Grootste diafragma staat op de lens, vaak staat er bijv.f/3.5-5.6. Dat betekent grootst diafragma is f/3.5 (als je niet inzoomt) en als je wel inzoomt is grootste diafragma f/5.6. Wel kan je altijd een kleiner diafragma kiezen, dus je kan bijvoorbeeld ook f/11 kiezen.
Een groot diafragma (open lens) wordt aangegeven met een laag of klein f-getal. Een klein diafragma (gesloten lens) wordt aangeduid met een hoog of groot f-getal. Hoe lager het getal, hoe groter het diafragma en hoe kleiner de scherptediepte is. Er is een kleiner gebied scherp.
Alles scherp in beeld willen hebben
Met een klein diafragma wordt een kleine diafragmaopening bedoeld en een groot f-getal. Nu denk je dat je een kleine diafragmaopening moet kiezen van f 16 of f 22 voor de meeste scherpte. Dat is niet zo. De meeste scherpte krijg je door je diafragma tussen f 8 en f 11 in te stellen.
Voordelen van een groot diafragma
Bijvoorbeeld f/1.8, of zelfs f/1.2. Dit betekent dat het diafragma helemaal 'open' staat en er dus veel licht binnenkomt. Dat heeft als voordeel dat je daarmee ook tijdens ingewikkelde (lees: donkere) lichtomstandigheden nog heldere en lichte beelden kunt maken.
Zoals hierboven vermeld, wordt diafragma in je camera aangegeven door een f-waarde. Dit gaat in zogeheten f-stops, waarbij het licht wat de sensor raakt per stop gehalveerd of verdubbeld wordt. Dus bijvoorbeeld: f/4 laat twee keer zoveel licht door als f/5.6, en f/8 laat weer twee keer zo weinig licht door als f/5.6.
Het diafragma kan je op verschillende manieren instellen. Zo staan in de AV-stand (op andere camera's dan Canon is het A-stand) alle andere elementen al ingesteld, en hoef je enkel het diafragma zelf in te stellen. Dus als jij het diafragma hoger zet, dan past de camera de sluitertijd en ISO-waarden daarop aan.
Op een geavanceerde systeemcamera zit er bovenop het toestel meestal een wieltje waarmee je het diafragma bepaalt. Open via het scherm de diafragma-instellingen en kies de waarde die je nodig hebt. Of kies door aan het wieltje te draaien het juiste diafragma.
Omdat er voldoende licht is, volstaat dan een ISO van 100 of 200. Als de zon echter ondergaat dan neemt de hoeveelheid licht snel af. Onze ogen zien dat niet zo, maar de camera des te meer. Als je dan niet op past gaan je sluitertijden rap omhoog en heb je een grote kans op een foto die bewogen is.
Een lens voor portretfotografie heeft meestal een brandpuntsafstand van meer dan 85 mm, zoals de Canon RF 85mm F2 MACRO IS STM. Deze lens is voorzien van een lichtgewicht constructie en 5-stops beeldstabilisatie voor perfecte portretfotografie vanuit de hand.
F-stop is de term die wordt gebruikt om het diafragma in je camera aan te duiden. Het diafragma bepaalt de hoeveelheid licht die door de cameralens valt en wordt gemeten in F-stops. Samen met de sluitertijd en de ISO (lichtgevoeligheid) is het diafragma de derde pijler van de belichtingsdriehoek in de fotografie.
Er is geen gouden regel die altijd werkt, maar je kunt uit gaan van de volgende startpunten: 2 rijen mensen: f/5.0. 3 rijen mensen: f/6.3. 4 rijen mensen: f/8.0.
In de nachtfotografie leeft het diafragma meestal ergens tussen de F/8 en de F/16. Meestal wil je alles scherp op de foto krijgen met een groot scherptegebied. Staat er een voorgrond onderwerp dicht bij, dan zal je richting de F/16 gaan, anders is F/8 een goed uitgangspunt bij een camera met een APS-C sensor.
Maak je een portret van je hond als hij op één meter afstand staat, dan heb je misschien wel diafragma f/8 nodig om zijn hele kop scherp te fotograferen. Staat hij op vier meter afstand, dan lukt dat misschien al met f/2.8.
Het diafragma in de camera is verantwoordelijk voor de hoeveelheid licht die binnenkomt en op de sensor valt. Hoe wijder deze doorgang is, hoe meer licht er binnenkomt.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen: diafragma (zn) : lensopening.
Als je dicht op je onderwerp staat, bijvoorbeeld op minder dan 1 meter afstand, dan ontstaat er weinig scherptediepte in je beeld. Neem je wat meer afstand, dan zul je ook meer scherptediepte in je foto terugzien.
Een objectief met vast brandpunt is populair bij portretfotografen. Ze zijn lichtsterk en hebben over het algemeen een groot diafragma opening die zelfs tot f/1.2 kan gaan. Zo krijg je een mooie scherptediepte en bokeh effect.
Dit is een grote lensopening en dus weinig scherptediepte. Bij groepsportretten kun je beter een kleiner diafragma gebruiken, zoals F11 of F16. Dit stel je het makkelijkst in door in de Av- of A-stand te fotograferen. Hierbij stel je zelf een diafragmawaarde in en kiest je camera een passende sluitertijd.
Afhankelijk van de hoeveelheid licht binnen, gebruik je binnen een ISO waarde van 400 tot ongeveer 800. Ga je buiten in de schemer of het donker fotograferen? Dan gebruik je een ISO waarde tot 1600 of 3200. Kijk uit voor ruis bij ISO waarden vanaf 1600.
Het beste neem je gewoon een lage waarde (ISO100). De camera hoeft niet heel lichtgevoelig te worden ingesteld want dankzij de studioflitsers of daglichtlampen is er meestal licht zat. Een hogere ISO-waarde geeft meer kans op ruis.
Een hoger getal betekent dat de camera lichtgevoeliger is. De ISO-waarde heeft vanzelfsprekend daarmee invloed op de camera-instellingen, zoals diafragma en sluitertijd. Hoe hoger de ISO, des te minder (lang) licht er op de camera hoeft te vallen voor een goed belichte foto en een kloppende belichtingsdriehoek.
Welke sluitertijd moet je kiezen bij beweging? Voor een portretfotografie kun je je camera het beste instellen op 1/250 seconde. Personen bewegen nu eenmaal. Wil je een foto maken van een spelend kind, een sporter of een beweeglijk hier, dan kun je je sluitertijd het beste instellen op 1/1000 tot 1/1250 seconde.
De onderlinge verhouding tussen sluitertijd en diafragma. Hoe groter het diafragma (dus, hoe kleiner diafragmagetal), hoe meer licht er door de lens komt. Hoe sneller de sluitertijd hoe korter er licht op de sensor valt. In die twee zinnen is eigenlijk de onderlinge verhouding tussen sluitertijd en diafragma al genoemd ...
Het diafragma speelt samen met sluitertijd en ISO-waarde in de belichtingsdriehoek een rol bij de belichting van je foto. Daarnaast bepaalt de diafragma-opening hoeveel van je beeld scherp wordt, oftewel de scherptediepte van je foto.