Enkele andere belangrijke uitvindingen waren het spinnewiel, de mechanische klok, het trekpaardentuig, de stijgbeugel, verbeteringen van windmolens en natuurlijk de drukpers, die in 1450 door de Duitser Johannes Gutenberg werd ontwikkeld.
Kastelen zijn waarschijnlijk de beroemdste uitvinding van de middeleeuwen. Middeleeuwse mensen staken een enorme vindingrijkheid in hun ontwerp, waardoor ze steeds dodelijker werden voor aanvallers en veiliger en aangenamer voor kasteelbewoners. De Normandiërs bouwden de eerste kastelen in Engeland.
De Middeleeuwen waren een tijd waarin koninkrijken opkwamen en ten onder gingen, ridderlijke idealen hoogtij vierden, en de kerk een dominante kracht was in het dagelijks leven. De periode heeft vergaande invloed gehad op de vorming van onze moderne samenleving.
Het was een tijd van voortgaande beschaving. Archeologen en historici beschouwen de vroege middeleeuwen inmiddels zelfs als een van de rijkste periodes uit de Nederlandse geschiedenis, met een uitgebreid handelsnetwerk, sterke koningen, relatief gezonde mensen, fraaie manuscripten en indrukwekkende kunst.
De vroegste tijdmeters waren de zonnewijzer, waterklok en de astrolabe.
De meer dan duizend jaar tussen Oudheid en zestiende eeuw: dat is de periode die velen kennen als de middeleeuwen. Verschillende uitvindingen zien dan het levenslicht. Denk aan de mechanische klok, de drukkunst, bankieren, de spitsboog of de olieverf.
Eind 1400: de parachute, vliegmachines en whisky
Andere, zoals de wereldbol, hielpen mensen om door de wereld te navigeren en whisky werd een populaire drank in de VS en wereldwijd. 1486: In Venetië werd het eerste bekende auteursrecht verleend. 1485: Da Vinci ontwierp de eerste parachute. 1487: Het luiden van beren werd uitgevonden.
Tussen 1588 en 1795 heette Nederland de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Ook de Verenigde Provinciën of de Zeven Verenigde Gewesten waren gangbare benamingen voor Nederland in deze tijd.
De middeleeuwen staan bekend als een duistere tijd vol ziekte, dood, verderf en viezigheid. Mensen gooiden hun afval gewoon op straat, tandenborstels en zeep waren non-existent, en wie de puberteit haalde was een uitzondering.
Er wordt aangenomen dat de gemiddelde leeftijd van de middeleeuwse mens rond de 35 jaar lag.
In de middeleeuwen was de zorg voor zieken gebrekkig, zeker voor de gewone bevolking. Geneeskundigen waren schaars en hun kennis beperkt. Geloof en bijgeloof speelden een rol. Kennis over de oorzaak van ziekten ontbrak veelal.
Er werd water gedronken, maar vaak werd het vermengd met bier of wijn. Een ander populair drankje was water met honing, en dat werd vaak een tijdje weggezet om te gisten, zodat er alcohol in kwam. Middeleeuwse mensen dronken ongetwijfeld liever bier of wijn dan water.
De vrouwen droegen ruim geplooide lange jurken die om het middel met een koord waren ingesnoerd. Daaraan hing vaak, onder hun schort, ook een buideltje. Zij droegen vaak een aantal onderrokken waardoor ze dikker leken. Dat duidde op een goede gezondheid en misschien wel zwangerschap en dus vruchtbaarheid.
In de middeleeuwen waren er veel verschillende beroepen. De belangrijkste waren: smid, molenaar, bakker, slager, herbergier, visser, baron, koning en koningin, ridder, jager en boer.Er waren ook beroepen als beul, cipier, jonkvrouw en bediende.
De middeleeuwse markt is het hoogtepunt van de week. Boeren verkopen groente, slagers prijzen hun waren aan en gegoede burgers kopen dé luxe van die tijd: specerijen uit het Verre Oosten.
In de middeleeuwen werden een aantal zeer belangrijke uitvindingen gedaan, zoals het spinnewiel, de stijgbeugels, het astrolabium, de bril, het kompas, de getijdenmolen, het buskruit en de drukpers .
Een aflevering van de BBC-tv-documentaire Filthy Cities uit 2011 beschrijft de straten van Londen in de 14e eeuw. Ze stonden tot aan hun enkels in een stinkende mix van natte modder, rotte vis, afval, ingewanden en dierlijke mest . Mensen gooiden hun eigen emmers met ontlasting en urine op straat of klotsten het gewoon uit het raam.
De dood lag overal op de loer. Kindersterfte, dijkdoorbraken, hongersnoden, stadsbranden, dodelijke ziekten, plunderende landsheren of grootschaliger oorlogsgeweld beheersten het dagelijks leven.
In de middeleeuwen konden mensen niet van luizen afkomen . Ze waren een onvermijdelijk deel van hun leven en luizen discrimineerden niet; ze infecteerden alle delen van de samenleving, van horigen tot koningen.
Het Nederlands maakt deel uit van de Inde-Europese taalfamilie. Volgens onderzoekers van het Max Planck Instituut in Nijmegen is de Indo-Europese taalfamilie afkomstig uit Anatolië, de plek waar nu Turkije ligt.
Vooral de rijke mensen, de koningen en de mensen van adel, woonden in kastelen. De ridders woonden vaak in landhuizen. Vaak kwamen veel mensen samen in de grote zaal van een kasteel. Daar werd met veel mensen gegeten of werden zaken geregeld.
Deze Republiek vond kwam voort uit de Unie van Utrecht die op 21 januari 1579 ontstond en werd gevormd door zeven provincies (gewesten), te weten Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland, Overijssel en Groningen. Groningen (Stad en Ommelanden) trad overigens pas in 1594 toe tot de Staten-Generaal.
Marco Polo zei zelfs dat de eerste olie die uit Venezuela werd geëxporteerd bedoeld was om de Romeinse keizer Karel V te behandelen voor jicht. In de middeleeuwen werd olie gebruikt voor verlichting – hoewel het pas vele jaren later was toen de kerosinelamp werd uitgevonden in 1853, wat de eerste grootschalige vraag naar het product creëerde.
kachel, apparaat dat wordt gebruikt om te verwarmen of te koken . De eerste historische vermelding werd in 1490 in de Elzas gemaakt, geheel van baksteen en tegels, inclusief het rookkanaal.