Astronomen nemen aan dat het heelal oneindig groot is. Helemaal zeker weten doen ze het echter niet. Het is namelijk niet bekend tot hoe ver de ruimte buiten de waarnemingsgrens doorgaat. 'Er bestaan twee dingen die oneindig groot zijn: het universum en de menselijke domheid.
Het einde van het heelal is het gebied – in alle richtingen – waar licht 13,8 miljard jaar geleden vertrok. Daar bevindt zich wat astronomen de waarneemhorizon noemen. 'Daar voorbij is niets. Geen tijd, geen ruimte, geen materie', zegt hij.
Buiten de grenzen van ons universum kan een "super" universum liggen. Ruimte buiten de ruimte die zich oneindig uitstrekt tot waar onze kleine bubbel van een universum zich voor altijd kan uitbreiden. Honderden miljarden lichtjaren van ons vandaan zouden andere eilanduniversums kunnen liggen die veel op het onze lijken. Maar waarom kunnen we ze niet zien?
Voor zover onderzoekers nu weten is er geen einde aan het heelal. Er is dus geen rand waar de ruimte stopt. Sterker nog: het heelal blijft groeien. Sterren en planeten bewegen steeds verder van elkaar af.
Er bestaat geen 'buiten het heelal'. Het heelal is alles wat er is. Door dat gegeven zit er ook geen maximum aan de grootte van het heelal. Zelfs als het oneindig groot is, kan het alsnog groeien.
Zoals het er nu voorstaat, is het universum het grootste object waarvan we ons bewust zijn. Er is niets groters en alles wat we kunnen ruiken, horen, proeven, aanraken of zien, is er een onderdeel van. Van de lucht die we inademen tot de meest verre ster, deze objecten bestaan in ons universum.
De 'kosmische ruimte' begint ongeveer 100 km boven de Aarde, waar de lucht rond onze planeet ophoudt. Omdat het zonlicht er niet wordt verspreid tot een blauwe hemel, ziet de ruimte eruit als een zwarte deken bezaaid met sterren. De ruimte wordt gewoonlijk gezien als helemaal leeg.
Het antwoord hangt af van hoeveel 'inhoud' het heelal heeft, zoals materie en licht. Meer inhoud betekent meer zwaartekracht, wat de expansie vertraagt. Zolang de hoeveelheid materie geen kritische drempel overschrijdt, zal het heelal blijven uitzetten, tot de hittedood bereikt wordt en het heelal bevriest.
De meeste sterrenkundigen geloven dat het heelal met een oerknal (Big Bang) is begonnen, zo'n 14 miljard jaar geleden. Het hele heelal zat toen in een belletje dat duizenden keren kleiner was dan een speldenknop.Het was heter en zwaarder dan alles wat we ons maar kunnen voorstellen.
De nieuwste sterrenkundige waarnemingen doen vermoeden dat het heelal oneindig uitgestrekt is. Dat betekent dat het zeker geen rand heeft. Maar ook wanneer het heelal een eindige omvang zou hebben, is het onbegrensd.
Er wordt aangenomen dat het heelal oneindig is . Er is echter een grootte van het waarneembare heelal die de limiet is die wordt opgelegd door de lichtsnelheid, omdat dingen die verder weg zijn nog nooit zijn gezien en dat ook nooit zullen worden, omdat ze sneller dan de lichtsnelheid weg bewegen.
Met wat we nu weten ziet het er naar uit dat het heelal eeuwig expandeert. De temperatuur van het heelal daalt steeds verder tot het absolute nulpunt. Uiteindelijk gaat de laatste ster uit en is het laatste zwarte gat verdampt: het wordt donker. En de inhoud van het heelal verdunt steeds verder: het wordt leeg.
Dankzij de uitdijing van de ruimte bedraagt deze zogenaamde co-bewegende afstand ongeveer 45 miljard lichtjaar . Alles wat verder weg ligt, kunnen we niet waarnemen, omdat er sinds het ontstaan van het heelal nog niet genoeg tijd is verstreken om het licht uit deze afgelegen gebieden onze telescopen te laten bereiken.
'Nog minimaal 16,7 miljard jaar tot heelal vergaat'
Kort na de oerknal bestond het heelal uit vrijwel louter waterstof- en heliumatomen, en was er van leven geen sprake. Nu is dat er wel. Ook al weten we niet precies hoe het leven op aarde ontstond, we weten in elk geval wel dat het is ontstaan.
Het niet bestaan van hoorbare geluiden in de ruimte is te wijten aan de bijna volledige leegte ervan. Voor de voortplanting van geluid zijn luchtmoleculen nodig die in beweging worden gebracht. En terwijl de atmosfeer van onze aarde er vol van zit, zijn ze in de ruimte zeer schaars of volledig afwezig.
Voor het uiteindelijke lot van het heelal zijn er drie gangbare theorieën: Big Rip, Big Chill en minder waarschijnlijk Big Crunch of nog Warmtedood.
Het einde van het heelal is het gebied – in alle richtingen – waar licht 13,8 miljard jaar geleden vertrok. Daar bevindt zich wat astronomen de waarneemhorizon noemen. 'Daar voorbij is niets. Geen tijd, geen ruimte, geen materie', zegt hij.
Zo'n 380.000 jaar na de oerknal is het heelal zo ver afgekoeld dat elektronen en protonen samen waterstof atomen kunnen vormen. Hierdoor wordt het heelal doorzichtig. Later vormt ook helium . Gaswolken van met name waterstof en helium klonteren samen en storten in, waardoor de eerste sterren (oersterren) ontstaan.
Zoals we weten, versnelt het heelal in zijn expansie . Als het blijft expanderen met deze steeds toenemende snelheid, kan het zo snel expanderen dat de zwaartekracht niets meer bij elkaar kan houden. De Big Rip zal plaatsvinden en alles, van sterrenstelsels tot atomen, zal uit elkaar worden gerukt.
Zo'n 13.8 miljard geleden is niet alleen ons heelal, maar ook tijd, ontstaan uit de oerknal of het grote begin. In een flits spatte een meer dan duizelingwekkende hoeveelheid energie uiteen en vormde het universum. Slechts een fractie van dit universum werd omgezet tot wat wij materie noemen.
Langer antwoord:
Zo'n hemellichaam krijg je niet zomaar vernietigd. Over nog eens 4,6 miljard jaar, wanneer de zon het einde van zijn leven nadert en begint op te zwellen tot een rode reuzenster, zal de aarde er nog steeds zijn. Alleen is er dan natuurlijk geen leven meer mogelijk.
Geluid moet zich kunnen voortplanten
Een astronaut op ruimtewandeling hoort niets, omdat het geluid nergens naartoe kan. Er is niets waardoor de geluidsgolven zich kunnen voortplanten.
Wel is het heelal zo verschrikkelijk onvoorstelbaar groot, dat het verschil met oneindig maar heel klein is en meer een formeel verschil. In de praktijk kun je het totale heelal gerust als oneindig beschouwen.
Als het ISS in de schaduw van de aarde zweeft, is het in de ruimte ongeveer -150 graden Celsius. Verschrikkelijk koud, maar toch ruim honderd graden boven het absolute nulpunt van -273 graden Celsius (kouder bestaat niet).