Fonemisch bewustzijn is het besef dat woorden uit afzonderlijke klanken zijn opgebouwd en dat die klanken gekoppeld kunnen worden aan geschreven letters of lettercombinaties. Het is daarom belangrijk om leerlingen vanaf de start bewust te maken van klanken en hun kenmerken; dat effent het pad voor het leren lezen.
Fonologisch bewustzijn houdt in het kunnen omgaan met klanken. Bijvoorbeeld het opsplitsen van woorden in lettergrepen ('hakken'), het verbinden van lettergrepen tot een woord ('plakken') en het rijmen. Het kind leert naar de vorm van woorden te kijken in plaats van naar de betekenis.
Met auditieve vaardigheden bedoelen we: rijmen, horen van de eerste, middelste of laatste klank in een woord, het hakken (auditieve analyse) en plakken (auditieve synthese) van woorden en verschillen horen tussen klanken/woorden (auditieve discriminatie).
Het vermogen om klanken te herkennen en van elkaar te onderscheiden.
Bij het manipuleren van klanken leren de leerlingen klanken toe te voegen, weg te laten of te vervangen en deze ook te benoemen. Zo kunnen ze bij het woord vis, de /v/ vervangen door /m/ en wordt het woord mis.
Het gemiddeld aantal fonemen per taal is 35. In het Nederlands zijn er ongeveer 40, en het Engels heeft er ongeveer 44.
Een foneem wordt weergegeven door een grafeem. Het Nederlands heeft 34 verschillende fonemen. Om die weer te geven hebben we slechts 26 letters tot onze beschikking. Dat tekort lossen we op door een aantal fonemen weer te geven met een lettercombinatie, bijvoorbeeld de ou, de ei, en de ui.
Mensen met fonologische dyslexie hebben moeite met het koppelen van letters aan klanken van woorden en van woorden in zinnen. En als ze al daarmee moeite hebben, zijn alle verdere stappen in het leren lezen moeilijker en ontstaat er vaak een opeenstapeling van lees-problemen.
Op een speelse manier wordt in de kleutergroepen al gewerkt aan dit 'hakken en plakken' met klanken en lettergrepen en met het herkennen van letters. Naast auditieve vaardigheden zijn ook visuele vaardigheden belangrijk.
Een manier van spellen die aangeeft hoe een woord moet worden uitgesproken. Dit houdt in dat een bepaalde klank altijd wordt weergegeven door dezelfde letter of combinatie van letters.
Het meest effectief is wanneer instructie wordt gegeven in dagelijkse korte en interactieve sessies van tien tot vijftien minuten. Er zou sprake moeten van een duidelijke opbouw in de lessenreeks en de leerkrachten leggen de leerlingen steeds uit wat ze gaan oefenen. Ook worden lesactiviteiten regelmatig herhaald.
Onder auditief geheugen vallen het kunnen waarnemen, verwerken en onthouden van mondelinge informatie. Om gesproken taal te begrijpen moet iemand de betekenisvolle klanken van een taal kunnen onderscheiden en de auditieve patronen herkennen.
Auditieve discriminatie: het verschil horen tussen verschillende klanken. Een m klinkt anders dan een n en de a klinkt anders dan de aa. Auditieve analyse: een woord in stukjes hakken.
De fonetiek onderzoekt de feitelijke realisering van klanken, de fonologie houdt zich bezig met het klanksysteem van een taal. Binnen de taalkunde worden twee disciplines onderscheiden die zich bezighouden met de uitspraak van een taal: de fonetiek en de fonologie.
Het fonologisch principe houdt in dat een kind het woord precies zo opschrijft als hoe hij het hoort. Elke letter in het alfabet staat voor een bepaalde klank. Een voorbeeld is: wanneer je kind het woord ”maan” hoort, schrijft hij de klanken die hij hoort achter elkaar op.
Een probleem met het auditief verwerken van spraakklanken (fonologische verwerking). De auditieve verwerking van klanken levert problemen op. Dat wil zeggen dat de verwerking van spraakklanken in de hersenen niet optimaal verloopt.
Het is een onderdeel van het taalbewustzijn, het vermogen om na te denken over de vorm van woorden, los van hun betekenis. Klankbewustzijn, dat weten we al langer, is een voorspeller voor leren lezen. Door er al op kleuterleeftijd rond te werken, verminder je het risico op latere leesproblemen.
Auditieve synthese is de vaardigheid om losse klanken te verbinden tot één woord (bijv. b-a-l tot bal) en is één van de kerncomponenten van fonemisch bewustzijn, oftewel het besef dat woorden uit losse klanken bestaan.
Auditieve functies worden vaak uitgelegd als “wat we doen met wat we horen”. Oftewel: het verwerken van geluiden, klanken en spraak. Kinderen met AVP hebben vooral moeite met allerlei vaardigheden, benodigd voor het verstaan van mondelinge informatie, terwijl het gehoor goed is.
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv. verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv. ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv. dt-fouten).
Er gaat iets mis in de aanleg van de hersenen waardoor de linker hersenhelft langzamer ontwikkelt dan de rechter helft. Een deel van de informatieverwerking in de hersenen verloopt niet snel genoeg. Verlaagde activiteit in de hersengebieden voor woordherkenning en woordanalyse.
Over de oorzaken van dyslexie is wetenschappelijk geen eenduidigheid, maar duidelijk is, dat meerdere factoren een rol spelen. Dyslexie is een onzichtbare handicap, die in het onderwijs helaas nog steeds voor veel problemen zorgt. Dyslexie gaat niet over, maar speelt een rol in de hele levensloop.
Een grafeem is een letter of combinatie van letters die geassocieerd is met een (1) foneem. Grafemen zijn a, oo, oe, ui, eu enz. Maar ook ch en ng zijn grafemen.
Exemples de graphèmes complexes en français : ‹ au ›, ‹ eau ›, ‹ ou ›, ‹ oi ›, ‹ ch ›, ‹ on ›, ‹ an › et tous ceux impliquant une lettre finale silencieuse tels que ‹ op › dans le mot " te veel ". Voorbeelden van complexe grafemen in het Engels: ‹ea›, ‹ee›, ‹sh›, ‹ch›, ‹ow›, ‹ai›.
Een foneem is het kleinste betekenisonderscheidende element en een morfeem is het kleinste betekenisdragende element op analyseniveau.