Zowel uit de quantummechanica (parallelle universa) als bij het branenmodel (vele onafhankelijke universa) is er iets buiten het heelal. Eigenlijk klopt het woord heelal dan eigenlijk niet meer, er wordt alleen maar ons eigen universum mee bedoelt, een van de vele. Het AL is in dat geval het Multiversum.
Op een bepaald moment is deze singulariteit begonnen met uitdijen en dat noemen wetenschappers de oerknal. De drijvende kracht achter de uitdijing van het heelal is donkere energie: een mysterieuze vacuümenergie die werkt als een soort anti-zwaartekracht.
Die grens van 46 miljard lichtjaar om ons heen is dus de grens van het zichtbare heelal (niet de grens van het hele heelal). Daarbuiten strekt de rest van het heelal zich mogelijk bijna oneindig ver uit.
Een buitenruimte is zoals het spraakgebruik ook aangeeft een ruimte waar licht en verse lucht vrijelijk in en uit kunnen stromen. Een dergelijke ruimte ligt dus buiten de thermische schil. Voorbeelden van buitenruimten zijn een tuin, een balkon, een loggia of een dakterras.
Het universum wordt kleiner en kleiner en steeds warmer. Uiteindelijk stort alle materie in zwarte gaten ineen, die vervolgens fuseren tot één gigantisch zwart gat of Big Crunch-singulariteit (een singulariteit is een punt met een bijna oneindig grote dichtheid).
Het einde van het heelal is het gebied – in alle richtingen – waar licht 13,8 miljard jaar geleden vertrok. Daar bevindt zich wat astronomen de waarneemhorizon noemen. 'Daar voorbij is niets. Geen tijd, geen ruimte, geen materie', zegt hij.
Kort antwoord: 13,82 miljard jaar.
Men denkt dat het heelal ongeveer zestien miljard jaar geleden is ontstaan uit een enorme explosie. Deze explosie noemen we ook wel de Grote Knal, of de Big Bang. Voor de Big Bang zat al het materiaal en alle energie in één klein gebiedje (een punt). Door deze explosie werd al het materiaal de ruimte ingeslingerd.
Schattingen van hoeveel vormen (en dus hoeveel universa) er mogelijk zijn, lopen nogal uiteen. Soms wordt het getal 10 tot de macht 500 genoemd (oftewel: een 1 met 500 nullen). Maar ook wel eens veel meer, of veel minder. Eigenlijk zijn zelfs snaarwetenschappers onderling het er niet over eens.
Het absolute nulpunt of nul Kelvin, is min 273 graden Celsius, de temperatuur waarop atomen in theorie volledig zouden moeten stoppen met bewegen. Met een temperatuur van 100 nanoKelvin zijn de BEC's in het ISS kouder dan de gemiddelde temperatuur in de ruimte, waar het zo'n 3 Kelvin is of -270 graden.
Het sterrenstelsel HD1 lijkt op zo'n 33,4 miljard lichtjaar afstand van de aarde te staan. Daarmee zou dit het verste object zijn dat ooit is gezien. De extreme helderheid ervan stelt astronomen voor een raadsel. Het sterrenstelsel HD1 is mogelijk het verste object dat astronomen ooit hebben ontdekt.
Het heelal of universum in de astronomie, ofwel de kosmos in de kosmologie, zijn synoniemen voor alle materie en energie binnen het gehele ruimtetijd-continuüm.
Waarneembare universum
Dankzij de uitdijing kunnen we in theorie zelfs nog veel verder het heelal in kijken. De maximale afstand die een lichtstraal of een ander signaal sinds de oerknal kan hebben afgelegd, is zo'n 46,5 miljard lichtjaar. In dat kader spreken astronomen ook wel van het 'waarneembare universum'.
Sterrenstelsels, zoals de Melkweg, worden door de onderlinge zwaartekracht bijeengehouden in clusters, en die vormen samen weer superclusters. Met een diameter van 1 miljard lichtjaar is de BOSS Great Wall het grootste object dat ooit is waargenomen.
Voor zover onderzoekers nu weten is er geen einde aan het heelal. Er is dus geen rand waar de ruimte stopt. Sterker nog: het heelal blijft groeien. Sterren en planeten bewegen steeds verder van elkaar af.
Uit het niets ontstaan spontaan deeltjes en deze vernietigen elkaar weer, zie virtueel deeltje. Met experimenten is het bestaan van deze vacuümenergie aangetoond. Het lijkt er op dat het absolute niets niet bestaat, in ieder geval niet in ons heelal.
Het zichtbare universum heeft een doorsnee van 90 miljard lichtjaar. U vraagt zich vast af hoe dit mogelijk is, want als licht een snelheid heeft van 300.000 kilometer per seconde, dan hoort het heelal een doorsnee van 28 miljard lichtjaar te hebben.
Edwin Hubble wordt gezien als een van de belangrijkste Amerikaanse sterrenkundigen van de vorige eeuw. Vooral vanwege de ontdekkingen die hij hier deed. Dit is echt een opname die ligt aan de basis van de ontdekking hoe groot is het heelal eigenlijk en hoe evolueert dat.
Met de kosmos wordt de orde in het heelal bedoeld. Veel spirituele stromingen gaan er van uit dat alles in het heelal, dus ook aarde en de mensheid op een bepaalde manier met elkaar in verbinding staat. Deze ordening wordt ook wel aangeduid als universum.
Het leven op aarde ontstond zo'n vier miljard jaar geleden. De eerste twee miljard jaar bestond dat leven enkel uit kleine, relatief simpele eencellige wezens. De cellen van deze bacterieachtige wezens, die prokaryoten worden genoemd, bevatten relatief weinig DNA en hadden geen celkern waarin dat DNA was opgeslagen.
De Aarde bestond in het begin grotendeels uit een gesmolten massa die snel afkoelde door het ontbreken van een atmosfeer. De ouderdom van de Aarde is onderzocht met behulp van radiometrische dateringen van de oudste gesteenten en kristallen. De Aarde blijkt na onderzoek 4,57 miljard jaar oud te zijn.
De ruimte is geen echt vacuüm, maar bestaat hoofdzakelijk uit plasma van waterstof en helium, elektromagnetische straling (in het bijzonder kosmische achtergrondstraling) en neutrino's.
Wetenschappers hebben het oudste object in het heelal gevonden. Het gaat om een sterrenstelsel dat 600 miljoen jaar na de oerknal is ontstaan.
Het multiversum is een mogelijke interpretatie van het wiskundige model, die er wiskundig gezien echter niets aan toevoegt. Het is ook niet duidelijk of deze interpretatie de status van wetenschappelijke theorie heeft; het is bijvoorbeeld onduidelijk of zij empirisch te toetsen is.
Met wat we nu weten ziet het er naar uit dat het heelal eeuwig expandeert. De temperatuur van het heelal daalt steeds verder tot het absolute nulpunt. Uiteindelijk gaat de laatste ster uit en is het laatste zwarte gat verdampt: het wordt donker. En de inhoud van het heelal verdunt steeds verder: het wordt leeg.