Hoelang duurt een longitudinaal onderzoek? Longitudinale onderzoeken kunnen weken, maar ook tientallen jaren duren, omdat je dezelfde participanten op meerdere tijdstippen test. Over het algemeen nemen ze minimaal een jaar in beslag. Daarom is dit type onderzoek vaak minder geschikt voor scripties.
Longitudinaal onderzoek - waarbij dezelfde mensen, bedrijven, landen of andere eenheden worden gemeten op twee of meer tijdstippen - biedt unieke kansen om stabiliteit en verandering in de tijd te onderzoeken.
Cross-sectionele onderzoeken zijn vaak minder duur en minder tijdrovend dan andere soorten onderzoek. Je kunt nuttige inzichten verkrijgen in de eigenschappen van een populatie. Ook is het mogelijk om correlaties vast te stellen die je in een vervolgonderzoek kunt onderzoeken.
In een dwarsdoorsnede-onderzoek (Engels: “cross-sectional study”) wordt van alle deelnemers in het onderzoek op hetzelfde moment de blootstelling en de aanwezigheid van een ziekte vastgesteld en onderzocht of er een samenhang tussen blootstelling en ziekte is.
Longitudinale onderzoeken zijn heel handig om de juiste volgorde van gebeurtenissen vast te stellen. Ook kun je veranderingen door de tijd heen onderzoeken en krijg je inzicht in oorzaak-gevolgrelaties. Helaas zijn longitudinale onderzoeken over het algemeen wel duurder en tijdrovender dan andere soorten onderzoek.
Het vermogen om nauwkeurig en secuur te werken is van essentieel belang tijdens het doen van onderzoek, maar is daarnaast ook van belang voor andere taken die je uitvoert. Met een goed oog voor detail zul je belangrijke informatie niet snel over het hoofd zien en maak je minder snel fouten.
Samenvatting. Cross-sectioneel onderzoek, ook wel correlationeel onderzoek genoemd, is onderzoek waarin onderzoekers, op één bepaald tijdstip één situatie of aspect observeren. Er is geen sprake van een interventie, noch van randomisatie.
Toewijzing door middel van randomisatie betekent dat iedere aan het onderzoek deelnemende persoon evenveel kans heeft om in één van de onderzoeksgroepen terecht te komen. De verdeling in groepen gebeurt meestal aan de hand van 'random numbers'.
Dwarsdoorsnede: de doorsnede over de breedte.
Correlationeel onderzoek wordt gebruikt om de relatie tussen twee (of meer) variabelen te onderzoeken zonder dat de onderzoeker de variabelen manipuleert of controleert. Het is een niet-experimentele variant van kwantitatief onderzoek, waardoor je geen causaliteit kunt vaststellen.
De transversale analyse, of periodeanalyse, verstrekt informatie over de gebeurtenissen in de loop van een bepaalde observatieperiode. De onderzochte periode is een burgerlijk jaar. Het gaat over een analyse van de stock, de in- en uitstroom van zaken tijdens het geanalyseerde burgerlijke jaar.
Golven zijn op te delen in twee soorten: Longitudinaal en transversaal. In een longitudinale golf staan de trillingsrichting en de voortplantingsrichting (de richting van de snelheid) van de golf parallel. In een transversale golf staan de trillingsrichting en de voortplantingsrichting juist loodrecht op elkaar.
Beschrijvend onderzoek verzamelt kwantificeerbare informatie die kan worden gebruikt om statistische gegevens af te leiden voor uw doelgroep via gegevensanalyse. Daarom heeft dit type onderzoek gesloten vragen, waardoor de mogelijkheid om unieke inzichten op te leveren minder groot is.
Bij statistisch onderzoek zoek je antwoorden op een vraag die een grote groep betreft en die je alleen kunt krijgen door gegevens (data) te verzamelen van een deel van die groep.
Steekproeftrekking (sampling) = data verzamelen van een selectie van cases uit de populatie. Steekproef (sample) = de geselecteerde cases die je wilt gaan onderzoeken.
Bij observationeel onderzoek wil de onderzoeker de bestaande situatie niet veranderen, maar enkel beschrijven en vastleggen. Voorbeelden hiervan zijn patiënt-controleonderzoek, transversaal (=dwarsdoorsnede) onderzoek en cohortonderzoek.
In een prospectief cohortonderzoek worden groepen mensen geïdentificeerd voordat ze tekenen van ziekte vertonen en in de tijd gevolgd. In retrospectieve cohortonderzoeken worden daarentegen gegevens gebruikt die al zijn verzameld (mogelijk gedurende langere tijd) voor andere doeleinden.
Wat is een correlatie? Een correlatie laat zien of er een verband is tussen twee of meerdere variabelen. Een correlatiecoëfficiënt kan de richting van het verband (positief, negatief) laten zien en geeft ook aan hoe sterk het verband is. Een positieve correlatie betekent dat beide variabelen samen toenemen of afnemen.
Om na te gaan of je onderzoek betrouwbaar en valide is, moet je nagaan of je met de onderzoeksmethoden hebt gemeten wat je wilde meten (dus je validiteit) en of wanneer je het onderzoek herhaalt dat je dezelfde resultaten behoudt (betrouwbaarheid).