Een aangifte “T” moet worden opgemaakt met aparte artikelen voor de niet Uniegoederen (T1) en voor de goederen die worden geëxporteerd (T2). De aangifte moet voor de te exporteren goederen de code DG2 bevatten. De douane op het kantoor van bestemming weet dan dat die goederen de EU moeten verlaten.
Het T1 Transitdocument (T1 formulier) is een douanevervoersdocument voor goederen die nog niet in het vrije handelsverkeer binnen de EU gebracht zijn.
Bij het vervoersdocument T1 spreken we over niet-unie goederen. Bij T2 zijn het unie goederen. Meestal komen goederen die op T1 vervoerd worden niet uit de Europese Unie en staan bijvoorbeeld op Schiphol of in de Rotterdamse haven. De goederen staan daar onder douane toezicht.
De verkopende partij kan een T2 document aanvragen bij onze specialisten van de douane. Rotra heeft als douane-expediteur een eigen team van douane-specialisten.
Het vervoeren van goederen door de Europese Unie zonder daar (invoer)rechten voor te betalen valt onder de regelgeving van een transit document. Deze douaneregeling is op te delen in Extern en Intern douanevervoer, in de volksmond ook wel T1 & T2 genoemd.
Het regelen van een T1 document
Voor dit transport is het verplicht om een T1 document te hebben. SILS Customs regelt dit document graag voor u. Uw goederen kunnen dan zonder problemen worden vervoerd of zelfs worden doorgevoerd binnen de Europese Unie.
een bill of lading bij vervoer over water; een airway bill of lading bij vervoer via de lucht; een CMR-vrachtbrief bij vervoer over de weg en; een CIM-vrachtbrief bij vervoer per spoor.
Met een T1-document kunnen goederen afkomstig uit een land buiten de EU worden vervoerd binnen de EU, ook als deze eerst worden opgeslagen in een douane-entrepot. De eventuele invoerrechten en BTW hoeven pas te worden betaald in het land van inklaring: de uiteindelijke bestemming dus.
Hoe maken we een T1 document? Voor onder andere zendingen onder “douane-toezicht” maakt Sintrex een T1 document vanuit bijvoorbeeld een douaneloods, zoals Schiphol of Rotterdam, naar een ander Depot, Entrepot of ander land. BTW en invoerrechten betaalt de ontvanger pas op het moment van een definitieve inklaring.
Het EX-A document wordt voor meerdere doeleinden opgesteld. Dit uitvoerdocument heeft de douane nodig om de zending voor export te kunnen verwerken en goed te keuren. Pas wanneer de goederen zijn goedgekeurd door de douane, mag de export daadwerkelijk plaatsvinden.
De Douane kan toestaan dat de regeling actieve veredeling wordt aangezuiverd als de goederen voor de eerste keer zijn gebruikt voor deze doeleinden. De toestemming moet in de vergunning actieve veredeling worden opgenomen. De niet-Uniegoederen worden dan Uniegoederen en het douanetoezicht houdt op te bestaan.
Bij het vervoer over zee verliezen goederen de douanestatus Uniegoederen. Voor Uniegoederen naar bijvoorbeeld Cyprus, Malta of de Canarische Eilanden, heeft u een herkomstdocument T2L of T2LF nodig om in het land van bestemming de douanestatus van Uniegoederen aan te tonen.
Wat is inklaren? De betekenis van inklaren is het aangifte doen bij de douane van goederen die binnenkomen bij de grens. Bij uitklaren gaat het om het tegenovergestelde: het melden bij de douane van goederen die het land verlaten.
Een T2 document is een vervoerdocument. Met een T2 document worden goederen die zich in Europa in het vrije verkeer bevinden onder douanetoezicht vervoert. Denk hierbij aan een vrachtauto die van Nederland naar Italië rijd en door Zwitserland gaat.
Onder de regeling Douane-entrepot kunt u niet-Uniegoederen opslaan in ruimten of op andere locaties die de Douane heeft goedgekeurd en die onder douanetoezicht staan. U mag de goederen voor onbepaalde tijd opslaan, totdat de goederen: worden geplaatst onder een volgende douaneregeling. worden vernietigd.
alle goederen die zich in het douanegebied van de Unie bevinden, bezitten de douanestatus van Uniegoederen, tenzij het tegendeel blijkt (bijvoorbeeld vanuit een aangifte voor extern Uniedouanevervoer).
Transitaangiften regelen voor douanevervoer
Blijven de goederen niet op het grondgebied van de Europese Unie, of komen ze enkel binnen voor douaneopslag? Dan is het mogelijk om ze binnen de EU en enkele andere landen te verplaatsen onder begeleiding van een transitaangifte.
De regeling intern Uniedouanevervoer wordt gebruikt voor het vervoer van Uniegoederen: van, naar en tussen de gebieden die niet horen bij het fiscale grondgebied van de Unie. tussen 2 landen in de Unie, via het grondgebied van een EVA-land.
Naast een factuur, transportdocument, uitvoeraangifte en paklijst heb je soms aanvullende exportdocumenten nodig. De Britse douane heft geen invoerrechten op goederen die van preferentiële oorsprong uit de EU zijn.
Een GMR nummer is een nummer dat wordt toegekend aan een zending die is voorgemeld in het GVMS. Dit systeem is pas vanaf 1 juli volledig in gebruik en wordt gebruikt door havens die kiezen voor het zogenaamde pre-lodgement model.
Bij de Britse Douane hebt u een EORI-nummer nodig om invoeraangifte te kunnen doen. Een douanevertegenwoordiger in het VK kan u helpen met de aanvraag van dit nummer.
Voor beroepsvervoerders is het wettelijk verplicht dat tijdens het vervoer een vrachtbrief aanwezig is bij de lading. Ook de CMR en de Algemene Vervoercondities 2002 (AVC 2002) stellen dit verplicht.
De afkorting CMR staat voor 'Convention relative au Contrat de Transport International de Marchandises par Route' (Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg). Het CMR-verdrag is een internationaal verdrag onder auspiciën van de Verenigde Naties.
Het vervoersdocument bewijst wie, wanneer, welke hoeveelheid goederen heeft afgeleverd. Het is ook een bewijsmiddel om schade door het vervoer of vermissing aan te tonen.
Een belangrijke eis is dat uiterlijk 150 dagen na de datum van vrijgave voor uitvoer moet zijn aangetoond dat de goederen het douanegebied van de Unie hebben verlaten. Als het douanekantoor van uitvoer na 150 dagen geen informatie over het uitgaan heeft ontvangen, kan dit kantoor de aangifte ten uitvoer ongeldig maken.