Een normale grootte voor bloedcellen is tussen 82 en 100 fl. Is het MCV groter dan 100? Dan heb je macrocytose.
Bij gezonde volwassenen ligt de MCV -waarde ongeveer tussen 80 en 100 femtoliter. Deze referentiewaarden kunnen per laboratorium iets variëren.
Bij sommige soorten bloedarmoede bestaat er een grote variatie in de afmetingen van rode bloedcellen. Dan is de RDW toegenomen. MCV (Mean Corpuscular Volume) oftewel de gemiddelde grootte van rode bloedcellen. Een te hoge MCV -waarde komt voor bij bloedarmoede ten gevolge van een vitamine-B12 gebrek.
Verhoogd: Een te hoge MCH -waarde kan duiden op bloedarmoede ten gevolge van tekort aan vitamine B12 en/of foliumzuur.
Normaal: De MCHC waarde hangt samen met de MCH -waarde (de hoeveelheid hemoglobine die in de rode bloedcel past). Bij gezonde mensen ligt de MCHC -waarde tussen de 19 en 23 mmol/liter. Deze referentiewaarden kunnen per laboratorium iets variëren.
Bij leukemie bijvoorbeeld geeft het bloedonderzoek een abnormale stijging van het aantal witte bloedlichaampjes weer, maar ook een daling van het aantal rode bloedcellen en bloedplaatjes.
Een normaal hemoglobinegehalte ligt bij mannen tussen de 8,5 en 11 millimolen per liter en bij vrouwen tussen de 7,5 en 10 millimolen per liter. Bij zwangere vrouwen mag de waarde na 30 tot 32 weken zwangerschap 6,3 millimolen per liter zijn.
Beoordeling rode bloedbeeld
De bevindingen hierbij kunnen zowel kwalitatief (beschrijvende beoordeling van het rode bloedbeeld) als kwantitatief (MCV = Mean Cell Volume, MCH = Mean Cell Hemoglobin, MCHC = Mean Cell Hemoglobin Concentration) worden weergegeven.
Gemiddeld volume van de erytrocyten (mean corpuscular volume; MCV) wordt automatisch gegenereerd door de huidige generatie celtellers. Door de som van de grootte van alle gemeten erytrocyten te delen door het getelde aantal erytrocyten wordt het MCV verkregen. De eenheid is femtoliter (1 fl =10-15 l).
De toegenomen bloeddikte maakt dat je een hoger risico loopt op klontervorming in de slagaders of aders, met als mogelijk gevolg een hartinfarct of beroerte. Andere verwikkelingen kunnen zijn: bloedingen, vermoeidheid, jeuk en misselijkheid.
U ernstige bloedarmoede wanneer u veel van klachten heeft of uw Hb-gehalte lager is dan 6,2.
Bij bloedarmoede zit er te weinig hemoglobine in het bloed. Het bloed kan dan te weinig zuurstof naar de lichaamscellen brengen. Dit kan klachten geven, zoals moe zijn, duizeligheid, het gevoel hebben dat u flauwvalt of snel kortademig worden. Bloedarmoede komt bij vrouwen het vaakst door heftig ongesteld zijn.
Wat is het gemiddelde rode bloedcellengehalte? De normaalwaarde bij mannen ligt tussen de 4,4 en 5,8 biljoen rode bloedcellen per liter bloed. Vrouwen hebben gemiddeld tussen de 4 en 5,3 biljoen rode bloedcellen per liter. Als je te weinig rode bloedcellen hebt, dan krijg je bloedarmoede (anemie).
Als je te weinig bloedplaatjes hebt, ontstaan er problemen met de bloedstolling. Hierdoor heb je een groter risico op bloedingen. Bij een waarde van 20 tot 30 miljard bloedplaatjes per liter kan er al bij klein letsel een bloeding ontstaan.
De meest voorkomende bloedonderzoeken zijn om te zien of er ontstekingen zijn (BSE of bezinking), om vast te stellen of er een ontsteking is en hoe hoog de ontstekingswaarde in het bloed is (CRP), een Hb-test om een algemene indruk van je gezondheid te krijgen en om te bepalen of er sprake is van bloedarmoede, een ...
Macrocytose betekent dat je rode bloedcellen te groot zijn. In een labo kunnen ze je bloedcellen meten. De gemiddelde grootte van bloedcellen drukken we uit in MCV (van het Engelse 'mean cell volume').
MCHC is de gemiddelde hemoglobine concentratie van de ride bloedcellen. Deze parameter is onafhankelijk van het volume van de RBC. MCHC = HGB (g/dl) * 100 / HCT. MCHC kan te laag, normaal of te hoog zijn, we spreken respectievelijk van hypochrome, normochrome of hyperchrome anemie.
Meestal wordt dit aangevraagd om een beeld te krijgen van de algemene gezondheid of om specifiek te screenen op de aanwezigheid van bloedarmoede (anemie), een bloedstollingsprobleem, een infectie of bloedkanker (leukemie).
De waarde ligt meestal tussen 4 en 10. Een lagere uitslag wijst op een verminderde aanmaak of een verhoogde afbraak van witte bloedcellen. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen bij medicijngebruik en na een infectie.
De meest voorkomende oorzaak van bloedarmoede is een ijzertekort. Hierdoor wordt bloedarmoede in de volksmond ook wel 'een ijzergebrek' genoemd. Je kunt een ijzertekort krijgen door extreem bloedverlies (door verwonding, operatie, bevalling of zware menstruatie) of verkeerde voeding.
CRP (C-reactief proteïne) is een eiwit dat gemaakt wordt in de lever. Na het ontstaan van een ontsteking neemt de hoeveelheid CRP in het bloed al binnen 6-8 uren flink toe. Daardoor is de bepaling van CRP waardevol bij het vaststellen van ontstekingen of om het effect van een medische behandeling te volgen.
Bij een gewrichtsontsteking kunnen de bezinkingssnelheid (BSE)- en de CRP-waardes in het bloed stijgen. Hoe ernstiger de ontsteking, hoe hoger de BSE- en CRP-waardes. Je arts gebruikt deze waardes vooral om het verloop van de reumatische ontstekingen te volgen en niet zozeer om de diagnose te stellen.
De eerste symptomen (verschijnselen) van acute leukemie zijn vooral vermoeidheid en bloedarmoede. Ook kunt u vaker infecties hebben, blauwe plekken en slijmvliesbloedingen in mond en neus. Daarnaast ontstaan soms klachten als botpijnen, gezwollen tandvlees en klachten als gevolg van vergrote lymfklieren en milt.
De woekering van abnormale witte bloedcellen komt vooral tot uiting in: zwelling van de lever, de milt en de lymfeklieren. bot- of gewrichtspijn, zozeer zelfs dat het kind mank gaat lopen (dit is te wijten aan de woekering van leukemische cellen in het betrokken beenmerg)