Simpel: met een klein kwastje! Hiermee kun je namelijk het stuifmeel van de ene mannelijke bloem voorzichtig opvangen bij de meeldraden, en vervolgens aanbrengen op de stamper van de vrouwtjesbloem.
Bestuiving is de overdracht van stuifmeelkorrels vanuit de helmdraad naar de stamper van een bloem. De stuifmeelkorrels bevatten de mannelijke geslachtscellen, in de stamper zitten één of twee eicellen. Door middel van bestuiving komen de mannelijke cellen bij de eicellen en is er een kans op bevruchting.
Typische bestuiving gebeurt wanneer de ene plant stuifmeel geeft aan een andere plant. Een van de planten moet het mannelijke seksorgaan hebben dat bekend staat als de meeldraad. De andere plant moet het vrouwelijke geslachtsorgaan hebben dat bekend staat als de stamper.
Bestuiving is het overbrengen van pollen (zaad) naar een stamper van een bloem waar dan bevruchting plaatsvindt. Deze bestuiving gebeurd bij fruitbomen ook door de wind, maar het belangrijkste deel gebeurd door insecten, waaronder bijen. Bij het zoeken naar nectar bezoeken ze vele bloemen en verspreiden zo stuifmeel.
Zet je een goede bestuivende appelboom, zoals een James Grieve, tussen jouw andere appelbomen, dan kan hij zowel zichzelf als de andere bomen bestuiven.
Als een bloem zichzelf bestuift, dan noemen we dat zelfbestuiving. Komt het stuifmeel terecht op een andere bloem van dezelfde soort, dan is dat kruisbestuiving. Komt het stuifmeel terecht op een bloem van een andere soort, dan is dat geen bestuiving.
Een bij bezoekt ongeveer 100 bloemen per foerageervlucht. Dit doet hij met een snelheid van maximaal 30 kilometer per uur. Met tien foerageervluchten per dag komt dit neer op 1.000 bloemen.
Wanneer wij de bestuiving bij bloemhoudende planten beschouwen, dan is de eerste soort die ons voor de geest komt: de honingbij, Apis mellifera. Nochtans zijn er ook andere insecten die een belangrijke rol spelen bij de bestuiving van bloemplanten.
Bestuiving is belangrijk voor de voortplanting van de planten. Stuifmeelkorrels bevatten de mannelijke zaadcellen en deze moeten terecht komen op de stempel van de stamper waar de vrouwelijke eicellen aanwezig zijn. Het vruchtbeginsel is het onderste deel van de stamper van de bloem.
Neem een stengel waar nog geen bloemknop aan zit en knip deze af op ongeveer vijftien centimeter. Verwijder de onderste bladeren van het stekje, laat ongeveer een derde van het blad zitten. Steek de stengel in stekpoeder en zet hem in een potje met stekgrond. Druk de grond rond het stekje goed aan.
De meeste appelrassen hebben een bestuiver van een ander ras nodig, maar deze andere boom hoeft er niet direct naast te staan - een afstand tot 100 meter is meestal prima.
Hoewel zelfs een zelfbestuivende soort betere en meer vruchten draagt met een bestuiver van een ander ras ernaast. Niet-zelfbestuivende soorten hebben absoluut een bestuiver nodig, maar wel van een ander ras (kruisbestuiving)!
Antwoord: Meer dan 50% van alle bloeiende planten op de wereld wordt voornamelijk door bijen bestoven.
Zelfbestuiving komt frequent voor bij orchideeën, zoals bij wespenorchissen en bosvogeltjes.
Kruising. Als de gewenste eigenschappen aanwezig zijn in verschillende planten, kan de veredelaar proberen deze in één plant te verenigen door de twee ouderplanten te kruisen. Vervolgens selecteert de veredelaar de nakomelingen.
Het gevaar van het uitsterven van bestuivers
Bijen en andere insectenbestuivers zijn immers essentieel voor ons ecosysteem en onze biodiversiteit. Een vermindering van bestuivers betekent dat veel plantensoorten mogelijk zullen verdwijnen, samen met andere organismen die direct of indirect van hen afhankelijk zijn.
Wat kun je zelf doen om de bijen te helpen
Vermijd spuitbussen, korrels, kakkerlak- en mierenlokdozen, houtverf, vlooienbanden of vliegenvangers waar neonicotinoïden in zitten. Koop zoveel mogelijk biologische zaden en planten. Zet bloemen in je tuin of op je balkon waar (wilde) bijen op af komen.
Zorg voor voldoende bloemen: maai je gras wat minder vaak, leg een bloemborder aan, zaai een bloemenweide, plant bloembollen of kies voor inheemse struiken en bomen die veel bijen aantrekken. Ook in je moestuin, kruidentuin, op je balkon of op een groendak kan je heel wat doen om onze wilde bijen te helpen.
De beste bijenplanten hebben open bloemen met veel nectar en stuifmeel. Bijen zijn bijvoorbeeld verzot op kattenkruid, en hommels op vingerhoedskruid. Ook kruiden zijn een geweldige voedselbron, vooral de bloemen van bieslook, rozemarijn, tijm, salie en pimpernel. Oregano bevat de meeste stuifmeel en nectar.
Ook darren kun je wel eens slapend buiten de kast aantreffen. Haalbijen slapen daarbij volgens een dag (wakker) en nacht (slapen) ritme, waarbij ze s 'nachts langere perioden achter elkaar slapen. Thuisbijen hebben zo'n ritme niet. Waarschijnlijk omdat ook hun taken dag en nacht door gaan.
nee bijen kunnen gepolariseerd licht zien, daardoor weten ze waar de zon staat overdag zelf als het zwaar bewolkt is. 's nachts hebben de bijen net als wij geen idee.
Zodra de bij rondkruipt in een mannelijke bloem komen er stuifmeelkorrels op de rug. Vol stuifmeel zoekt de bij naar een vrouwelijke bloem, daar zoekt hij ook nectar. Terwijl ze dat doet blijft een deel van het stuifmeel kleven aan de stamper van de vrouwelijke bloem. Dit noemen we bestuiving.
De Natuur tracht op alle mogelijke manieren zelfbestuiving, dat is 't komen van stuifmeel van een bloem op den stempel van diezelfde bloem te voorkomen. Daartoe wordt 't stuifmeel overgebracht door den wind en door de insecten.
Stuifmeel heeft een zeer goede werking bij: bloedarmoede, astma, bronchitis, hooikoorts, vermoeidheid, leveraandoeningen, darmklachten, acné, nervositeit, enz. Stuifmeel is gezond en goed voor jong en oud. Er is geen enkel natuurlijk kant-en-klaar product waar zoveel essentiële voedingsstoffen in zitten als stuifmeel.