In de wiskunde worden de woorden 'domein' en 'bereik' gebruikt: • het domein is de verzameling van alle mogelijke invoerwaarden; bij functie ð is het domein de verzameling van alle reële getallen; • het bereik is de verzameling van alle mogelijke uitkomsten: bij func tie ð is het bereik alle reële getallen ℝ groter dan ...
In de wiskunde is het bereik van een functie de verzameling van alle voorkomende functiewaarden. Het bereik wordt soms ook het beeld of het beeld van het domein van de functie genoemd.
Het bereik wordt berekend door de laagste waarde van de hoogste waarde af te trekken.
Het bereik van een functie bestaat uit alle functiewaarden. Dat betekent dat het bereik bestaat uit alle waarden van y waarvoor ook een x-waarde is. Het bereik is dus het interval op de y-as. Voor het domein geldt dat voor elke x-waarde een y-waarde moet zijn.
Om het bereik van een functie f te kunnen bepalen je een goed beeld van de grafiek van f nodig. Daarbij zijn de toppen van een grafiek vaak van belang. In een top heeft de functie een maximum (grootste functiewaarde) of een minimum (kleinste functiewaarde). Het bereik van functie f wordt aangegeven door Bf.
In wiskunde representeert een functie een gedefinieerde relatie tussen een onafhankelijke variabele (x) en een afhankelijke variabele (y). Het bereik van een functie verwijst naar alle mogelijke waarden die y zou kunnen zijn. De formule om het bereik van een functie te vinden is y = f(x) .
De letter R is waarschijnlijk Roaming.
Van grafiek naar formule
De lijn gaat door een gegeven punt van de y-as en een ander punt. Omdat nu het snijpunt op de y-as gegeven is, weet je het getal b in de formule: y = ax + b. Met behulp van het andere gegeven punt van de lijn kun je nu de richting van de lijn bepalen (de richtingscoëfficiënt).
Voor het domein en bereik van de functie geldt Df=R D f = ℝ en Bf=[0,→⟩ B f = [ 0 , → 〉 . Als n positief en oneven is, dan is de grafiek stijgend voor elke waarde van x (behalve bij x=0 ) en puntsymmetrisch in (0,0) .
Eén methode is om analytisch op te lossen voor y (output) in termen van x (input), en dan de mogelijke waarden van y te bepalen op basis van de waarden van x in het domein . Een andere benadering is om calculustechnieken te gebruiken, zoals het vinden van afgeleiden, om het gedrag van de functie te bepalen, wat inzicht kan geven in het bereik ervan.
Het bereik zegt iets over de spreiding van je data tussen de laagste en de hoogste waarde in je dataset. Deze maat is het makkelijkst te berekenen. Je kunt het bereik bepalen door de laagste waarde van de hoogste waarde af te trekken. Voorbeeld: Bereik Je hebt 8 waarden voor Groep A.
In de wiskunde bestaat het domein van een relatie tussen twee verzamelingen uit de elementen die als eerste element in de koppels van de relatie voorkomen. Het domein van een afbeelding of functie is het definitiegebied van de functie, dus de verzameling waarop de functie gedefinieerd is.
De opgaven bij Wiskunde A zijn vaak verhaaltjessommen, toegepast op situaties die je in het echte leven tegenkomt. Over het algemeen wordt wiskunde A als makkelijker ervaren dan wiskunde B, al verschilt dit ook weer per persoon.
Onder Domeinen worden in de loop der eeuwen in het algemeen verstaan de eigendommen van een hoogste machtshebber in een bepaald gebied. Aanvankelijk was dat een landsheer, graaf of ambachtsheer, bij een opkomende staatsvorming vaak overgaand op de gewestelijke Staten en later op de nationale staat.
Bij een functie kun je een tabel maken en een grafiek tekenen. De invoerwaarden komen op de horizontale as, de x-as. De uitkomsten heten functiewaarden.
Het bereik van een polynoom hangt af van zijn graad n . Voor n = 0 en voor de nulpolynoom is het bereik de singleton {a0}. Voor n even en positief is het bereik een halfoneindig interval van de vorm [ymin, ∞) als een > 0 en een halfoneindig interval van de vorm (−∞, ymax] als een < 0.
Een x die zorgt dat f ( x ) = 0 f(\orange{x}) = 0 f(x)=0, noemen we een nulwaarde.
Verticale asymptoten
Dat kan je doen door te kijken voor welke x de noemer van de breuk gelijk is aan 0. Delen door 0 is namelijk niet mogelijk, want dan wordt de breuk oneindig groot. Bij een formule als y = 2x-3/3x-6 kan je de verticale asymptoot bepalen door 3x -6 = 0 op te lossen.
Als de grafiek een lineaire relatie heeft, is het een rechte lijn met een bijbehorende lineaire functie. De standaardfunctie behorend bij een lineair verband is y = ax + b, waarbij a het hellingsgetal en b het startgetal (ook wel de beginwaarde genoemd) is.
Om een vergelijking grafisch weer te geven met behulp van de helling en het y-snijpunt, 1) Schrijf de vergelijking in de vorm y = mx + b om de helling m en het y-snijpunt (0, b) te vinden. 2) Teken vervolgens het y-snijpunt. 3) Beweeg vanaf het y-snijpunt omhoog of omlaag en naar links of rechts, afhankelijk van of de helling positief of negatief is.
De richtingscoëfficiënt kun je berekenen met de volgende formule: rc= Δy ÷ Δx. rc is de richtingscoëfficiënt, Δy is het verschil op de y-as en Δx is het verschil op de x-as.
Het bereik van een functie is de verzameling van zijn mogelijke uitvoerwaarden . Bijvoorbeeld, voor de functie f(x)=x2 op het domein van alle reële getallen (x∈R), is het bereik de niet-negatieve reële getallen, die kunnen worden geschreven als f(x)≥0 (of [0,∞) met behulp van intervalnotatie).
Roaming is een telefonieterm. Als u zich in een gebied bevindt waar uw eigen mobiele telefoonprovider niet actief is, schakelt uw telefoon over naar een 'bevriend' netwerk. U kunt door roaming blijven bellen, sms'en en internetten.
Het bereik is het aantal mensen dat wordt bereikt met een advertentie, website of uitgave. De term wordt in traditionele marketing veel gebruikt als wordt gesproken over kranten en tijdschriften.