Een belangrijk fundament van pedagogisch handelen is dat men kan observeren en reflecteren. Docenten moet leerlingen werkelijk (willen) zien en in de gaten hebben welke boodschap ze afgeven. Dat vraagt goed kijken, empatisch luisteren, een attitude waarbij men ook kijkt naar zichzelf en het eigen aandeel in de relatie.
Leerkrachtgedrag hierbij kenmerkt zich o.a. door luisteren, beschikbaar zijn voor het kind, zich kunnen verplaatsen in gevoelens en de kenmerken van het kind, vertrouwen stellen, afspraken maken en nakomen, stelling nemen in woord en daad tegen racisme, discriminatie en pesten en rekening houden met behoefte aan ...
Een goed pedagogisch klimaat kenmerkt zich door vaste regels en structuur en geeft daardoor voorspelbaarheid en rust. Vaste afspraken, regels en routines, duidelijke verwachtingen, heldere structuren en kaders zorgen voor voorspelbaar leerkrachtgedrag. Leerlingen weten waar ze op kunnen rekenen.
Een goed pedagogisch klimaat heeft veel invloed: zowel op het welbevinden en de leerprestaties van leerlingen, als op het welbevinden en het werkplezier van leraren. Als leraar heb je een belangrijke rol in het bouwen en versterken van een gezond pedagogisch klimaat binnen de klas.
Het gaat om het bieden van emotionele ondersteuning; om het respecteren van de autonomie van kinderen; om het stellen van grenzen; om praten en uitleg geven; om het stimuleren van de ontwikkeling en het begeleiden van interacties tussen kinderen.
Het handelen van de pedagogisch professional is afgestemd op de interesse, de belevingswereld, het ontwikkelingsniveau en de toestand van de kinderen. Ieder kind ontvangt zodoende ontwikkelkansen op maat, waardoor de ontwikkeling zo optimaal mogelijk verloopt.
3 Wat is pedagogisch tactvol handelen? Wie pedagogisch tactvol handelt, oordeelt niet over leerlingen, houdt hoge verwachtingen ten opzichte van de leerlingen en benadert de leerlingen positief.
Didactiek gaat over het professioneel handelen van de leraar. Het is de theorie van kennisoverdracht, aanleren van vaardigheden en inzicht. Daarbij staat de vraag centraal hoe de leraar ervoor zorgt dat de leerling leert.
Uitgangspunten. De pedagogische benadering is gebaseerd op het geloof in de rechtstreekse morele invloed van lectuur. Men gaat ervan uit dat kinderen de morele normen uit hun boeken overnemen: van boeken die de juiste normen bevatten, worden ze een beter mens; door verkeerde lectuur worden ze bedorven.
Zo dien je als pedagoog empathisch te zijn, goed te kunnen luisteren én in staat te zijn om je te verplaatsen in de situatie en de belevingswereld van het kind. Door actief te luisteren, vragen te stellen en wat het kind heeft gezegd terug te koppelen, voelt een kind zich gezien en gehoord.
Luisteren, vertrouwen bieden, optreden als het echt nodig is, uitnodigende omstandigheden creëren, het goede voorbeeld zijn, uitdagen en ondersteunen zijn belangrijke pedagogische voorwaarden voor het ontstaan van goede relaties. Kinderen willen laten zien wat zij kunnen en zichzelf als effectief ervaren.
Bij pedagogiek wordt er breder gekeken naar hoe kinderen worden opgevoed, hun ontwikkelingsfases en wat de relatie is tussen het kind en zijn omgeving. Pedagogische vaardigheden zijn bijvoorbeeld het kind ondersteunen in zijn ontwikkeling, het bieden van emotionele ondersteuning en het aangeven van grenzen.
Positieve betrokkenheid. Deze pedagogische vaardigheid dient actief en oprecht van de leerkracht uit te gaan. De leerkracht toont blijvend belangstelling voor de leerling achter het gedrag en zegt hem zo dat hij er mag zijn in de klas en in de school. Het gaat hier dus om aansluiting, interesse, binding.
competenties en eigenschappen van kinderbegeleiders
kindvriendelijk bent. kinderen goed aanvoelt. duidelijk communiceert. flexibel bent.
Als pedagogisch medewerker moet je in staat zijn om je boodschap op een heldere en begrijpelijke manier over te brengen, maar ook om goed te kunnen inspelen op de behoeften van anderen. Door goed te luisteren naar de kinderen en hun ouders, kun je immers beter begrijpen wat er speelt en waar de behoeften liggen.
De pedagogisch medewerker is verantwoordelijk voor de dagelijkse opvang, ontwikkeling en verzorging van een groep kinderen in een kindercentrum. De doelgroep en soort opvang kan verschillen, zoals bijvoorbeeld kinderdagverblijven, buitenschoolse, tussenschoolse en/of naschoolse opvang.
De belangrijkste taak van de pedagogisch medewerker is ervoor zorgen dat uw kind zich veilig voelt in de groep. Daarbij worden alle ontwikkelingsaspecten van het kind in de gaten gehouden, zowel op motorisch als op sociaal-emotioneel vlak.
De pedagogische medewerkers bieden verschillende activiteiten aan (gericht spel) waar de kinderen aan mee kunnen doen, zoals knutselen, muziek maken, voorlezen, poppenkast, enzovoort. Deze activiteiten sluiten doorgaans aan op het thema waar mee gewerkt wordt.
Spelen met de kinderen; Het plannen en organiseren van activiteiten; Contact (onder)houden met ouders/verzorgers; Er voor de kinderen zijn wanneer zij hulp of een luisterend oor nodig hebben.
Pedagogische activiteiten in een kinderdagverblijf
Een tedere en zorgzame houding tegenover de allerkleinste is een pedagogische activiteit die een levenslange invloed heeft op het kind. Er moet naast opvoeden en verzorgen ook gekeken worden naar de verbale capaciteiten.
Er zijn verschillende pedagogische stromingen waarop visies op kinderopvang vaak gebaseerd zijn: de reformpedagogiek, geesteswetenschappelijke pedagogiek, empirisch-analytische pedagogiek en de kritisch emancipatorische pedagogiek.