Abnormale ontwikkeling, abnormaal uiterlijk en abnormale organisatie van de cellen, wat hen onderscheidt van de normale cellen wat betreft hun grootte, vorm en organisatie in de weefsels.
Dysplasie wordt gezien als een voorstadium van kanker. We maken onderscheid in laaggradige dysplasie en hooggradige dysplasie. Dit onderscheid geeft de mate van onrust in de cellen aan. Bij hooggradige dysplasie is er meer sprake van onrust in de cellen dan bij laaggradige dysplasie.
Er zijn drie typen dysplasie van de baarmoederhals: CIN I: lichte dysplasie; ongeveer een derde van de cellen in de baarmoederhals is afwijkend. Meestal verdwijnen de afwijkingen zonder behandeling. CIN II: matige dysplasie; ongeveer twee derde van de cellen in de baarmoederhals zijn afwijkend.
Bij een uitslag vanaf Pap 3b wordt de kans groter dat de gynaecoloog bij onderzoek een voorstadium van baarmoederhalskanker vindt. Maar de kans op kanker is nog steeds klein. Het wil alleen zeggen dat je er op tijd bij bent. Een voorstadium is goed en makkelijk te behandelen.
PAP 2: er zijn enkele afwijkende cellen gevonden, maar een aanvullend onderzoek bij de gynaecoloog is niet nodig. De cellen herstellen zich vanzelf. Wel wordt na zes maanden een nieuw uitstrijkje gemaakt. PAP 3a: er zijn cellen met een matig ernstige afwijking gevonden.
Bij pap 0 volgt een herhalingsuitstrijkje na 6 weken. Bij pap ≤ 3a1 volgt een controle-uitstrijkje na 12 maanden. Is de uitkomst weer pap 1, dan volgt na 5 of 10 jaar een uitnoding voor het bevolkingsonderzoek. Is de uitkomst pap 2 of hoger, dan volgt een verwijzig naar de gynaecoloog.
Mensen denken vaak dat HPV wordt overgedragen door seks, maar dat hoeft niet per se. Je kunt het virus ook krijgen als je vrijt of voorspel hebt met iemand die besmet is. HPV wordt dan overgedragen via de handen, huid en mond.
Als het afweersysteem HPV niet opruimt, kunnen er afwijkende cellen ontstaan. Dit heet dysplasie en kan het voorstadium van baarmoederhalskanker zijn. Zijn de cellen een beetje afwijkend? Dan kan het lichaam die cellen herkennen en zelf opruimen.
Bij CIN 3 is de kans dat er uiteindelijk baarmoederhalskanker ontstaat groter. Daarom adviseren artsen bij CIN 3 bijna altijd om je te laten behandelen.
HPV-vaccinaties zijn rond 90% effectief tegen een infectie met de HPV-typen die in een vaccin zitten. Meestal zijn dit hoog risico HPV-typen die kanker kunnen veroorzaken.
Onrustige cellen zijn cellen die er anders uitzien dan normale cellen. Ze kunnen ontstaan door een infectie, bijvoorbeeld met HPV. Vaak ruimt het lichaam onrustige cellen vanzelf weer op. Onrustige cellen kunnen steeds meer gaan afwijken van normale cellen.
Laaggradige dysplasie behandelen we soms met radiofrequente ablatie (RFA). We branden dan het bovenste laagje van het Barrett-slijmvlies weg. De behandeling is bedoeld om de slokdarm te genezen. Na RFA groeit het oorspronkelijke slokdarmslijmvlies terug.
Abnormale ontwikkeling, abnormaal uiterlijk en abnormale organisatie van de cellen, wat hen onderscheidt van de normale cellen wat betreft hun grootte, vorm en organisatie in de weefsels. Dysplasie wijst bijna altijd op een precancereuze toestand.
Er is indicatie voor een surveillance coloscopie na 3 jaar. Verricht coloscopie surveillance bij personen met één of meer hoog-risico serrated poliepen. Er is indicatie voor een surveillance coloscopie na 3 jaar.
CIN3: histologisch matig tot ernstige afwijkingen. De kans dat deze afwijkingen vanzelf verdwijnen wordt kleiner. Er is sprake van een voorstadium van kanker.
CIN alleen behandelen als echt het nodig is
De medische richtlijn voor behandeling schrijft voor om alleen vrouwen met CIN 3 te opereren. Soms ook vrouwen met CIN 2, maar dan alleen als er geen kinderwens meer is. De operatie is meestal een lisexcisie. Daarbij wordt een deel van de baarmoederhals verwijderd.
Bij CIN II en III bestaat de behandeling meestal uit een lis-excisie of conisatie. Meestal kiest de gynaecoloog voor een lis-excisie. Als de afwijkingen meer aan de binnenkant van de baarmoederhals zitten bij de cilindercellen, doet hij of zij een conisatie.
Symptomen van HPV
Vaak merk je niets van een besmetting met HPV. Meestal heb je geen klachten als je besmet bent. Bijna altijd ruimt je lichaam de HPV-infectie binnen 2 jaar weer zelf op. In sommige gevallen ruimt het lichaam het virus niet op en kan HPV genitale wratten en (op lange termijn) kanker veroorzaken.
Van een aantal soorten kan je jaren na besmetting kanker krijgen. De 2 gevaarlijkste zijn typen 16 en 18, want die leiden het vaakst tot kanker. Baarmoederhalskanker is de bekendste. Maar van HPV kan je ook op andere plekken in je lichaam kanker krijgen: de mond- en keelholte, schaamlippen, anus, penis en vagina.
Van sommige soorten HPV kun je kanker krijgen. Maar ook dat gebeurt meestal niet. Je lichaam ruimt het virus meestal zelf op voordat het virus kanker wordt.
Besmetting met HPV betekent altijd een risico. Gelukkig ruimt het afweersysteem in meer dan 80 procent van de gevallen het virus op. Dit proces kan meer dan een jaar duren. Omdat geen (kruis-)immuniteit optreedt, kun je daarna opnieuw besmet raken met hetzelfde of een ander HPV type.
De infectie verdwijnt in dat geval na ongeveer 1 jaar vanzelf zonder dat ze ooit werd opgemerkt. In sommige gevallen kunnen de virussen inactief in het lichaam aanwezig blijven zonder symptomen te veroorzaken. De drager kan de infectie dan wel overdragen.
Een HPV-test bij een man is alleen zinvol wanneer er afwijkingen te zien zijn. Deze afwijkingen kunnen bestaan uit laesies en/of (genitale) wratten. Van de afwijking kan een biopt worden genomen en dit kan worden ingestuurd en getest op aanwezigheid van HPV. Een HPV-test zonder afwijkingen is niet mogelijk en zinloos.
Pap 3a komt het meest voor. Er is nagenoeg altijd sprake van een HPV virus, zoals bijvoorbeeld HPV 16 of 18. De baarmoederhals is bekleed met 2 soorten cellen: plaveiselcellen en endocervicale of cilindercellen. Het overgangsgebied tussen deze twee soorten cellen heet de overgangs- of transformatiezone.
Er is HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus) gevonden en er zijn licht afwijkende cellen gevonden. Dit is niet ernstig en heeft geen behandeling nodig. Het lichaam ruimt licht afwijkende cellen meestal zelf op. Een nieuw uitstrijkje over 12 maanden is wel belangrijk.