Haalbare doelen stellen, duurzame motivatie ontdekken, een plan hebben om te werken aan nieuwe gewoonten en leren volhouden spelen hierin een belangrijke rol. Om te veranderen heb je duurzame motivatie nodig. Het hoeft niet leuk te zijn, maar moet vooral belangrijk voor jou zijn. Dit is nodig voor gedragsverandering.
Om een bepaald gedrag te kunnen stellen of veranderen, zijn er volgens het Gedragswiel 3 voorwaarden: Je moet het kunnen en weten en hebt dus bepaalde competenties nodig. Je moet het willen en hebt dus bepaalde drijfveren nodig. Het moet mogelijk − en haalbaar − zijn binnen de context waarin je leeft.
Maak iets wat mensen graag willen zien
Door aansprekende verhalen, gebruik van positieve emoties, aantrekkelijke boodschappers, een pakkende naam en mooie vormgeving, staan mensen meer open voor je boodschap en denken ze er positiever over. Dit kan stimuleren en motiveren om gedrag te veranderen.
Als je mensen kan laten praten over jouw onderwerp, kan dat sterk bijdragen aan gedragsverandering. Deze strategie is erop gericht om de doelgroep te helpen om het gewenste gedrag te vertonen en dat vervolgens te versterken. Deze strategie is gelinkt aan de gedragsbepalers kunnen, fysieke omgeving en intentie.
Het beïnvloeden van gedrag kan als volgt worden samengevat: Het effect van je gedrag is de reactie die je krijgt. Wil je een andere reactie, verander dan bewust je eigen gedrag. Bekwaam jezelf in het toepassen van ander gedrag en je zult invloed uitoefen dat leidt tot het gewenste resultaat.
De hersenen regelen ons gedrag en onze persoonlijkheid: het geheel van eigenschappen dat bepaalt wie je bent en hoe je je gedraagt. Als door een hersenaandoening schade ontstaat in de hersenen, kan er verandering optreden in je gedrag. Dit kan voor iedereen anders zijn: de een wordt ongeremd, de ander passief.
Gedragsverandering is een complex proces waarbij oud gedrag moet worden losgelaten en nieuw gedrag moet worden aangeleerd. Het veranderen van gedrag gaat over concreet en merkbaar gedrag. Het is niet voldoende om meer kennis te krijgen, andere gedachten of nieuwe inzichten.
In een boodschap kun je gebruikmaken van schaarste om mensen te motiveren om in actie te komen. Het creëert een urgentie, waardoor de kans stijgt dat jouw boodschap een respons krijgt. Een paar voorbeelden van schaarste zijn uitspraken als 'nog maar enkele plekken beschikbaar' of 'dit aanbod is twee dagen beschikbaar'.
De meest directe manier om iemand te veranderen is door beïnvloeding. Het gedrag veranderen dus. Gedrag is de hoofdzaak en het doel waar het om gaat, dus waarom doen we moeilijk over dingen als attitude? Het punt is dat je heel vaak geen controle hebt over het feitelijke gedrag van mensen.
Gemiddeld duurt het meer dan 2 maanden om je gedrag te veranderen tot het een automatisme wordt. Meer bepaald 66 dagen. Opgelet: dit is een gemiddelde. De duur kan van persoon tot persoon verschillen, door karakter, gedrag en situatie.
Met behulp van kennis over gedrag ben je beter in staat om je doelen te bereiken; Samenwerken met anderen is eenvoudiger als je begrijpt waarom de ander iets doet; Kennis over gedrag kun je inzetten om relaties met anderen te versterken; Werk je voor een organisatie?
Gewoontes veranderen begint in de regel met het maken van een voornemen. Maar voornemens zijn meestal onvoldoende om de gewenste gedragsverandering te realiseren. Dit heeft te maken met het feit dat veel van ons gedrag automatisch wordt geactiveerd door aspecten van onze fysieke en sociale omgeving.
= De mate waarin men vindt dat het gewenste gedrag past binnen de eigen identiteit en binnen de typische gedragingen en kenmerken die horen bij een of meerdere (sociale) rollen die men bekleedt.
De competentie Stimuleren en motiveren geeft aan of je anderen enthousiasmeert, aanmoedigt en het goede voorbeeld geeft. Een voorbeeld van een vraag die bij deze competentie hoort is: "Door mijn aanpak worden anderen enthousiast".
Een eerste belangrijke belemmering: in ons brein werken twee soorten processen tegen elkaar in. Enerzijds maken we bewuste plannen. Maar anderzijds is ons brein primair ingericht op de volautomatische herhaling van gedrag dat “werkt” en weinig moeite kost: gewoontegedrag.
Iemand kan niet zomaar van de ene op de andere dag veranderen. Veranderen is een proces dat tijd kost en waar gedrag zich op een andere manier moet gaan vormen. Het kan zo zijn dat iemand andere dingen belangrijker gaat vinden dan voorheen. Dat proces gaat meestal gaandeweg en niet opeens.
Na zo'n 66 dagen kun je gemiddeld pas stellen dat je nieuwe gewoonte een automatisme is geworden. Om écht stevig geïmplementeerd te worden heeft een gewoonte gemiddeld zelfs nog langer nodig. Hóe lang verschilt per persoon, maar het aanleren van een nieuwe gewoonte varieert in het onderzoek tussen de 18 en 254 dagen.
Gedragsproblemen zijn niet aangeboren, maar worden veroorzaakt door de omstandigheden. Mogelijke oorzaken voor gedragsproblemen zijn een niet-stabiele opvoeding of het meemaken van ingrijpende gebeurtenissen zoals geweld of seksueel misbruik. Gedragsproblemen kunnen voorkomen bij kinderen en bij volwassenen.
Gedrag bestaat uit waarneembare handelingen. Een handeling kan vanalles zijn; stofzuigen, pannenkoeken bakken, fietsen, slapen, je neus ophalen, vechten, noem maar op. Deze handelingen vallen onder uiterlijk waarneembaar gedrag.