De Franse Revolutie (1789–1799) was een invloedrijke politieke omwenteling waarbij de absolute monarchie die Frankrijk ongeveer twee eeuwen had geregeerd werd afgeschaft en de Eerste Franse Republiek werd opgericht.
Opkomst van de democratie: De Franse Revolutie zette aan tot de opkomst van democratische ideeën, zoals de ideeën van vrijheid, gelijkheid en broederschap. Dit leidde tot de ontwikkeling van constitutionele monarchieën en de oprichting van republieken.
Het begon in 1789 met de bestorming van de Bastille en eindigde in 1799 met de opkomst van Napoleon Bonaparte. Gedurende deze tijd vonden er veel veranderingen plaats in de Franse samenleving, waaronder de afschaffing van het feodalisme, de oprichting van een republiek en de passage van de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger.
Na de revolutionaire dagen van juli 1830 begint Louis-Philippe aan een 18 jaar durende heerschappij. De Revolutie van 1848 luidt de Tweede Republiek in die net als de Eerste uitmondt in een staatsgreep, die van Lodewijk-Napoleon Bonaparte in 1851, waarna het Tweede Keizerrijk (1852-1870) wordt uitgeroepen.
Impact van de Franse Revolutie op de Nederlanden
Einde van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden: De Franse Revolutie leidde tot de oprichting van de Bataafse Republiek in 1795, die in wezen een vazalstaat van Frankrijk was. Dit betekende het einde van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
De Revolutie leidde tot een reeks Europese oorlogen en dwong de Verenigde Staten ertoe een duidelijk neutraliteitsbeleid te voeren om te voorkomen dat ze bij deze Europese conflicten betrokken zouden raken.
De Franse Tijd maakte Nederland tot een moderne staat met een moderne grondwet, een metriek stelsel, Burgerlijke Stand, rechts rijden in plaats van links rijden, et cetera. De Bataafs-Franse Tijd begon in 1795 met de inval van Frankrijk en het vluchten van de stadhouder Willem V naar Engeland.
Wat zijn de belangrijkste oorzaken van de Franse Revolutie? De belangrijkste oorzaak van de Franse Revolutie was de despotische heerschappij van Lodewijk XVI, de verdeling van de Franse samenleving, stijgende prijzen, inspiratie van de filosofen, de rol van de middenklasse .
West-Francië werd het huidige Frankrijk en Oost-Francië het huidige Duitsland. Midden-Francië bestond uit een strook van Nederland tot Noord-Italië. Midden-Francië werd over de jaren heen opgeslokt door Oost- en West-Francië. West-Francië kreeg het Frans als officiële taal en Parijs werd een cultuurcentrum.
De Franse Revolutie was een historische gebeurtenis en inspireerde mensen in heel Europa. Het verspreidde de ideeën van vrijheid, gelijkheid en broederschap en genereerde de geest van nationalisme . Het gevoel van broederschap en eenheid inspireerde mensen. Naties begonnen te worden gevormd door degenen die een gemeenschappelijke geschiedenis deelden.
De Franse Revolutie (1789-1799) was een opstand van het volk, dat zich onderdrukt en uitgebuit voelde, tegen het gezag van de Franse koning. Maar toen het volk eenmaal de macht had overgenomen, oefende het een terreur uit die nog vele malen erger was dan toen de koning het nog voor het zeggen had.
De gevolgen van de revolutionaire omwenteling in Frankrijk in 1830 waren: i De Bourbon-dynastie, die in 1815 werd hersteld, werd omvergeworpen door liberale revolutionairen . ii Er werd een constitutionele monarchie geïnstalleerd met Lodewijk Filips als hoofd.
Op 21 januari 1793 wordt de Franse koning Lodewijk XVI in Parijs onthoofd op de guillotine. Met de bestorming van de Bastille op 14 juli 1789 was de Franse Revolutie uitgebroken en in 1791 werd Lodewijk gevangen genomen. Met zijn dood kwam er een einde aan het absolutistische Ancien Régime.
Revolutie (opstand), een grote opstand van een volk waarbij de oude regering (vaak met geweld) wordt afgezet en vervangen door een nieuwe. Revolutie (verandering), een snelle, ingrijpende verandering.
De Verlichting stond voor de bevordering van de wetenschap en van intellectuele uitwisseling. De propagandisten ervan bestreden het bijgeloof, obscurantisme, misbruik van recht in kerk en staat, intolerantie en kwamen op voor zekere grondrechten. Een lezing van Voltaire in een Franse salon, 1755.
In heel Frankrijk en de rest van Europa waren de gevolgen van de Revolutie enorm. Er waren veel nieuwe ontwikkelingen, waaronder de val van de monarchie, veranderingen in de maatschappij met de opkomst van de middenklasse en de groei van het nationalisme .
De Franse Revolutie begon op 14 juli 1789 met de bestorming van de Bastille-gevangenis in Parijs . Deze gebeurtenis wordt gezien als een symbool van de revolutie en wordt in Frankrijk gevierd als Bastille Day. De Franse Revolutie werd gevoed door ideeën van de Verlichting, zoals vrijheid, gelijkheid en broederschap.
Deze ‘tweede revolutie’ wierp de monarchie omver en resulteerde in de bijeenroeping van een democratisch gekozen Nationale Conventie, die Frankrijk op 22 september 1792 tot republiek uitriep en vervolgens de koning berechtte en executeerde.
De jakobijnen of jacobijnen (Frans: Jacobins) vormden tijdens de Franse Revolutie van 1789 tot 1794 een centralistische, hervormingsgezinde beweging, die zich inzette voor meer sociale rechtvaardigheid, volkssoevereiniteit en de ondeelbaarheid van de Franse Republiek.
Napoleon Bonaparte is een generaal in het Franse leger. In 1799 zet hij de Franse regering aan de kant. Napoleon neemt de macht over in Frankrijk en in alle gebieden die Frankrijk had veroverd, dus ook in Nederland. In 1804 kroont hij zichzelf tot keizer van Frankrijk.
Tot 1795 was Nederland een republiek bestaande uit een federatie van zeven autonome provincies . Tijdens de Franse bezetting werd de Nederlandse Republiek getransformeerd tot een moderne eenheidsstaat, de Bataafse Republiek (1795-1806).
De eerste fase noemen we de "Gematigde fase", hierin stonden de rechten van de mens centraal. De tweede fase noemen we de "Radicale fase" en de derde fase de "Chaotische fase".
Een revolutie of omwenteling is een grote plotselinge verandering. Het is daarmee de tegenhanger van evolutie, of geleidelijke verandering.