Om zijn eigendom te beschermen mag de eigenaar zijn terrein omheinen, aan het betreden ervan voorwaarden verbinden en ook regels stellen voor de uitvoer van goederen om diefstal en verduistering te voorkomen. Eén van de regels kan de visitatieregeling zijn, vaak ondergebracht in de bedrijfs- of huisregels.
Woningcorporaties zijn verplicht om minimaal eens per 4 jaar een visitatie uit te laten voeren. Dit is geregeld in de Woningwet.
Bij visitatie gaat het om het inkijken van tassen, koffers, jassen, etc. waarbij de te visiteren persoon wordt verzocht deze te openen c.q. leeg te maken (of binnenste buiten te laten keren). Ook kan met behulp van een metaaldetector het lichaam gescand worden.
Visitatie is een veelvoorkomende en effectieve maatregel zodra er vermoedens of aanwijzingen zijn van diefstal. Maar ook het minimaliseren van binnenkomende ongewenste goederen en middelen (zoals drugs of wapens) wordt met visitatie georganiseerd.
Een onafhankelijke commissie brengt de prestaties van de corporatie in kaart. Volgens de Woningwet moeten die prestaties bijdragen aan uw lokale woonbeleid. Daarover heeft uw gemeente al prestatieafspraken gemaakt met de corporatie.
Visiteren wordt regelmatig verward met fouilleren, maar de betekenis van deze twee begrippen is niet hetzelfde. Bij visitatie worden enkel de persoonlijke bezittingen gecontroleerd, terwijl bij fouillering ook kleding en lichaam onderzocht mogen worden.
Beveiligers mogen alleen een privaatrechtelijke oppervlakkige veiligheidsfouillering (POV) uitvoeren. Een POV is het oppervlakkig aftasten van kleding na toestemming van de bezoeker om voorwerpen op te sporen die een risico vormen voor de veiligheid in een gelegenheid.
Visitatie moet zo mogelijk plaatsvinden in een aparte ruimte en in aanwezigheid van een derde en als preventieve maatregel ook zoveel mogelijk objectief (willekeurig) en steekproefsgewijs. Vooraf moet altijd toestemming gevraagd worden aan de betrokken medewerker.
Een particuliere beveiliger bewaakt de veiligheid van personen en goederen en zorgt dat de orde en rust op terreinen en in gebouwen niet wordt verstoord. Een beveiliger doet dit in opdracht van burgers, bedrijven en overheidsinstanties.
Wanneer een burger (beveiliger) met eigen ogen een strafbaar feit waarneemt (heterdaad) mag hij iemand aanhouden én vasthouden totdat de verdachte overgedragen kan worden aan de politie, of een andere opsporingsambtenaar. De politie moet hierbij onverwijld worden ingelicht.
Soms wordt mensen verzocht zich te laten fouilleren voordat ze ergens naar binnen mogen. Men is niet verplicht dit toe te staan, maar bij weigering kan wel de toegang ontzegd worden.
Veiligheidsfouillering mag dus overal als er sprake is van dreigend gevaar, insluitingfouillering vindt plaats op het politiebureau voordat iemand in een cel wordt geplaatst. Dit onderzoek mag nooit verder gaan dan het oppervlakkig onderzoeken en aftasten van kleding en meegebrachte spullen.
De politie mag alleen preventief fouilleren in de daarvoor aangewezen veiligheidsrisicogebieden. Dit zijn gebieden met een hoog aantal wapenincidenten en/of een ernstige mate van (vuur)wapengebruik. In deze gebieden geldt ook een messenverbod.
Art. 56. 1. De officier van justitie of de hulpofficier, voor wie de verdachte wordt geleid of die zelf de verdachte heeft aangehouden, kan, bij het bestaan van ernstige bezwaren tegen deze, bepalen dat hij aan zijn lichaam of aan zijn kleding zal worden onderzocht.
De politie mag alleen aanhouden als u verdachte bent van een strafbaar feit. Er zijn wel uitzonderingen, bijvoorbeeld bij een verdenking van terrorisme. Dan gaat het om zo'n ernstig strafbaar feit dat ook een aanwijzing genoeg is. Er hoeft dan nog geen duidelijk vermoeden te zijn.
Fouilleren, zoals beschreven in de strafwet, mag een evenementenbeveiliger niet; kleding mag wel worden onderzocht, maar er mag geen controle onder de kleding of aan het lichaam plaatsvinden. Een fouillering bij evenementen mag ook nooit door een beveiliger worden afgedwongen.
Onder meer personen die in een veiligheidsrisicogebied wonen en/of werken kunnen als belanghebbenden worden aangemerkt. In het kader van het strafrechtelijke traject geldt echter dat weigering om mee te werken aan preventieve fouillering kan leiden tot strafrechtelijke vervolging.
Strenge regels rond bevoegdheid
Sommige bevoegdheden mag de politieagent zelf toepassen. Zwaardere opsporingsbevoegdheden, zoals een telefoon tappen, iemand observeren of een woning doorzoeken (huiszoeking) mogen pas worden toegepast na toestemming van de officier van justitie of de rechter-commissaris.
Een ambtenaar van politie die is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, is bevoegd tot het vorderen van inzage van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht van personen, voor zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor de uitvoering van de politietaak.
WANNEER MAG DE POLITIE JE FOUILLEREN? Soms mag de politie je op straat fouilleren, bijvoorbeeld als ze een gegronde reden hebben om te vermoeden dat je een wapen draagt, als je wordt aangehouden of bij sommige openbare bijeenkomsten. Een fouillering mag in geen geval willekeurig gebeuren.
Op grond van artikel 53 van het Wetboek van Strafvordering is bij ontdekking van een strafbaar feit iedereen bevoegd om een verdachte aan te houden.
Voor u als beveiliger is het essentieel te weten of iemand een verdachte is, immers: geen verdachte betekent geen dwangmiddel en dus geen aanhouding. Dwangmiddelen zijn o.a. aanhouden en staande houden.