1 Beslisruimte kan bestaan in de vorm van beoordelingsruimte of beleidsvrijheid. Van een gebonden bevoegdheid wordt gesproken indien het bestuursorgaan niet over beleidsvrijheid beschikt. Een gebonden bevoegdheid kan dus wel samengaan met beoordelingsruimte en zelfs beoordelingsvrijheid.
Beoordelingsvrijheid. Bij beoordelingsvrijheid draait het om de vraag of aan de voorwaarden voor rechtmatige uitoefening van een bevoegdheid in een concreet geval is voldaan en daarmee of het bestuur bevoegd is.
Van beleidsruimte is sprake als het bestuursorgaan vrij is om al dan niet van een bevoegdheid gebruik te maken. In de wettekst wordt gebruikgemaakt van de woorden "kan" en "is/zijn bevoegd" om aan te geven dat sprake is van beleidsruimte.
Van 'objectieve' beoordelingsruimte is dan sprake als de normcondities weliswaar ruimte laten voor verschillende oordelen, maar deze ruimte niet bedoeld is als vrijheid voor het bestuur. De rechter dient in dat geval tot een integrale toetsing over te gaan.
Beschikt een bestuursorgaan over beoordelingsruimte, dan betekent dit dat het bestuursorgaan vrijheid heeft bij de beoordeling van wettelijke criteria, ook wel normcondities genoemd. 1 Deze normcondities zijn bepalend voor de vraag of van een bepaalde bestuursbevoegdheid gebruik mag worden gemaakt.
Marginale toetsing is het voorleggen van een uitspraak van De Geschillencommissie door één van de partijen aan de rechter. Voor zo'n procedure is het doorgaans wel noodzakelijk een advocaat in te schakelen.
Het specialiteitsbeginsel
Dat beginsel zorgt ervoor dat het openbaar bestuur in speciale gevallen waarvoor wet- of regelgeving is vastgesteld, alleen het specifieke belang behartigen waarop die wet- of regelgeving zich richt.
Het toekennen van een bevoegdheid aan een bestuursorgaan houdt vrijwel steeds in dat het bestuursorgaan beslissingsruimte krijgt: ruimte om te bepalen of en hoe een besluit moet worden genomen. Die ruimte kan heel groot zijn als het bestuursorgaan vrijheid wordt geboden,.
Normconditie: de omstandigheden waaronder de bevoegdheid geldt of toepasbaar is.
Vaak wordt een zodanige beslissingsruimte door de wetgever zelfs bewust toegekend, bijvoorbeeld om het bestuur de mogelijkheid te geven rekening te houden met de omstandigheden van elk individueel geval. Daardoor kunnen doelmatigheid en flexibiliteit van het bestuursoptreden worden vergroot.
Een terughoudende toetsing wordt dan opgevat als een toetsing niet van de uitkomst van de belangenafweging, maar van de wijze van totstandkoming.
met de vrijheid om zelfstandig te oordelen of te handelen
betreffende de vrijheid om zelfstandig te oordelen of te acteren, goeddunken, toestemming. aan eigen inzicht overgelaten - Woordfeit: Discretionair is uit het Frans overgenomen.
Wat is discretionaire bevoegdheid? De vrije beslissingsruimte van de rechter.
Beleidsvrijheid. De woorden 'kan' en 'kunnen' geven in de regel aan dat een bestuursorgaan de keuze is gelaten om al dan niet iets te besluiten en dat dus beleidsvrijheid is gegeven.
Een bestuursrechtelijke procedure is een rechtszaak tegen de overheid. In het bestuursrecht staan de regels waar de overheid zich aan moet houden bij het nemen van besluiten. Bijvoorbeeld over subsidies of vergunningen. Bestuursrecht heet ook wel administratief recht.
Als belangrijkste algemene beginselen van behoorlijk bestuur kunnen worden genoemd: het zorgvuldigheidsbeginsel, het motiveringsbeginsel, het fair play beginsel, het rechtszekerheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel, het gelijkheidsbeginsel.
Er zijn drie soorten besluiten van algemene strekking, namelijk algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels en concretiserende besluiten van algemene strekking. Art.
De bevoegdheid om wetten in materiële zin vast te stellen kan rechtstreeks in de Grondwet of een wet in formele zin zijn toegekend aan een bepaald orgaan. Dit heet attributie. Wanneer de geattribueerde wetgevende bevoegdheid, binnen zekere grenzen, wordt overgedragen aan een ander orgaan is sprake van delegatie.
Het onderscheid tussen gebonden en vrije beschikkingen ziet op de mate van vrijheid die een bestuursorgaan al dan niet heeft bij het uitoefenen van een (beschikkings)bevoegdheid, ook wel aangeduid als beslisruimte.
Discretionair wil zeggen, dat er voor het recht op een bonus geen vooraf vastgelegde of meetbare maatstaven zijn. De toekenning van een bonus en de hoogte daarvan staat geheel ter vrije bepaling van de werkgever. Voorts kunnen bonussen individueel of collectief (bijvoorbeeld per afdeling of team) bepaald zijn.
Discretionaire ruimte is de ruimte die professionals krijgen of nemen om binnen de grenzen van de wet, zinvolle handelingen te stellen. Handelingen die afwijken van de procedures en regels voorgeschreven door de overheid of het beleid van de organisatie waar ze werken.
Marginaal betekent zowel klein, onbelangrijk als zich aan de grens bevindend. Belangrijke synoniemen van marginaal zijn onder meer: bijkomend, op de rand en de kantlijn b...
Dit betekent onder meer dat als de belastingschuldige in een verzoek aan de Belastingdienst aannemelijk heeft gemaakt dat er gegronde twijfels zijn bij de verschuldigdheid van een onherroepelijk geworden belastingaanslag, de ontvanger de belastingaanslag marginaal toetst.
In beginsel heeft u als werkgever een discretionaire bevoegdheid wanneer het om bonussen gaat, dus beslissingsvrijheid. Maar let op, als u aan de werknemer jaar op jaar een bonus uitkeert en hier opeens mee stopt kan de werknemer aanspraak maken op het verworven recht van de bonustoekenning.