In Nederland heeft bijna 40 procent van de 15- tot 75-jarigen een havo- of vwo-diploma of een afgeronde mbo-opleiding op niveau 2, 3 of 4. Deze groep middelbaaropgeleiden is al jaren de grootste groep en blijft door de jaren heen in omvang vrij stabiel.
Van alle 15- tot 75‑jarigen in Nederland had 37 procent in 2023 een mbo- (niveau 2, 3 of 4), havo- of vwo-diploma. Een bijna even groot deel (36 procent) had een opleiding aan het hbo of de universiteit afgemaakt.
RTL Nieuws heeft op basis van de methodiek die voor het landelijke beeld gebruikt is de cijfers per school berekend. Aan elk schoolniveau is een cijfer gegeven. Het gemiddelde cijfer in Nederland was afgelopen schooljaar een 7,79, dit staat gelijk aan een vmbo/havo advies.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
Het voortgezet onderwijs bestaat uit vier verschillende niveaus: het praktijkonderwijs (pro), het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) en het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo).
Het deel van de bevolking met een diploma op middelbaar niveau schommelt de laatste 10 jaar rond de 40%. Het aandeel met een hoger opleidingsniveau is in de afgelopen 10 jaar toegenomen. In 2010 had ruim 20% van de bevolking van 25-64 jaar een hbo-diploma en bijna 12% een universitaire graad (samen ruim 32%).
Vwo bereidt je voor op het wetenschappelijk onderwijs
Het vooroordeel dat gymnasium beter of hoger is dan atheneum klopt niet. Er bestaat geen niveauverschil tussen gymnasium en atheneum.
Havo, mbo, hbo, universiteit? Met een havo- of vwo-diploma of een overgangsbewijs van havo of vwo 3 naar 4 kun je alle mbo-opleidingen op niveau 4 volgen. Met een mbo-diploma niveau 4 word je toegelaten op elke hbo-opleiding. Met een hbo-diploma kun je doorstuderen aan de universiteit.
Van de 15- tot 75-jarigen in Nederland is 37 procent hoogopgeleid. Vooral in de sterk verstedelijkte gemeenten wonen relatief veel mensen met een hbo- of wo-diploma. Ook in de aangrenzende gemeenten ligt dit percentage personen met een hbo- of wo-diploma vaak boven het landelijke gemiddelde.
Laag opleidingsniveau: geen opleiding (lager onderwijs niet afgemaakt), lager onderwijs (basisschool, speciaal basisonderwijs), lager of voorbereidend beroepsonderwijs (zoals ambachtsschool, huishoudschool, lts, leao, lhno, vmbo-b/k) en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (zoals (m)ulo, mavo, vmbo-g/t, mbo-kort, ...
tussen de 156 en 167: vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerweg. tussen de 167 en 173: vmbo kaderberoepsgerichte leerweg en gemengde/theoretische leerweg. tussen de 173 en 180: vmbo gemengde/theoretische leerweg en havo. tussen de 180 en 185: havo en vwo.
Kinderen uit huishoudens met een hoger inkomen krijgen vaker een vwo-schooladvies dan kinderen uit huishoudens met een lager inkomen. Dit geldt daarnaast voor de havo- en havo/vwo-adviezen.
Het Nederlandse onderwijssysteem op het niveau van de basisschool is relatief makkelijk . Verdeeld in acht groepen en verspreid over acht jaar, biedt het de nodige kennis zonder al te veel stress.
'Laagopgeleid' is iedereen die alleen naar de basisschool is geweest, of ten hoogste een vmbo-diploma of een diploma op mbo-1-niveau heeft behaald. 'Hoogopgeleid' is iedere Nederlander met een hbo- of universitair diploma.
Nederlanders gingen in de afgelopen tien jaar steeds vaker naar het hbo of de universiteit. In 2013 had 28 procent van de mensen van 15 tot 75 jaar een diploma van het hbo of de universiteit. In 2023 was dat 36 procent. Het deel met een havo-, vwo- of mbo-diploma nam in dezelfde periode af.
Taalniveau B1 staat voor eenvoudig Nederlands. De overgrote meerderheid van de bevolking begrijpt teksten op taalniveau B1. Ook mensen die geen (hoge) opleiding hebben gehad. Een tekst op B1-niveau bestaat uit makkelijke woorden die bijna iedereen gebruikt.
In Nederland heeft bijna 40 procent van de 15- tot 75-jarigen een havo- of vwo-diploma of een afgeronde mbo-opleiding op niveau 2, 3 of 4. Deze groep middelbaaropgeleiden is al jaren de grootste groep en blijft door de jaren heen in omvang vrij stabiel.
Het afgelopen decennium zijn meer Nederlanders naar het hoger beroepsonderwijs (HBO) of de universiteit gegaan. In 2013 had 28 procent van de 15- tot 74-jarigen een HBO- of universitair diploma, in 2023 was dat aandeel 36 procent.
Het Nederlandse onderwijssysteem behoort nog steeds tot de wereldwijde top. Volgens een nieuw rapport van het World Economic Forum en Mercer is het educatiestelsel in ons land het zevende beste ter wereld. Koploper is met afstand Finland, gevolgd door Canada en Singapore.
Middelbaar opgeleid: het hoogst behaalde onderwijsniveau is middelbaar onderwijs.Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo2), de vakopleiding (mbo3) of de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo4). Laagopgeleid: het hoogst behaalde onderwijsniveau is laag onderwijs.
Met een havodiploma, een vwo-diploma of een mbo 4-diploma kunt u een opleiding gaan volgen aan een hogeschool. Voor toelating tot een universiteit heeft u een vwo-diploma of een propedeuse (eerste jaar) van een hbo-opleiding nodig.
Zonder diploma kun je in principe niet naar het hoger onderwijs. Maar als je aan een van de uitzonderingsregels voldoet, zijn er in sommige gevallen toch mogelijkheden om een opleiding op het hbo te volgen. Je moet in ieder geval een toelatingstoets maken. Ook is je vakkenpakket van de middelbare school belangrijk.
Vwo-niveau High School Diploma
Met een sterk academisch curriculum bedoelen we een extra uitdagend college preparatory curriculum.
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: er is inderdaad een groot verschil tussen het VWO en de universiteit. De verhalen dat de universiteit moeilijker wordt gevonden zijn waar. Uit een poll die werd gedaan onder studenten op de universiteit gaf slechts 10% aan dat de universiteit niet zwaarder is dan het VWO.
Het gymnasium is erg zwaar, zeggen de directeuren van die scholen. Nog zwaarder dan het atheneum, want kinderen krijgen er ook Latijn en Grieks. Niet elke leerling met een vwo-advies kan zoveel vakken aan. Voor sommige kinderen is het beter om gewoon naar het atheneum te gaan.