Voorbeelden zijn de staalindustrie, het bankwezen, de computermarkt, de vliegtuigindustrie, de oliemarkt, energie, onderwijs, huisvesting, media, telefonie, supermarkten en internet. De markt van de spelconsoles is een heel toepasselijk voorbeeld van een oligopolie.
In een oligopolie zijn er vaak twee bedrijven die samen de hele of het grootste gedeelte van één markt in handen hebben. Een voorbeeld hiervan is de markt voor vliegtuigen: behalve Boeing en Airbus zijn er geen grote aanbieders van vliegtuigen.Het marktaandeel van beide bedrijven is groot.
Een voorbeeld van een monopolistische concurrentie is de televisiemarkt. Er zijn veel televisieproducenten, maar een paar grote. Deze hebben ieder hun kenmerken wat een bepaalde doelgroep aantrekt. Een ander voorbeeld is de cola markt met Coca Cola en Pepsi als grootste bedrijven.
Bij een oligopolie is er sprake van een klein aantal aanbieders die op dezelfde markt hun producten of diensten aanbieden. De marktmacht ligt dan dus bij slechts een paar aanbieders. Hoe groot de marktmacht van een aanbieder is, kun je bepalen door te kijken hoe groot het marktaandeel van deze aanbieder is.
Er zijn verschillende soorten monopolies: wettelijke monopolie: bijvoorbeeld de staatsdrukkerij, alleen zij mogen bankbiljetten maken. Natuurlijk monopolie: handelen in bepaalde zeldzame grondstoffen, en economische monopolie in de vorm van octrooien.
Voorbeelden. Voorbeelden van oligopolies zijn veel te vinden in de markten waarmee grote kapitalen of diepgaande kennis gemoeid is. Voorbeelden zijn de staalindustrie, het bankwezen, de computermarkt, de vliegtuigindustrie, de oliemarkt, energie, onderwijs, huisvesting, media, telefonie, supermarkten en internet.
Wat zijn voorbeelden van een monopolie? We kennen in Nederland een aantal monopolies en in de meeste gevallen zijn dit staatsmonopolies, denk bijvoorbeeld aan Prorail, een bedrijf dat door de overheid beheerd wordt en verantwoordelijk is voor het beheer van de treinsporen in Nederland.
Monopolie (wanneer er slechts één aanbieder actief is op de markt)Oligopolie (wanneer er slechts enkele aanbieders actief zijn die samen meer dan 80-85% marktaandeel hebben)
Wat is een oligopolie? Wat is de betekenis van het economische begrip oligopolie nu precies. Er is sprake van de marktvorm oligopolie als er weinig aanbieders zijn die een homogeen of heterogeen product aanbieden.
Er zijn vier marktvormen: volkomen concurrentie, monopolistische concurrentie, oligopolie en monopolie. Aan de hand van de marktkenmerken zullen we de marktvormen dus bespreken.
Biermarkt Nederland is een oligopolie volgens Olm bier
De grote brouwers werken nieuwkomers tegen en proberen hun eigen positie op allerlei manieren te beschermen. Volgens de Olm directeur is de Nederlandse biermarkt een oligopolie: meer dan 70% van de markt is in handen van vier grote spelers.
Een voorbeeld van een oligopolistische markt: de supermarkten. Er zijn slechts een paar grote supermarkten die de markt domineren. Omdat er maar een paar supermarkten zijn, zijn de consumenten goed is staat om de aanbieders te vergelijken. Bovendien kunnen de concurrerende supermarkten elkaar goed in de gaten houden.
Als gevolg van deze factoren bestaat er een groot aantal marktvormen, dit zijn: volledige mededinging, monopolistische concurrentie, homogeen oligopolie, heterogeen oligopolie en monopolie.
In een oligopolie is slechts concurrentie tussen een klein aantal bedrijven. Er is sprake van veel marketing en reclame. Een voorbeeld is de markt voor smartphones. Deze wordt door slechts een handjevol bedrijven beïnvloedt, zoals Apple, Samsung, LG en Huawei.
Er is sprake van de marktvorm monopolistische concurrentie als er veel aanbieders zijn die een heterogeen product aanbieden. Voorbeelden: kledingwinkels, restaurants en de markt van frisdrank.
Een monopolie (uit het Grieks monos / μονος (alleen, enkel) + pōlein / πωλειν (verkopen)) is een situatie waarin een product of dienst slechts door één (markt)partij wordt aangeboden.
Cola is een homogeen mengsel van suiker, water, fosforzuur, kooldioxide, smaak- en geurstoffen in water.
Bij een homogene oligopolie bieden veel producenten nagenoeg hetzelfde product aan, terwijl bij een heterogene oligopolie er diverse productvarianten zijn. Zo kan je bier als homogeen product zien, maar zijn varianten als witbier, bokbier, alcoholvrij bier en Radler-bier juist heterogeen.
De begrippen prijs (P) en gemiddelde opbrengst (GO) zijn identiek aan elkaar. Er geldt dus: P = GO.
Abstracte markt= het geheel van factoren dat de vraag naar en het aanbod van een product of dienst bepaalt. Het gaat dan om vraag naar en aanbod van één bepaald goed, bijvoorbeeld ede huizenmarkt, de arbeidsmarkt of de markt voor ruwe olie.
Extra uitleg
Feitelijk monopolie: er is sprake van een feitelijk monopolie als één bedrijf alle concurrenten uit de markt heeft gewerkt, met behulp van een technologische voorsprong of een patent of octrooi (= wettelijk alleenrecht om gedurende een bepaalde tijd een product te maken).
Een andere marktvorm is monopolie, hierbij is er 1 aanbieder en die beheerst tenminste 80% van de markt. Kenmerken van een monopolie zijn verder dat er veel vraag is en dat het product homogeen is.
Een monopolie is op zichzelf niet verboden door de ACM en de Europese Commissie. Het misbruik van de economische machtspositie echter wel. Er zijn dan dezelfde boetes mogelijk als bij het vormen van een kartel.
Een natuurlijk monopolie is een monopolie dat zich voordoet als er bij de productie van een bepaald goed schaalvoordelen blijven optreden, welke omvang de productie ook heeft. Heeft een bedrijf een natuurlijk monopolie, dan dalen de gemiddelde en marginale kosten als het bedrijf uitbreidt.