Goodwill is de (onzichtbare) meerwaarde van een bedrijf. Sommige dingen kunt u precies berekenen, zoals de inventaris en voorraad. Maar aan andere zaken kunt u moeilijker een prijskaartje hangen.
Een van de meestgebruikte methodes om de goodwill uit te rekenen is door de overwinst uit te rekenen. U berekent dit door de winst van de afgelopen 3 jaar te vermenigvuldigen met factor naar keuze tussen de 3 tot 5. De rentabiliteit van de afgelopen drie jaar wordt hierbij als startpositie gehanteerd.
Er is sprake van goodwill op het moment dat de waarde van een bedrijf hoger is dan de huidige waarde op de balans. Dat kan komen door bijvoorbeeld een onderscheidend product, een sterke merknaam, een groot klantenbestand of deskundigheid.
Het gaat daarbij om de goede naam van uw praktijk waardoor er structureel meer winst kan worden gemaakt. Zakelijke goodwill heeft effect op de waarde van uw praktijk. Een opvolger profiteert van deze goede naam en van de goedlopende organisatie. Dat is dus geld waard.
Het is vaak een onderhandelingsproces, waarbij verschillende partijen verschillende belangen hebben en ieder zijn eigen voorkeur heeft voor de te hanteren methodiek. Een veelgebruikte manier om goodwill te berekenen is kijken naar de winst over een aantal jaren en deze dan te vermenigvuldigen met een factor 3 tot 5.
De afschrijving op betaalde goodwill op aandelen is namelijk fiscaal niet aftrekbaar. Bij een activa/passivatransactie kan de koper wel afschrijven op de gekochte goodwill. Bij een activa/passivatransactie verkrijgt de koper een fiscaal voordeel en heeft de verkoper een fiscaal nadeel.
Als uw opvolger een bedrag voor goodwill betaalt, dan ziet de Belastingdienst dit bedrag als een onderdeel van de stakingswinst. Hierover moet u belasting betalen. De koper kan de goodwill afschrijven van de brutowinst waardoor die laag blijft.
Goodwill is het extra bedrag dat wordt betaald bij een bedrijfsovername boven de waarde van de activa minus de schulden (het 'zichtbare eigen vermogen'). In de meeste gevallen zal een bedrijf worden verkocht voor een hoger bedrag dan dit eigen vermogen, omdat de prijs is gebaseerd op de verwachte toekomstige inkomsten.
Bedrijfswaarde berekenen op basis van vuistregels
In de praktijk van het midden- en kleinbedrijf wordt het gebruik van vuistregels (ook wel multiples genoemd) veel toegepast om de waarde van een onderneming te bepalen. Het gaat daarbij om formules als: 5 x de nettowinst. 0,75-1,5 x de jaaromzet.
Bij de verkoop van een eenmanszaak, een maatschap, een vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap ben je inkomstenbelasting verschuldigd tegen het tarief van box 1 (maximaal 52 procent). Bij een besloten vennootschap betaalt u inkomstenbelasting tegen het tarief van box 2 (26,25 procent).
De afschrijving is per jaar maximaal 20% op de aanschafkosten van het bedrijfsmiddel. Voor goodwill geldt een percentage van maximaal 10%.
Dus bij de waardering van de eenmanszaak moeten we ook kijken naar naar de overwinst die deze onderneming genereert. Stel, er is een winst uit de onderneming van €110.000. Dan wordt voor de waardering van de eenmanszaak gebaseerd op 4 of 5 maal die winst, dus zo'n €450.000 tot €550.000.
Badwill is het tegenovergestelde van goodwill. Er ontstaat badwill wanneer men een prijs voor de onderneming betaalt die onder de balans- of boekwaarde van de onderneming ligt. Badwill wordt ook wel negatieve goodwill genoemd.
Als een BV aandelen in een andere BV aankoopt dan is veelal ook sprake van goodwill. Deze goodwill is dan echter onderdeel van de aankoopprijs van deze aandelen en is derhalve niet aftrekbaar.
Als een ondernemer zijn onderneming overdraagt, kan de overnemende ondernemer alleen de zakelijke goodwill in aanmerking nemen. De persoonlijke goodwill is namelijk gekoppeld aan de vorige ondernemer en niet aan de onderneming. Persoonlijke goodwill is niet overdraagbaar en is onlosmakelijk verbonden met de ondernemer.
Voor de meeste investeringen geldt een maximale afschrijving van 20 procent per jaar. U schrijft de kosten dus in minimaal 5 jaar af. Voor goodwill geldt een percentage van maximaal 10 procent per jaar.
Houdt er rekening mee dat je toch wel minimaal 30% tot 40% van een Overnamesom zelf zult moeten inbrengen. Daarnaast zul je kosten moeten maken om tot de overname te komen, denk daarbij aan kosten van de adviseurs, accountant voor het boekenonderzoek, jurist voor de overeenkomsten en ook de notariskosten.
Vuistregels voor bedrijfswaardering
Veelgebruikte vuistregels zijn: 5 tot 8 keer de nettowinst. 3 tot 5 keer EBITDA.
De 'Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortization' (EBITDA) De EBITDA is een maatstaf voor de brutowinst minus de aftrek van overheadkosten van een bedrijf.
Nederlandse jaarrekeningen. Ook in een Nederlandse balans tref je goodwill onder de 'immateriële vaste activa' aan.
Goodwill (of tegenovergesteld badwill) ontstaat in de meeste gevallen slechts bij een overname en wordt binnen de financiële wereld beschouwd als de meerwaarde (of minderwaarde) van een onderneming ten opzichte van het aanwezige Eigen Vermogen.
Wanneer een totale horecaonderneming wordt overgedragen bestaande uit inventaris, inrichting, goodwill en voorraad, mag er geen omzetbelasting in rekening worden gebracht bij de overdracht.
Ondernemers met een eigen vennootschap betalen in de eerste plaats vennootschapsbelasting op hun bedrijfswinst. Sinds 2020 bedraagt het basistarief van die belasting 25%. Kleine en startende vennootschappen genieten trouwens een verlaagd tarief van de vennootschapsbelasting op hun winst tot € 100.000.
Goodwill in de horeca kent vele definities maar is het best te omschrijven als het verschil tussen de waarde van de inventaris/huurderbelang en de waarde van het geheel bij verkoop op de markt. Goodwill is ook wel te omschrijven als de contante waarde van de overwinst van de onderneming.
EBITDA geeft het kasgenererend vermogen van een onderneming weer en is daarmee dus een indicatie van de vitaliteit van het bedrijf. EBITDA staat voor Earnings Before Interest, Tax, Depreciation and Amortisation. Oftewel: winst vóór aftrek van rentekosten, belastingen, afschrijving en afboekingen.