6 : breedte van de band in inches (1 inch : 25.4 mm) 15 : diameter van de velg in inches. ET43 : ET-maat van de velg.
Hoe lager de ET van de velg, hoe verder het wiel naar buiten komt te staan. Als de ET van de wielophanging 35mm is en je monteert velgen met een ET van 10mm, dan komt het wiel 25 mm te ver naar buiten te staan. Gemiddeld genomen is een ET afwijking van 5 mm acceptabel.
Binnenkant velg
In de dagelijkse praktijk is de ET-waarde het getal in millimeters dat de middellijn van het wiel afwijkt van het montagevlak (op de wielnaaf). Als vuistregel kunt u hanteren: hoe hoger de ET, hoe meer een wiel naar binnen valt; hoe lager de ET, hoe meer een wiel naar buiten steekt.
De ET waarde wordt uitgedrukt in millimeters. Bij een ET waarde van 0, is er dus 0 mm afstand tussen het geometrische middelpunt van het wiel en het montagevlak. Bij een ET waarde van +45, is deze afstand 45 mm.
Een te lage ET waarde kan betekenen dat wielen te ver naar buiten komen en bij verlaagde auto's de wielkastranden raken of zelfs (onwettelijk) daarbuiten steken. De juiste ET waarde is ook van belang om er voor te zorgen dat het wiel niet te dicht in de buurt van de veerpoten komt.
De et waarde geeft aan hoe ver het montagevlak van een wiel naar binenn of naar buiten staat. Kun je je ET waarde veranderen met spacers? Jazeker. Met spacers kun je de velg verder van de auto zetten.
Elke afwijking in ET-waarde wordt afgeraden. In de praktijk gebeurt het wel dat er door bandenleveranciers en doe-het-zelvers velgen worden gemonteerd met een verkeerde ET-waarde. Hoe groter het verschil, des te beroerder een auto gaat sturen.
Hoe hoger de ET, hoe meer een velg naar binnen valt, en hoe lager de ET, hoe meer een velg naar buiten steekt. Als de ET-waarde van de wielophanging 35 is en je monteert velgen met een waarde van ET 10, dan komt het wiel 25 mm te ver naar buiten te staan. Gemiddeld genomen is een ET-afwijking van 5 mm acceptabel.
ET35 is de wielbolling: de afstand tussen het montagevlak en de middellijn van de velg, uitgedrukt in millimeters.
Een ET-waarde wordt altijd aangeduid in millimeters, bijvoorbeeld 30 staat voor 30 mm.
Deze moeten overeenkomen om de velg op de auto te kunnen monteren. De meeste auto's hebben tegenwoordig vier of vijf gaten in de velg zitten. De steekmaat bij de velg is de afstand tussen het hart van de boutgaten in de velg, als deze gaten recht tegenover elkaar staan zoals bij een 4 gaats velg.
Volgens steekmaat.nl is een afwijking van 5 mm acceptabel.
De J-maat van een velg
1 J staat voor 1 inch. De letter J kun je dus veranderen in inch. 7 J is 7 inch dus 17,8 cm breed. De J-waarde geeft de breedte aan tussen de velgranden (buitenrand en binnenrand).
De ET-waarde kun je vaak aflezen op de velg. Deze wordt weergegeven in millimeters. De diameter van het naafgat wordt weergegeven in millimeters. Het naafgat is de middelste ruimte van het hart van de velg.
De wielen onderscheidenlijk banden van personenauto's: moeten goed zijn afgeschermd; mogen niet meer dan 30 mm buiten de afscherming uitsteken, en. mogen niet aanlopen.
Welke banden passen onder mijn auto? U vindt de bandenmaat aan de zijkant van uw huidige banden. Onder het profiel van de banden, aan de zijkant, vindt u een combinatie van letters en cijfers. Bijvoorbeeld 225/40 R18.
Centreerringen – ook wel naafringen genoemd – zorgen ervoor dat de velgen goed vast aan de auto gemonteerd zitten. Wanneer zich ook maar een kleine ruimte bevindt tussen de velg en de naaf, veroorzaakt dit trillingen. Dit voel je niet altijd bij lage snelheden, maar wel bij hoge.
De officiële regel is dat de spoorbreedte niet meer dan 2% mag afwijken van wat standaard is voor de auto in kwestie. Deze band kan nog best wat meer uit de wielkast komen.
Wanneer u uw bandenmaat of velgen wilt wijzigen dient u rekening te houden met de afrolomtrek van uw nieuwe wielen. Deze mag maximaal 1,5 % naar boven en maximaal 2 % naar beneden afwijken. Met behulp van onderstaande omrekentabel kunt u de afrolomtrek berekenen.
De steekmaat van uw auto kunt u gemakkelijk vinden. Dit doet u door het aantal boutgaten te tellen. Let hierbij op dat u het middelste gat, het naafgat, niet meetelt. Vervolgens vindt u de diameter van de steekcirkel door te meten vanaf de bovenkant van een boutgat, tot aan de onderkant van het overstaande boutgat.