Behandeling. Bij epilepsie proberen we de aanvallen te voorkomen door de hersencellen minder gevoelig te maken voor prikkels. Dit kan met medicijnen, de zogenaamde anti-epileptica. De keuze voor een bepaald anti-epilepticum hangt af van het type aanvallen, het soort epilepsie en de onderliggende oorzaak.
Bijvoorbeeld als je in bad gaat of gaat zwemmen. Zorg dat er dan in ieder geval iemand in de buurt is. Vermijden van gevaarlijke situaties; zoals vissen aan de waterrand, hoog klimmen in een klimrek, alleen fietsen naar school. Alledaagse situaties kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen met epilepsie.
De aanvallen verdwijnen vanzelf naarmate kinderen ouder worden. Rolandische epilepsie stopt altijd. Bij 20 procent van de kinderen die absence epilepsie heeft, gaat dit later over in een andere vorm van epilepsie.”
Veel epilepsiepatiënten kunnen factoren benoemen die volgens hen epilepsieaanvallen uitlokken. Stress, vermoeidheid en flikkerend licht zijn de belangrijkste. Naast de bekende voorspellers 'beginleeftijd' en 'type epilepsie' zijn ook 'aura's' en 'prodromen' geassocieerd met uitgelokte aanvallen.
Slaaptekort verhoogt het risico van epilepsieaanvallen. Werkbelasting en stress te beperken. Stimulerende middelen zoals koffie, alcohol, drugs en lawaai te mijden.
En Glut1-deficiëntie? Ik legde uit dat deficiëntie een soort ziekte is die je hebt. Het heeft met suiker in je hersenen te maken, dat dat niet helemaal goed gaat en dat je daar epilepsie van kunt krijgen of aanvallen. Het probleem zit in de suiker, die komt niet in je hersenen.
Een aanval kan komen door spanning, stress en slaaptekort. Meestal is er geen duidelijke aanleiding. Het is niet mogelijk om na één aanval te zeggen of u epilepsie heeft. Vraag de mensen in uw omgeving goed op te letten als u weer een aanval krijgt.
Hoewel het zeldzaam is, kan een heftige epileptische aanval ook tot hersenschade leiden. Bij langdurige aanvallen (status epilepticus) die meer dan 30 minuten duren kan schade aan de hersenen ontstaan.
De aanvallen hebben een psychische oorzaak, zoals spanning, overbelasting of een trauma. Net als hartkloppingen of een hoge bloeddruk kun je PNEA zien als een uiting van emoties of spanningen.
De meeste mensen met epilepsie slikken medicijnen tegen de aanvallen. Als die niet helpen, word je soms geopereerd. Ook zijn er behandelingen mogelijk. Bij ongeveer 70% van de patiënten helpen medicijnen om de aanvallen te voorkomen.
Het hebben van epilepsie hoeft absoluut geen reden te zijn om continue iemand in de nabijheid te moeten hebben. Wel is er altijd dreiging dat er een epilepsie aanval komt opzetten op het moment dat niemand aanwezig is om assistentie te verlenen.
Heeft u al een rijbewijs en heeft u een epileptische aanval gehad? Dan moet u 6 maanden aanvalsvrij zijn voordat u weer mag rijden. Heeft u twee of meer epileptische aanvallen gehad, dan moet u 12 maanden aanvalsvrij zijn voordat u weer mag rijden. Na die periode vult u een Gezondheidsverklaring in bij het CBR.
Epilepsie leidt niet bij iedereen tot gedragsproblemen, gedragsproblemen komen ook voor zonder epilepsie en gedragsproblemen bij epilepsie kunnen ook voorkomen bij mensen zonder een verstandelijke beperking. Tenslotte is er niet veel bekend over probleemgedrag voorafgaand aan, tijdens of na een aanval.
Welk aanvullend onderzoek is mogelijk om epilepsie vast te stellen? Om de oorzaak van epilepsie te vinden is er na een EEG vaak extra onderzoek nodig. Bijvoorbeeld een CT- of MRI-hersenscan. Daarmee kunnen afwijkingen in de hersenen worden opgespoord die de epilepsie veroorzaken.
Alhoewel het op elke leeftijd kan voorkomen en ontstaan, begint het meestal op jonge leeftijd (voor of rond het 20e levensjaar). In Nederland hebben ongeveer 20.000 kinderen epilepsie. Sommige vormen van epilepsie komen alleen op de kinderleeftijd voor en gaan weer over bij het ouder worden.
Als je op een eeg niks ziet, wil dat nog niet zeggen dat je geen epilepsie hebt. Als je epilepsie hebt, heb je bij een eerste eeg maar ongeveer 50% kans om die epileptische fenomenen te vangen. Dan kun je nog eens het eeg herhalen, dat gebeurt ook vaak.
Er zijn verschillende soorten aanvallen bij epilepsie. De één is bewusteloos, valt en gaat schokken. De ander voelt vreemde tintelingen of hoort vreemde geluiden. Of iemand staart een korte periode voor zich uit en reageert niet.
In eerste instantie moeten omstaanders proberen ervoor te zorgen dat een persoon met een epileptische aanval zich geen pijn doet (en zich bijv. niet stoot aan scherpe voorwerpen of deuren). Bij een eerste aanval of een langdurige aanval (>5 minuten) moeten steeds de hulpdiensten (112) verwittigd worden.
Sommige kinderen hebben 's nachts continu epileptische activiteit in hun hersenen, terwijl ze overdag slechts zelden of nooit epileptische aanvallen hebben. Deze vrij onzichtbare vorm van epilepsie wordt het ESES syndroom genoemd. Als gevolg hiervan ontwikkelen kinderen vaak leer- en gedragsproblemen.
In geval van epilepsie is aangetoond dat bij een uitgebalanceerde vetrijke voeding met weinig koolhydraten het lichaam overschakelt op vetverbranding waardoor ketonen ontstaan. Dit zogenoemde ketogeen dieet kan een positieve invloed hebben op de epilepsie.”
Als je jarenlang veel aanvallen hebt, kan het geheugen minder goed gaan werken. Dat risico is groter bij mensen met epilepsie die aanvallen hebben door een hersenbeschadiging. De kans op geheugenstoornissen is groter als de aanvallen ontstaan vanuit de temporaalkwab ook wel slaapkwab genoemd.
Een gewone aanval duurt doorgaans maximaal 4 minuten en gaat vanzelf over. Duurt de aanval langer dan 5 minuten, dan noemt men dit een langdurige epileptische aanval. Een status epilepticus is een aanval die langer dan 10 minuten aanhoudt. Het herstel na een gewone epileptische aanval is meestal volledig.