De havo is vijfjarig, maar kent dezelfde profielen als het vwo, met vaste, profielgerelateerde en vrij te kiezen vakken. De profielen bereiden vooral voor op het hoger beroepsonderwijs. Het vmbo is vierjarig. Deze opleidingsvorm heeft vier leerwegen, in meerdere mate theoretisch of juist beroepsgericht.
Dit is opgedeeld in 3 niveaus: ASO (algemeen secundair onderwijs), TSO (technisch secundair onderwijs) of KSO (kunst secundair onderwijs) en BSO (beroeps secundair onderwijs).
Het Atheneum in Vlaanderen
Een Atheneum is een school van het GO! - Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap voor algemeen secundair onderwijs (ASO, voorheen ook humaniora genoemd). Een Technisch Atheneum (TA) is een school voor technisch secundair onderwijs (TSO) en/of beroepssecundair onderwijs (BSO).
We vergelijken het Diploma van Secundair Onderwijs in de richting Technisch Secundair Onderwijs (TSO) met een vwo-diploma, soms een havodiploma met beroepsgerichte vakken. Let op: meestal is het aandeel algemeen vormende vakken groot en vergelijken we het diploma in de richting TSO met een vwo-diploma.
De havo bereidt leerlingen voor op een studie in het hoger beroepsonderwijs (hbo). De havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs) duurt 5 jaar.
Mbo niveau 4 is het hoogste niveau binnen het middelbaar beroeps onderwijs (mbo).
De grootste inhoudelijke verschillen in het programma tussen havo en vwo zitten in het extra leerjaar voor het vwo, de hoeveelheid stof en de manier waarop de stof onderwezen wordt. Vwo-leerlingen volgen meer vakken en ook zijn daar meer onderwerpen per vak. Dit komt vooral tot uiting in de bovenbouw.
Het vwo bestaat uit twee opleidingen: het gymnasium en het atheneum. Beide opleidingen hebben hetzelfde niveau, duren allebei zes jaar en bereiden je voor op het wetenschappelijk onderwijs (WO), de universiteit. Het belangrijkste verschil tussen de twee opleidingen is dat je op het gymnasium Grieks en Latijn leert.
Het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) bereidt leerlingen voor op een studie aan de universiteit. Het vwo duurt 6 jaar.
Het vwo is een onderwijssoort in het voortgezet onderwijs, die vooral bedoeld is als voorbereiding op het wetenschappelijk onderwijs. Het vwo heeft zes leerjaren. In de bovenbouw (leerjaren 4, 5 en 6) kan gekozen worden uit vier profielen.
Het secundair onderwijs volgt op het basisonderwijs. De meeste kinderen volgen het voltijds secundair onderwijs. Het voltijds secundair onderwijs is opgedeeld in 3 graden.
Een leerling volgt van zijn zesde tot en met zijn twaalfde levensjaar primair onderwijs op een basisschool. De lagere school bestaat uit zes leerjaren. In het laatste jaar haalt de leerling een getuigschrift basisonderwijs waarmee het naar het eerste leerjaar A van het secundair onderwijs gaat.
Het hoger beroepsonderwijs omvat opleidingen op niveau 5 van de Vlaamse kwalificatiestructuur . De opleidingen bereiden voor op het uitoefenen van een beroep. Zij situeren zich qua niveau net onder de professionele bachelor.
Een 'diploma secundair onderwijs' en een 'getuigschrift hoger secundair onderwijs' zijn gelijkwaardig. De term 'getuigschrift hoger secundair onderwijs' werd gebruikt tot begin jaren 1990. Nadien werd de term veranderd naar 'diploma secundair onderwijs'. Beide geven de leerling recht tot hoger onderwijs.
Je kunt al starten met een mbo-opleiding als je een overgangsbewijs van havo 3 naar havo 4 hebt. En je houdt zicht op een hbo-diploma: als je je mbo-diploma hebt gehaald, kun je doorstromen naar het hbo.
Havo staat voor hoger algemeen voortgezet onderwijs. Deze opleiding duurt vijf jaar en bereidt leerlingen voor op het hoger beroepsonderwijs (hbo). Het tempo en niveau ligt hoger dan op het vmbo. Leerlingen moeten zelfstandig werken, lezen en schrijven en er wordt veel huiswerk gegeven.
De afkorting havo staat voor Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs en duurt 5 jaar. Qua niveau kun je deze middelbare opleiding zien als op één na hoogste. Daarmee bevindt de havo zich net onder het vwo. Feitelijk gezien kun je dus stellen dat havo makkelijker is dan vwo.
Minister Slob (Basis- en voortgezet onderwijs) gaat de wet wijzigen om ervoor te zorgen dat havo-scholieren het recht krijgen om door te stromen naar het vwo. Zo krijgt iedere leerling met potentie een eerlijke en gelijke kans om door te stromen. Op dit moment hanteren scholen verschillende toelatingseisen.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.
Het voortgezet onderwijs kent vier niveaus: vmbo, havo, vwo en praktijkonderwijs. Leerlingen worden in het voortgezet onderwijs voorbereid op het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), het hoger beroepsonderwijs (hbo) of het wetenschappelijk onderwijs (wo).
Conclusie: het gymnasium is ongeveer 10-15% moeilijker dan het atheneum. Die 10-15% komt doordat je op het gymnasium 2 (redelijk zware) vakken meer volgt dan op het atheneum. Maar iedereen die atheneum aankunt, zal ook succes hebben op het gymnasium, mits hij/zij hard werkt! Heel veel succes met de middelbare school!
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
A2 is de oude benaming voor het huidige 'diploma secundair onderwijs'. Hoewel de benaming al officieel werd afgeschaft in de 70-er jaren, wordt deze nog veel gebruikt. Benaming voor een intussen niet meer bestaand onderwijsniveau, namelijk Lager Secundair Technisch. De term wordt soms nog gebruikt bij vacatures.
' Maar dat de kwaliteit van het Vlaamse onderwijs hoger is dan het Nederlandse is een mythe, zo blijkt uit een onlangs verschenen OESO-rapport. Heb je als werkende ouders jonge kinderen, dan ben je wat betreft de kinderopvang en de voor- en naschoolse opvang in Vlaanderen stukken beter af dan in Nederland.