Een discussie is een vorm van bespreking, zoals een gesprek of andere vorm van communicatie, tussen twee of meer partijen over een bepaald onderwerp, waarbij de partijen elkaar van een bepaald standpunt proberen te overtuigen.
In de discussie beschrijf je kort de belangrijkste resultaten, hoe ze gerelateerd zijn aan eerdere bevindingen en wat de resultaten betekenen voor de onderzoeksvraag uit de inleiding (wat is je conclusie?).
Als je discussieert, verschil je van mening met een ander en wil je die persoon overtuigen van de juistheid van jouw standpunt. Beide partijen gebruiken argumenten om hun standpunt te verdedigen. Een belangrijk verschil met een betoog is dat je direct op elkaars argumenten moet reageren.
In de discussie ga je dieper op de resultaten van je onderzoek in. Je interpreteert de resultaten en laat daarmee zien dat je objectief op je eigen onderzoek kunt reflecteren. Het discussiehoofdstuk komt vaak na de conclusie in je scriptie.
Het doel van de discussie:
De conclusie van je scriptie heeft tot doel het beantwoorden van je hoofdvraag. In de discussie ga je vervolgens dieper op deze getrokken conclusie in: je gaat proberen de resultaten van je onderzoek nader te verklaren.
Een discussie is een vorm van bespreking, zoals een gesprek of andere vorm van communicatie, tussen twee of meer partijen over een bepaald onderwerp, waarbij de partijen elkaar van een bepaald standpunt proberen te overtuigen.
In je discussie ga je in op de conclusies die je onderzoek heeft opgeleverd door je resultaten te interpreteren. Je kijkt hierbij of deze voldoen aan je verwachtingen en je beschrijft de beperkingen en eventuele implicaties van je onderzoek. Daarnaast doe je aanbevelingen voor vervolgonderzoek.
Zodra je de conclusie hebt afgerond, kun je de discussie schrijven. In de discussie kun je de resultaten interpreteren, bespreek je beperkingen van je onderzoek en geef je aanbevelingen voor vervolgonderzoek. Hierna kun je de aanbevelingen die uit je onderzoek volgen opschrijven in een apart hoofdstuk.
De sleutel om een discussie te winnen is niks meer dan in staat zijn om goede argumenten en punten naar voren te brengen. Wat zeker niet helpt is om je gesprekspartner keer op keer duidelijk te maken die hij/zij 'het verkeert ziet'. Je gesprekspartner voelt zich daardoor aangevallen.
Tips voor het begeleiden van een discussie zijn bijvoorbeeld: Spreek de betekenis van de woorden stelling, feit, mening en argument goed door met de leerlingen. Oefen regelmatig het bepalen van de hoofdgedachte van een tekst. Leer leerlingen om voorbeelden te geven bij hun argumenten.
Generaliseerbaarheid. Onderzoekers analyseren een specifiek deel van de werkelijkheid en doen hier uitspraken over. Ze willen dat deze uitspraken gelden voor een zo groot mogelijke groep personen of situaties. Dit noem je generaliseerbaarheid.
De belangrijkste onderdelen zijn de validiteit van je onderzoek, of je verwachtingen juist waren, of er beperkingen zijn en wat als eventueel vervolgonderzoek kan dienen.
Je moet je resultaten met externe criteria vergelijken door te kijken naar de concurrentievaliditeit en predictieve validiteit. Je moet aangeven in hoeverre de testomstandigheden overeenkwamen met de dagelijkse praktijk. Je moet aantonen dat je correct geredeneerd hebt en dat je resultaten valide (correct) zijn.
discussie (zn) : bonje, disharmonie, heibel, herrie, kif, kift, kwestie, mot, onaangenaamheden, onaangenaamheid, onenigheid, onmin, onvrede, ruzie, stront, trammelant, twist, twistgesprek. discussie (zn) : bespreking, debat, dispuut, gedachtewisseling, gesprek, woordenstrijd, woordenwisseling, redekaveling.
'Zet in je agenda dat je per dag drie uur aan je scriptie gaat werken. Niemand kan zich acht uur lang concentreren, dus de hele dag vrijhouden hoeft niet. Met die drie uur kun je er even voor gaan zitten en daarna weer iets anders doen.
Een discussie is vaak niet veel langer dan anderhalve pagina. Dit is natuurlijk ook afhankelijk van de lengte van je onderzoek. In verhouding tot je onderzoek is je discussie meestal twee keer zo lang als je conclusie.
Elke discussie verloopt volgens een vast patroon. Tijdens de opening opent de voorzitter de discussie en heet de deelnemers welkom. Hierna worden het onderwerp en de stelling van de discussie benoemd. Als de deelnemers weten wat het doel van de discussie is, kan het woordenspel pas echt beginnen.
Je kunt op twee dingen terugkijken: het onderzoek dat je hebt gedaan – dit wordt meestal de 'discussie' genoemd; datgene wat je hebt geleerd van het hele scriptieproces – dit heet meestal de 'reflectie'.
Gesloten vragen zijn vragen die je met name goed kunt inzetten om te achterhalen wat iemand concreet weet of vindt: de ander namelijk in de antwoordmogelijkheden. Dit maakt gesloten vragen vaak waardevol om bijvoorbeeld feiten te controleren. Gesloten vragen beginnen met een persoonsvorm.
Een brede maatschappelijke discussie is een discussie over een maatschappelijk onderwerp, die in principe met de gehele bevolking gevoerd wordt.