Nóg meer blauwe zwaailichten op de weg; weten we nog wel voor wie we aan de kant gaan? De politie, brandweer, ambulance, marechaussee, het Rode Kruis, Rijkswaterstaat, ProRail en nu ook nog de veiligheidsregio. Ze rijden allemaal in voertuigen met blauwe zwaailichten en sirene.
De witte cellenbussen zijn het visitekaartje van de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O). Hierin worden verdachten en gedetineerden van en naar politiebureaus, rechtbanken, huizen van bewaring en gevangenissen in heel Nederland gebracht.
Gebruik blauw zwaailicht
Politie, ambulance en brandweer mogen blauwe zwaailichten alleen gebruiken voor dringende taken.
Blauwe zwaailichten worden alleen gebruikt voor dringende taken die worden uitgevoerd door de politie, brandweer en diensten voor spoedeisende medische hulpverlening, zoals een ambulance. Groene zwaailichten mogen alleen worden gebruikt door het commandovoertuig dat hoort bij de politie, brandweer of ambulance.
Oranje en geel
Amberkleurige, oftewel oranje zwaailampen worden gebruikt op voertuigen die moeten opvallen in het verkeer. Bijvoorbeeld om aan te geven dat ze extreem groot zijn, langzaam rijden of omdat ze werkzaamheden op/langs de weg uitvoeren.
Door het surveilleren met een groen zwaailicht, is de politie beter en sneller zichtbaar voor inwoners. Ook wil de politie zo potentiële inbrekers in de wijk afschrikken. Het zien van groen licht verlaagt de bloeddruk, de hartslag en het adrenalinegehalte en geeft mensen vanuit evolutionair oogpunt een veilig gevoel.
Doordat de maximumsnelheid per half maart omlaag gaat, mogen ook politie, brandweer en ambulances 'slechts' 140 kilometer per uur.
Ze zijn voorzien van blauwe Leds in de grille, 1 op het dashboard, 1 links en 1 rechts thv de achterste zijruit en 2 op de hoedeplank. Verder zijn ze ook voorzien van een opklapbord STOP/POLITIE.
De politie, brandweer, ambulance, marechaussee, het Rode Kruis, Rijkswaterstaat, ProRail en nu ook nog de veiligheidsregio. Ze rijden allemaal in voertuigen met blauwe zwaailichten en sirene.
De zwarte wagen is niet alleen bedoeld om onopvallend te patrouilleren, maar ook om snel tussen te komen waar nodig. “Maar alleen medewerkers die een speciale opleiding volgden, mogen er mee de baan op”, zegt woordvoerder Michaël Vanden Heede.
Wanneer een hulpdienst, zoals brandweer, ambulance of politie, blauwe zwaailichten én sirenes voert, dan moet je dit voertuig voorrang verlenen.
Wettelijk gezien zijn hulpdiensten met zwaailicht, maar zonder sirene, geen voorrangsvoertuig. Wel zet een hulpdienst het zwaailicht aan om aan te geven dat ze haast hebben en dus voorrang willen krijgen. Wees daar altijd alert op.
Waarom heeft de ambulance soms wel en soms geen sirene/zwaailicht? Een ambulance rijdt alleen met sirene en zwaailicht wanneer de ambulance een spoedmelding heeft. Als je een ambulance zonder sirene en zwaailicht ziet rijden is de melding dus niet spoedeisend.
De meeste auto's zijn namelijk van de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Betrekkingen van het Korps Landelijke Politie Diensten (NIET van de rijksrecherche zoals ik hieronder een aantal keer heb zien staan en zeker niet van de rijkspolitie want die bestaat al bijna 20 jaar niet meer).
Weldra krijgt ons land twee soorten ambulances: gele ambulances voor noodhulp en dringend ziekenvervoer en witte ambulances voor niet-dringend ziekenvervoer.
Het Bijzonder Ondersteuningsteam (BOT) is belast met het het uitvoeren van gedetineerdentransporten waarbij sprake is van een mogelijke dreiging van buitenaf, bijvoorbeeld een poging tot bevrijding of liquidatie.
Een voorrangsvoertuig is te herkennen aan een blauw zwaailicht en een tweetonige sirene. De meest voorkomende in het verkeer zijn de voertuigen van de brandweer, politie en ambulance. Maar ook Rijkswaterstaat, Defensie en orgaan -en bloedtransport hebben de bevoegdheid om met zwaailicht en sirene te mogen rijden.
Een voorrangsvoertuig moet u altijd voor laten gaan. Een voorrangsvoertuig herkent u aan de tweetonige hoorn en aan het blauwe zwaai-, flits-, knipperlicht. Denk aan politie, brandweer en ambulance.
Een politieauto, een ambulance of een brandweerauto wordt een voorrangsvoertuig genoemd. Om voorrang te krijgen van het overige verkeer moet er wel actief een zwaailicht en een sirene gebruikt worden.
Wanneer zij in burger zijn, kan je hen herkennen aan de feloranje interventiearmband (zie afbeelding) waarop ook weer het logo afgebeeld staat. Politiemensen dragen ook steeds een legitimatiekaart (zie afbeelding) bij zich, vraag gerust om deze kaart te mogen zien alvorens je de persoon binnenlaat.
De lasergun zendt constant lichtpulsen uit die dan weer worden weerkaatst door de auto of een ander motorrijtuig. Dit gebeurt met de snelheid van het licht (299.792.458 meter/seconde) en omdat die snelheid bekend is, kan de lasergun precies berekenen hoe ver een auto verwijderd is en hoe snel die rijdt.
Vaak wordt gedacht dat de politie alleen met speciale apparatuur zoals een lasergun of radar de snelheid kan meten. Dat klopt niet. Ook met de boordsnelheidsmeter van de dienstauto kan een geldige meting worden uitgevoerd.
De Audi A6 Avant is het snelle interventie voertuig van de politie. De auto wordt voornamelijk ingezet op snelwegen en wegen buiten de bebouwde kom.
Om met 100% zekerheid te kunnen garanderen dat iemand te hard heeft gereden, trekt de politie van de gemeten snelheid een paar kilometer af. De meetcorrecties zijn: bij minder dan 100 km/u: 3 kilometer meetcorrectie. bij meer dan 100 km/u: 3 procent meetcorrectie.
Er zijn verschillende types flitspalen met allemaal een andere snelheid. Gatso laat weten dat over het algemeen de meeste flitsers tot minimaal 250 km/u werken, maar sommige tot wel 350 km/u. Rij je sneller dan de gecertificeerde snelheid, dan kun je in theorie aan een verkeersboete ontsnappen.