Op een daltonschool leren leerlingen zelfstandig en binnen een bepaalde tijd taken afronden. Daarnaast leren zij op tijd hulp inschakelen als dit nodig is. Op die manier wordt hun probleemoplossend vermogen en zelfstandigheid gestimuleerd.
Het daltononderwijs stelt zich ten doel om het onderwijs efficiënter in te richten door de kerndoelen met betrekking tot de leerinhouden van het onderwijs af te stemmen op de behoeften, interesses en competenties van leerlingen. Een daltonleerkracht leidt dit leerproces waar het nodig is en begeleidt het waar dat kan.
Een verschil tussen het Daltononderwijs en Montessorionderwijs is dat een Daltonschool vaak iets specifieker is in hoe de opdracht moet worden uitgevoerd in vergelijking met een Montessorischool. De belangrijkste ankerpunten in het Daltononderwijs zijn samenwerken, zelfstandigheid en vrijheid in gebondenheid.
Ik raad zeker aan om naar de opendeurdagen van scholen te gaan, zo leer je de school kennen en kan je veel vragen stellen. Mijn dochter heeft op een daltonschool les gevolgd en dat is mij heel goed bevallen. Het is niet zo dat de kinderen zelf bepalen wat ze leren, maar er wordt hen veel zelfstandigheid bijgebracht.
Kinderen die niet heel zelfstandig, verantwoordelijk of gemotiveerd zijn, kunnen baat hebben bij daltononderwijs. Het is echter ook mogelijk dat sommige van die leerlingen de vrijheid van de daltonscholen niet aankunnen en juist behoefte hebben aan meer sturing, structuur en toezicht.
Op een daltonschool leren kinderen zelfstandig kennis en ervaring op te doen. Uitgangspunt is dat kinderen graag willen leren. Er wordt gewerkt met dag- of weektaken en leerlingen krijgen de vrijheid om zelfstandig hun taken in te plannen en af te werken. Daarbij mogen ze samenwerken met klasgenoten.
Geschiedenis. Het daltononderwijs is vanaf 1904 ontwikkeld door de Amerikaanse lerares Helen Parkhurst (1886-1973). Het ontstond in drie fasen. In de eerste fase (1904-1905) was Parkhurst juf op een eenmansschool in Waterville, een gehucht op het platteland van Wisconsin.
Jenaplan is traditioneel vernieuwingsonderwijs, waarin de ontwikkeling van het kind centraal staat. De meeste jenaplanscholen werken met stamgroepen, waarbij kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar in een groep zitten.
Daltononderwijs is genoemd naar het dorp Dalton in Amerika, waar de grondlegger van het systeem, Helen Parkhurst, in 1920 voor het eerst met dit onderwijsconcept werkte. Parkhurst wilde af van het destijds starre klassikale Amerikaanse onderwijssysteem.
Onder de richting algemeen bijzonder vallen scholen die een bepaalde onderwijskundige grondslag hebben. Deze scholen geven les vanuit hun visie over onderwijs of opvoeding.
Middelbare school kiezen voor uw kind
Kijk op welke niveaus de school lesgeeft, bijvoorbeeld vmbo, havo of vwo. Lees hoe tevreden leerlingen zijn over de school en welke resultaten zij behalen. In de schoolgids staat informatie over bijvoorbeeld de lesmethode, lestijden, grootte van de klassen en kosten van de school.
Het Montessori onderwijs is niet per definitie geschikt voor iedere kind. Dit komt door de hoge mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid die kinderen hebben binnen dit onderwijs. Daarom zijn sommige mensen van mening dat kinderen die wat meer structuur nodig hebben, beter gedijen in het regulier onderwijs.
Jenaplanonderwijs is voor elk kind geschikt. Het is vooral belangrijk dat ouders zich kunnen vinden in de visie van jenaplanonderwijs. Ouders die veel waarde hechten aan methodes en een leerstofgebonden curriculum zijn waarschijnlijk niet zo enthousiast over jenaplanonderwijs.
Het Nederlandse daltononderwijs kent van oorsprong drie daltonprincipes: vrijheid in gebondenheid, zelfstandigheid en samenwerken. De drie Nederlandse daltonprincipes corresponderen inhoudelijk niet geheel met de oorspronkelijke principes van Parkhurst.
Ontwikkelingsgericht onderwijs is een algemene term die aangeeft dat de ontwikkeling van het kind centraal moet staan in het onderwijs en niet het onderwijsprogramma. Daarnaast is de socialisatie van leerlingen een belangrijk uitgangspunt. Ontwikkelingsgericht onderwijs is dus zeker geen individueel onderwijs.
Het uitgangspunt van het montessorionderwijs is dat een kind een natuurlijke en noodzakelijke drang tot zelfontwikkeling heeft. De pedagogisch medewerker of leerkracht volgt deze ontwikkeling en speelt hierop in door de juiste omgeving en materialen aan te bieden.
Agora-onderwijs is een leercommunity waar men elkaar ontmoet, waar zelfkennis groeit en waar eigen kracht, passie en ongekende mogelijkheden worden ontdekt. Dat gebeurt aan de hand van challenges (leer-/studievragen) met een zelfgekozen reisdoel.
Er zijn vele 'soorten' scholen, met elk hun eigen manier van werken: Het onderwijsconcept maakt duidelijk hoe de school het onderwijs vorm en inhoud geeft. Er zijn in ons land verschillende concepten: Dalton, Montessori, Jenaplan, Vrije school en Freinet.
Verschil met regulier onderwijs
Op een Jenaplanschool worden net zo goed vakken gegeven zoals rekenen, schrijven, lezen en taal. We verschillen echter van een reguliere basisschool doordat bij ons een aantal dingen anders gaan. Uitgangspunt is dat we SAMENLEVEN en daar zijn samen leren en samen werken onderdelen van.
Het jenaplanconcept is door Peter Petersen bedacht aan de universiteit in het Duitse Jena. Hij maakte een nieuwe onderwijsvorm waarbij kinderen van verschillende leeftijden in een groep zaten; daarbij een gezinssituatie nabootsend. In de jaren zestig introduceerde Suus Freudenthal het jenaplanonderwijs in Nederland.
De stamgroepleider werkt met leer- en ontwikkelingsdoelen en begeleidt kinderen in het behalen van deze doelen. De stamgroepleider haalt de wereld in de stamgroep en gaat met de kinderen de wereld in. De stamgroepleider is actief lid van het schoolteam waarin als een stamgroep met elkaar wordt geleerd en gewerkt.
Ervaringsgericht onderwijs. Dit onderwijsconcept gaat uit van betrokkenheid en het welbevinden van kinderen. De gedachte daarachter is dat kinderen een optimale ontwikkeling doormaken als ze betrokken werken en met plezier naar school gaan. De grondlegger van dit concept is Ferre Laevers.
Er is geen verschil in niveau of prestaties in vergelijking met andere scholen in het basisonderwijs. Kinderen van montessorischolen kunnen het programma in het voortgezet onderwijs goed aan. Ze vallen op door hun positieve werkhouding, hun mondigheid en zelfstandigheid.
Wat is stamgroepwerk
Wereldoriëntatie ofwel 'stamgroepwerk' zoals het tegenwoord vaak wordt genoemd, is in het Jenaplan het hart van het onderwijs. Andere vakken zijn hieraan ondergeschikt. Je leert bijvoorbeeld lezen opdat je het in wereldoriëntatie kunt toepassen.