaus is de saus op basis van pinda's (geen pindasaus) die erbij wordt geserveerd.
Woorden die op een y eindigen, krijgen in het meervoud alleen een apostrof als de y voorafgegaan wordt door een medeklinker: baby - baby's, maar cowboy - cowboys.
De correct gespelde meervoudsvorm van café is cafés, zonder apostrof. Als een zelfstandig naamwoord eindigt op é, schrijven we de meervoudsuitgang eraan vast. Een apostrof is niet nodig omdat de combinatie niet verkeerd kan worden uitgesproken: logés, attachés, coupés, prostitués.
Saté (sateh, spreek uit: 'SA-teh') is een van oorsprong Indonesisch gerecht: blokjes gemarineerd vlees worden geregen aan spiesjes gemaakt van hout of bamboe. Het vlees wordt gegrild boven houtskool. De naam saté wordt soms ook gebruikt voor de pindasaus die bij de stokjes wordt geserveerd.
Conclusie. Pindasaus en satésaus zijn van oudsher niet hetzelfde - al is dit vooral een puristenkwestie. Pindasaus is een saus op basis van pinda's en met satésaus worden alle sauzen voor bij de saté bedoeld.
Iedereen is dol op sate en heeft wel eens een Kip Sate, Sate Kambing (in Nederland vaak gemaakt van Lams) of een vegetarisch sate'tje gegeten. Wist je dat er 12 populaire soorten sate zijn.
Roosteren op een grill is 't niet. Bij voorkeur wordt saté met een ketjap- of pindasaus geserveerd. Zelfgemaakt om het lekker te laten zijn.
Pindasaus heeft zijn oorsprong liggen in de voormalige kolonie van Nederland in Indonesië. Deze saus is samen met gerechten zoals bami goreng, nasi goreng en kroepoek door de Indische Nederlanders naar Nederland meegebracht. De saus wordt gemaakt van een pasta van gemalen pinda's, oftewel pindakaas.
Beste pindasauzen
Het best uit de test kwam een Verstegen-variant met de naam Kant & Klare Satésaus natriumarm. Het testoordeel voor deze uitschieter is een 9,5 op een schaal van 0 tot 10. Ook Inproba scoort hoogt met de Satésaus kant en klaar. Het rapportcijfer kwam voor deze satésaus uit op een 7,6.
Saté kruiden bestaan uit paprika, ui, knoflook, foelie, gember en chili. Ook zout en peper ontbreken uiteraard niet aan het mengsel. Je voegt 15 gram kruiden toe per kilo vlees.
Satésaus is eigenlijk een verzameling voor meerdere sauzen die je bij de saté kunt eten. Pindasaus daarentegen is gemaakt van pinda's of pindakaas. Maar we bedoelen in Nederland met beide namen eigenlijk dezelfde saus, die in de volksmond omschreven wordt als satésaus.
Gado gado mag dan het bekendste Indische groentegerecht zijn, maar dit minder bekende broertje van de gado gado is wat mij betreft de lekkerste.
Verwarring rond pindasaus of satésaus
Ratu Culinair legt het uit: met saté wordt het vlees op een stokje bedoeld. En dus alle saus die je over de saté giet, is satésaus. Dit kan dus ook ketjapsaus of mayonaise of appelmoes zijn.
Het meervoud van gsm is gsm's. Een afkorting eindigt altijd op apostrof + s, behalve bij afkortingen die eindigen op een s of een x: die krijgen apostrof + en.
Als een verkleinwoord wordt afgebroken aan het eind van een regel, vervalt een van de twee dubbele klinkers of de apostrof: baby'tje - baby-tje, vlaatje - vla-tje, parapluutje - paraplu-tje.
Met 1 kilo kipfilet kun je circa 32-35 stokjes (4 per persoon bij 8 personen) maken.
Het meervoud van iglo is 'iglo's'.