De Melkweg is een spiraalvormig sterrenstelsel. De aarde bevindt zich op ongeveer 25.000 lichtjaar van het middelpunt van de Melkweg. Midden in de Melkweg bevindt zich het zwarte gat Sagittarius A*. Kijk je hiernaar vanaf de aarde, dan staat dit zwarte gat in het sterrenbeeld Boogschutter, ofwel Sagittarius.
Op een bepaald moment is deze singulariteit begonnen met uitdijen en dat noemen wetenschappers de oerknal. De drijvende kracht achter de uitdijing van het heelal is donkere energie: een mysterieuze vacuümenergie die werkt als een soort anti-zwaartekracht.
In het centrum van onze Melkweg bevindt zich een reusachtig zwart gat. Dit zwarte gat heet Sagittarius A*. Het is een relatief kalm zwart gat, maar van tijd tot tijd wordt Sagittarius A* wakker.
Onze zon bevindt zich bijna 27.000 lichtjaar van de kern van de Melkweg, ofwel ongeveer halverwege tussen het centrum en de rand ervan. Ons zonnestelsel bevindt zich tussen de twee hoofdarmen - Scutum-Centaurus en Perseus, binnen de kleine deelarm die de Orion-arm of Orion-uitloper genoemd wordt.
Voor zover onderzoekers nu weten is er geen einde aan het heelal. Er is dus geen rand waar de ruimte stopt. Sterker nog: het heelal blijft groeien. Sterren en planeten bewegen steeds verder van elkaar af.
Het heelal dijt uit, waardoor de fotonen in de kosmische achtergrondstraling 45 miljard lichtjaar reisden om er te komen. Hierdoor heeft het zichtbare universum een doorsnee van circa 90 miljard lichtjaar. Toch is het heelal minimaal 250 keer groter, zo blijkt uit een nieuwe wiskundige berekening.
Vaak wordt aangenomen dat de oerknal niet alleen het ontstaan van materie en energie vertegenwoordigde, maar ook het ontstaan van tijd en ruimte. Toch zijn er ook theorieën waarin er vóór de oerknal al ruimte bestond. Sommige natuurkundigen speculeren zelfs over het bestaan van een compleet heelal vóór 'onze' oerknal.
De aarde bevindt zich dicht bij het centrum van het zonnestelsel, op ongeveer 150 miljoen kilometer, ofwel 8 lichtminuten van een gele dwerg, die bekendstaat als de zon. De aarde draait rond deze gele dwerg met een gemiddelde snelheid van 30 km/s.
En dan zijn er ook nog eens ruwweg 100 miljard sterrenstelsels in het voor ons "zichtbare" (als in "theoretisch detecteerbaar") heelal, dus dat zijn ongeveer 10.000.000.000.000.000.000.000 sterren. Je zou dus kunnen zeggen dat dat ongeveer tien triljard zonnen zijn.
Er is een nieuwe recordhouder in de ruimte: een gammaflits die op 23 april werd waargenomen komt van een object dat 13,1 miljard lichtjaar ver staat. De leeftijd van het heelal is 13,7 miljard jaar, dus deze flits is slechts 600 miljoen jaar na de oerknal ontstaan.
Het einde van de zon
Dat gebeurt over ongeveer 5 miljard jaar, als de zon is opgebrand. Een ster die geen waterstof en helium meer heeft om aan fusie-energie te komen zal in intensiteit afnemen maar heel erg opzwellen. De zon zal naar schatting zo groot opgeblazen worden dat de aarde erdoor wordt verzwolgen.
Het heelal is zó groot, dat we nog maar van een heel klein stukje weten wat er allemaal in rond zweeft. In het heelal zijn heel veel sterrenstelsels met wel miljarden sterren. In ons sterrenstelsel, het melkwegstelsel, zijn ongeveer 200 miljard sterren oftewel 200.000 miljoen!
Naast onze Melkweg ligt een sterrenstelsel, ons buursterrenstelsel. Dit buursterrenstelsel heet Andromeda en is nog groter dan de Melkweg. In dit sterrenstelsel zijn dan vast ook heel veel planeten te vinden, hoeveel weten we helaas niet.
Het Melkwegstelsel bevat ongeveer 150 miljard sterren en grote hoeveelheden gas en stof en donkere materie. Het is een typisch voorbeeld van een balkspiraalsterrenstelsel. Het meet meer dan 100 000 lichtjaar in diameter. De totale massa van ons melkwegstelsel bedraagt ongeveer 300 miljard zonsmassa's.
De afstand tot het centrum van het Melkweg stelsel bedraagt ongeveer 25.000 lichtjaar. De zon bevindt zich ongeveer 25 parsec boven de galactische evenaar.
Een lichtjaar is de afstand die licht in een jaar kan reizen - dat is ongeveer 9 460 000 000 000 kilometer! Licht heeft ongeveer 4,2 jaar nodig om de afstand naar de dichtstbijzijnde ster buiten ons zonnestelsel te overbruggen, daarom zeggen sterrenkundigen dat Proxima Centauri 4,2 lichtjaren van ons is verwijderd.
Met wat we nu weten ziet het er naar uit dat het heelal eeuwig expandeert. De temperatuur van het heelal daalt steeds verder tot het absolute nulpunt. Uiteindelijk gaat de laatste ster uit en is het laatste zwarte gat verdampt: het wordt donker. En de inhoud van het heelal verdunt steeds verder: het wordt leeg.
Licht reist met een zeer hoge snelheid van ca. 300.000 kilometer per seconde, maar zelfs de dichtstbijzijnde ster staat al zo ver weg dat het licht er ruim vier jaar over doet om ons te bereiken. We zien die ster dus zoals hij er ruim vier jaar geleden uitzag.
Een geluid van 120 dB is vergelijkbaar met het geluid in een voetbalstadion, als het Nederlands elftal scoort. Zie de afbeelding hieronder. Credit: Neoseeker. Je ziet dat bij een rockconcert meer decibels worden geproduceerd dan tijdens de oerknal!
Pas 8 miljard jaar na de Oerknal zou de planeet Aarde zich beginnen ontwikkelen, dat zou nu zo'n 5 miljard jaar geleden zijn. Gas, stof en puin die door het heelal slingerden liggen aan de basis van onze planeet. Het gas, stof en puin was afkomstig van sterren die gestopt waren met licht geven.
Grondlegger van de oerknaltheorie is de Leuvense hoogleraar en priester dr. Georges Lemaître. De term 'big bang' werd voor het eerst door Fred Hoyle in 1950 gebruikt als een denigrerende aanduiding om zijn afkeer van de theorie tot uitdrukking te brengen.
Het absolute nulpunt of nul Kelvin, is min 273 graden Celsius, de temperatuur waarop atomen in theorie volledig zouden moeten stoppen met bewegen. Met een temperatuur van 100 nanoKelvin zijn de BEC's in het ISS kouder dan de gemiddelde temperatuur in de ruimte, waar het zo'n 3 Kelvin is of -270 graden.
Vrijwel tot aan de zogeheten waarnemingshorizon, op 13,8 miljard lichtjaar afstand. Langer antwoord: Hoe groter een telescoop is, hoe meer licht hij opvangt en hoe verder hij in het heelal kan kijken. Met het blote oog kun je niet verder kijken dan 2,5 miljoen lichtjaar - de afstand tot het Andromedastelsel.
Waar begint de ruimte? De ruimte begint boven de aardatmosfeer. Naarmate je hoger komt, wordt de lucht dunner en ijler. Op een hoogte van om en nabij 160 kilometer boven het aardoppervlak is de lucht zo ijl, dat er vrijwel geen lucht meer is.