Van noodweer is sprake wanneer u zich hebt verdedigd tegen een ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding van uw of andermans lichaam, seksuele eerbaarheid, of goederen. Elke burger heeft in beginsel het recht om zichzelf of een ander te verdedigen tegen een 'aanranding' door een ander.
Noodweer of legitieme verdediging is in het strafrecht het geweld dat ongestraft gebruikt mag worden om een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding jegens eigen of anders lijf tegen te gaan. In sommige jurisdicties kan ook het beschermen van eigen eer en goederen onder noodweer vallen.
Noodweer is verdediging in een situatie, waarin men onverhoeds wordt aangevallen en waarin alleen zelfverdediging agressie kan afweren.
Je gaat dan in je noodweer te ver, maar je doet dat onder invloed van een hevige emotie. Je kunt dan voor de rechter een beroep doen op 'noodweerexces'. Als de rechter dat beroep terecht vindt, zal hij geen straf opleggen.
Volgens de Nederlandse wet mag je jezelf verdedigen wanneer je wordt aangevallen door een belager. Wordt er gepast geweld gebruikt om de aanval te stoppen, dan valt dat onder zelfverdediging. Toch blijkt in de praktijk dat deze zelfverdedigingswet niet zo recht-toe-recht-aan is als het lijkt.
Noodweer als zelfverdediging is in Nederland vastgelegd onder artikel 41 van het Wetboek van Strafrecht. Dit artikel stelt dat het toepassen van geweld als ānoodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanrandingā niet strafbaar is.
Als de aanrander in zijn recht staat zoals wanneer een bevoegd politieambtenaar iemand wil aanhouden, is noodweer daartegen niet mogelijk. Noodweer tegen iemand B die zelf handelt in noodweer is niet mogelijk, immers hij B is daartoe gerechtigd. Zijn aanranding is niet wederrechtelijk.
Onder putatief noodweer wordt verstaan het geval dat een verdachte bij vergissing in de veronderstelling verkeert dat hij zich moet of mag verdedigen tegen dreigend gevaar. Een beroep op putatief noodweer(exces) slaagt als de verdachte verschoonbaar heeft gedwaald ten aanzien van het bestaan van een noodweersituatie.
Er moet sprake zijn van een noodweersituatie. De grenzen van de noodzakelijke verdediging zijn overschreden (intensief, extensief of tardief) Die overschrijding moet het gevolg zijn geweest van een hevige gemoedsbeweging (woede, angst, vrees, radeloosheid, etc.) die het gevolg is geweest van de aanranding.
Wel moeten ze āaannemelijkā worden. Ook hier geldt dus dat er (getuigen)bewijs moet zijn als je een beroep op noodweer wilt doen. Als je in een vechtpartij verzeild bent geraakt en je hebt uit zelfverdediging van je afgeslagen dan is het dus belangrijk om namen en adressen van getuigen te achterhalen.
Er is sprake van wettige verdediging of noodweer wanneer een persoon ter verdediging van zichzelf of van een ander, een onrechtmatige aanval afweert door middel van slagen, verwondingen of doodslag.
Het beste antwoord. "Burgerarrest Burgers die (bijvoorbeeld) een overvaller of een inbreker op heterdaad betrappen, mogen deze persoon aanhouden, maar daarbij geen onnodig geweld of wapens gebruiken. (burgerarrest) Doen zij dat wel, dan maken zij zich schuldig aan eigenrichting en dat is strafbaar.
Noodweer is een strafuitsluitingsgrond die is opgenomen in art. 41 van het Wetboek van Strafrecht. Bij noodweer gaat het tegelijkertijd om zelfverdediging als om rechtsordeverdediging tegen een wederrechtelijke aanval.
Overmacht als noodtoestand
Hierin staat dat iemand niet strafbaar is als hij een feit heeft begaan waartoe hij door overmacht is gedrongen. Overmacht als noodtoestand is dat u enerzijds de plicht heeft om de wet na te leven en anderzijds heeft u de plicht om een hulpbehoevend persoon bijstand te verlenen.
Het moet gaan om: zeer prangende en acute omstandigheden. en een drang waaraan door de verdachte geen weerstand kon worden geboden (psychologische toetsing) en waaraan ook geen weerstand behoefde te worden geboden (normatieve toetsing)
Putatief definities
strafrecht: verkeerde voorstelling van zaken; een handeling die strafbaar lijkt, maar in feite niet strafbaar is.
De klassieke rechtvaardigingsgronden zijn overmacht, noodweer, handelen ter uitvoering van een wettelijk voorschrift en handelen ter uitvoering van een bevoegd gegeven ambtelijk bevel.
Het Wetboek van Strafrecht (Sr) onderscheidt twee categorieƫn strafuitsluitingsgronden: rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden. Voor het opleggen van een straf dient (onder meer) het feit strafbaar te zijn. Rechtvaardigingsgronden zijn gronden die de strafbaarheid van het feit wegnemen.
affect = heftige gemoedsbeweging, zoals angst, vrees of woede. Affect is afgeleid van het Latijnse woord affectus = ziekelijke toestand.
Schulduitsluitingsgronden en rechtvaardigingsgronden zijn beide strafuitsluitingsgronden. De wettelijke schulduitsluitingsgronden zijn: ontoerekeningsvatbaarheid, overmacht, en noodweerexces, uitvoering van een wettelijk voorschrift, en een onbevoegd gegeven ambtelijk bevel.
Of je een inbreker mag slaan hangt af van twee rechtsbeginselen: noodweer en noodweerexces. Noodweer wordt in het Wetboek van Strafrecht uitgelegd als het gebruiken van geweld voor 'de noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding.
Ook het opzettelijk toebrengen van pijn (denk aan een harde duw of een klap met de vlakke hand) kan onder een mishandeling vallen. Uit de rechtspraak volgt bovendien dat ook āeen hevige onlust veroorzakende gewaarwordingā mishandeling kan opleveren.