Bij veel dieren heeft de staart een duidelijke functie. Veel boombewonende apen hebben een lange staart waarmee ze zich in evenwicht houden als ze van tak tot tak rennen. Vissen en dolfijnen gebruiken hun staart bij het zwemmen. Voor paarden is het meer een harige vliegenmepper en kangoeroes zitten er op.
De hond gebruikt zijn staart om te laten weten hoe hij zich voelt. Zijn staart is zijn communicatiemiddel. Hij gebruikt niet alleen zijn staart maar ook zijn houding en lichaamsgeur dus elkaar besnuffelen en plasjes overal achterlaten. En ook met geluid.
De belangrijkste functies van de staart zijn vliegen verjagen, communiceren en balanceren. Zo zie je koeien en paarden in de wei veelal zwiepen met hun staart om zo de vliegen weg te jagen.
Het staartbeen bestaat uit drie tot vijf, maar meestal vier samengegroeide wervels, de staartwervels, en is met een gewricht aan het heiligbeen bevestigd, dat voor een groot deel uit kraakbeen bestaat en dat in beperkte mate kan bewegen.
Om te beginnen bestaat een staart uit een stabilo en een kielvlak. De stabilo is het horizontale gedeelte van de staart en zorgt ervoor dat het vliegtuig stabiel blijft vliegen. Hierop zit ook het hoogteroer, dit is een beweegbaar onderdeel dat wordt gebruikt om de neusstand van het vliegtuig te veranderen.
Er zouden dus op wereldwijde schaal chemicaliën worden gesproeid vanuit vliegtuigen om de mensen te vergiftigen/rustig te houden/ziek te maken, vandaar de naam chemtrails.
Door de vorm ervan is er een luchtdruk die lager is aan de bovenkant van de vleugels dan aan de onderkant, waardoor deze vleugels naar boven worden getrokken (lift). Als het vliegtuig stil hangt, is er geen luchtstroom over die vleugels, waardoor er geen lift meer is, en het vliegtuig naar beneden valt.
Staren doe je onder andere door vermoeidheid, overprikkeling of stress. Als je moe bent, hebben je ogen moeite met concentreren omdat de oogspieren zich steeds moeten aanspannen om iets scherp te kunnen zien. Bij vermoeidheid kost dit nog meer moeite en ga je staren.
Een stuitje kan breken of verbuigen, vaak als gevolg van een val of een bevalling. Dat levert een hevige pijn op waardoor een patiënt maandenlang niet kan zitten. Volgens Marijke Slieker moet er na een val op de stuit of bevalling waarbij het misgaat met de stuit, snel worden gehandeld.
1. de stuit is het botje dat aan je heiligbeen hangt. Tussen dat heiligbeen en het stuitje zit een gewrichtje. En aan het staartbeentje zit een deel van je bekkenbodem vast. Dat betekent dat als je je bekkenbodemspieren stevig aanspant je staartbeentje naar voren trekt.
Als de oren een beetje slap opzij en naar achter staan, is het paard een beetje doezelig. En wanneer de oren plat in de nek staan kun je maar beter oppassen; het paard is dan erg kwaad en neemt snel maatregelen wanneer iets hem niet bevalt. Deze merrie staat te doezelen.
Door het stoten ontstaat er een letsel van het heiligbeen/ SI-gewricht (het gewricht tussen het heiligbeen en bekken), waardoor de positie van het heiligbeen veranderd. In dit geval zie je dat de staart van je paard zowel in stilstand als in beweging scheef wordt gedragen.
De houding van de staart vertelt veel over hoe de hond zich voelt. Hoe lager en hoe meer aangeknepen (gespannen) de staart is hoe minder de hond op zijn gemak is. Een staart die tussen de benen zit betekent puur angst.
Het couperen van staart en/of oren werd bij veel hondenrassen gedaan, zoals terriërs, dobermanns en bouviers. Vaak uit cosmetische overwegingen en soms om beschadigingen aan lichaamsdelen te voorkomen. Het couperen van de oren bij honden is sinds 1 oktober 1996 in Nederland en sinds 1 oktober 2001 in België verboden.
Een extra kussen kan helpen een goede slaaphouding te creëren (en zo de pijn te verminderen). Zo kan je met een kussen tussen de (geplooide) knieën slapen of met een kussen tegen de rug (bij zijlig) of onder de knieën (bij ruglig). TIP: een borstvoedingskussen kan hier al van pas komen.
Je stuitje kan flink pijn doen nadat je er op gevallen bent, maar stuitpijn kan ook komen door een bevalling. Sommige vrouwen voelen zelfs een knapje als ze aan het bevallen zijn: het stuitje is dan uit de kom geweest waardoor de banden die daar zitten en het kapsel van het gewrichtje pijnlijk zijn.
Ook kan de pijn afkomstig zijn van de omliggende banden en spieren van het bekken of de bekkenbodem. Een scheefstand van het stuitje kan gevolgen hebben voor de totale bewegingsketen van gewrichten en spieren. Als gevolg van de hierdoor verstoorde zenuwprikkeling kunnen ook darm- en blaasproblemen ontstaan.
Staren is inspannend
En die zijn juist essentieel voor goed zicht. Omdat je oogspieren zich zo moeten inspannen is de kans groot dat ze verkrampen. Verkrampte oogspieren verhinderen het soepel aanpassen van je oog aan de afstand waar je kijkt. Bovendien mis je door te staren alles wat om je heen gebeurt.
Naar je smartphone staren
Vaak spannen we ons erg in om de kleine lettertjes op ons scherm te kunnen lezen. Als je dit lange tijd intensief doet, krijg je waarschijnlijk last van pijnlijke en vermoeide ogen. Je kan vermoeide ogen voorkomen door iedere 20 minuten je mobiel even weg te leggen.
Het ontstaan van haarpijn
Te strakke paardenstaarten en haarknotten. Als u het haar regelmatig te strak samenbindt, kan haarpijn ontstaan. Dit is een gevolg van samentrekkende spiertjes die zich in de haarzakjes bevinden. Na verloop van tijd kan hierdoor wel haaruitval ontstaan, tractie alopecia.
Op dit moment is alleen een onbemand prototype gebouwd. Een vliegtuig zonder vleugels kan alleen in de lucht blijven door zich af te zetten tegen de lucht.
Vliegtuigen stijgen dan ook het beste op tegen de wind in. Bijvoorbeeld: Een toestel stijgt op als de lucht met 300 km/h over de vleugels stroomt. Als de wind met 50km/h op de neus blaast van het toestel, dan moet het toestel een grondsnelheid creëren van 250km/h om voldoende lift te hebben voor het stijgen.
Omdat lucht die zich sneller verplaatst een lagere druk heeft, is de luchtdruk onder de vleugel groter dan erboven. Deze druk duwt de vleugel omhoog en veroorzaakt 'opwaartse kracht' of de 'lift' waardoor een vliegtuig in de lucht blijft.