Sociaal leven: meer contacten krijgen, iets zinvols doen. Psychisch functioneren: meer zelfvertrouwen en/of meer structuur krijgen. Alledaagse vaardigheden (ADL): weer zelfstandig dingen kunnen doen, zoals in het huishouden, met het eten, zelf wassen, aankleden, uitkleden, kousen aantrekken, douchen, boodschappen doen.
Er zijn grofweg drie manieren om aan de zelfredzaamheid van een cliënt te werken. De motivatie van de cliënt versterken, de cliënt weer leren dingen zelf te doen (een stoma verzorgen, dingen zelf regelen) of de omgeving aanpassen (inzet van hulpmiddelen, aanpassen van de woning).
Zoals in de inleiding al vermeld staat gaat het Rode Kruis uit van drie factoren die zelfredzaamheid beïnvloeden. Dit zijn de factoren risicobewustzijn, kennis en vaardigheden en netwerk. Het vergroten van ten minste één van deze factoren leidt tot een grotere zelfredzaamheid.
Eigen regie is: het vermogen om je eigen leven en noodzakelijke ondersteuning te regelen en het praktische vermogen om jezelf te redden in lichamelijk, sociaal en psychisch opzicht.
Doel van zelfredzaamheid
Cliënten zelf meer regie/invloed krijgen/blijven hebben over hun eigen leven; • Het welzijn en de kwaliteit van het leven van cliënten wordt vergroot; • Cliënten zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen; • Cliënten hun eigenwaarde (terug)krijgen; • Cliënten meer zelfvertrouwen krijgen.
Waarom zou ik vanuit zelfregie werken? Ten eerste, omdat werken vanuit zelfregie mensen in een kwetsbare situatie helpt bij het vinden van eigen oplossingen. Juist in deze situaties is het voeren van de eigen regie belangrijk. Eigen beslissingen nemen, betekent zoveel mogelijk grip op de situatie houden.
Zelfredzaam is: aan- en uitkleden, zelf eten en drinken, zindelijkheid etc. Zelfstandigheid is het zelf op onderzoek uitgaan, zelf oplossingen zoeken en om hulp vragen, jezelf als drive ervaren en inzetten.
Onder sociale redzaamheid verstaan we het vermogen en de vaardigheden die nodig zijn om jezelf te kunnen redden in het leven en in de samenleving. Voorbeelden van vaardigheden op het gebied van sociale redzaamheid zijn: weten wat je aantrekt als je naar een verjaardag gaat.
Wat is zelfredzaamheid? Zelfredzaamheid is kortweg het vermogen om jezelf te kunnen redden. Baby's en kleine kinderen zijn nog niet zelfredzaam: zij kunnen nog niet voor zichzelf zorgen. Ze moeten nog geholpen worden met eten en drinken, aankleden, badderen enzovoort.
Zelfredzaamheid staat op de horizontale as en zelfregie op de verticale as. Mensen die zelfredzaam zijn én zelf de regie hebben worden getypeerd als de 'onafhankelijken'. Mensen die hulpafhankelijk zijn, maar wel de regie hebben, worden getypeerd als de 'organisatoren'.
Zelfredzaamheid = het individuele vermogen om handelingen die mensen in het gewone leven verrichten, zelfstandig te kunnen doen. Samenredzaamheid =het collectieve vermogen om handelingen te kunnen doen, die mensen in het gewone leven zonder professionele inmenging verrichten.
Tussen de 16 en 27 jaar doorlopen jongeren een fase waarin we steeds meer zelfstandigheid en zelfredzaamheid van hen verwachten. Ze gaan zelfstandig wonen, hun eigen geld verdienen en moeten steeds meer beslissingen zelf nemen. Bij ongeveer 85% van de jongeren lukt dat wel, met de hulp van ouders en vrienden.
Doelen kunnen eigenlijk overal over gaan: lichamelijk, geestelijk, leefstijl, dagelijks leven, sociale leven, omgaan met de ziekte en omgaan met de omgeving (zowel de fysieke omgeving als de sociale omgeving). In feite gaat het om de open vraag: wat is nu je situatie en wat zou je willen bereiken?
Een kind is in eerste instantie nog niet zelfredzaam en moet met alles geholpen worden. De ontwikkeling van zelfredzaamheid is een proces, waarbij het kind steeds meer dingen zelfstandig kan doen. Het is belangrijk de zelfredzaamheid van kinderen te ontwikkelen, omdat het kinderen een competent gevoel geeft.
Zelfredzaamheid legt de nadruk op zelfstandig functioneren en zelf doen. Zelfmanagement legt de nadruk op zelf bepalen en kwaliteit van leven.
Wensen en behoeften ouderen
De wensen en behoeften van ouderen liggen op verschillende levensdomeinen en zijn heel divers. Ouderen vinden het belangrijk om mobiel te blijven zodat ze zelfstandig kunnen blijven wonen, onafhankelijk kunnen blijven en (sociale) activiteiten kunnen blijven ondernemen.
Zelfstandigheid is een van de belangrijkste eigenschappen die je kinderen mee kunnen geven. Het besef dat je jezelf wel redt, wat er ook gebeurt, is de basis. Kinderen die hun problemen zelf leren oplossen, maken hun eigen vrijheid zo groot mogelijk. Het maakt kinderen slim, trots, zelfverzekerd en actief.
Pubers moeten de kans krijgen om zelf beslissingen te nemen. Als ouder kun je je kind geleidelijk meer verantwoordelijkheid geven, eerst bij minder belangrijke zaken, later bij grotere dingen. Geef je puber vanaf de brugklas de verantwoordelijkheid voor school en het huiswerk.
Autonomie wordt gebruikt als synoniem voor zelfredzaamheid. Zelfredzaamheid is het vermogen om algemene dagelijkse levensverrichtingen zelfstandig uit te voeren zoals zichzelf verzorgen, eten, omgaan met geld … .
Om de zelfregie van mensen te vergroten, is het belangrijk dat zij zelf richting geven aan hun leven. Juist voor mensen die een beroep op anderen moeten doen voor steun bij zelfredzaamheid of participatie, is het belangrijk om de mogelijkheden voor zoveel mogelijk zelfregie te verkennen.
✓ Een beroep doen op eigen kracht is niet 'regel het zelf maar', maar samen met de cliënt in kaart brengen wat zijn moge- lijkheden en die van zijn netwerk zijn. Daarna volgt pas het gesprek hoe hij deze mogelijkheden kan benutten. ✓ Geef de cliënt zeggenschap, maak hem mondig.
Psychosociale zelfredzaamheid is het vermogen tot sociaal optreden in de dagelijkse situaties in het leven. Denk hierbij aan situaties in huis, tijdens het winkelen, in relatie met vrienden en vriendinnen of op je werk bij collega's.