Zelfstandig naamwoord. (muziek) teken dat vooraan een notenbalk staat om aan te geven waar de sol ligt (de toon sol is de vijfde toon van een toonladder die begint met "do".) Elke dag gebruiken we symbolen zonder daar verder over na te denken.
Er zijn momenteel drie verschillende sleutels en zeven plaatsingen gangbaar. De meest gebruikte sleutel is de g-sleutel of solsleutel. De g-sleutel stelt een gestileerde letter G voor die de ligging van de eengestreepte g (g') of sol aangeeft op de lijn die door de binnenste krul van de sleutel omvat wordt.
Waar komt de G-sleutel vandaan? Het teken voor de G-sleutel heeft zich ontwikkeld uit de letter G. De 'buik' van de G omcirkelt de tweede lijn waarop de toon g genoteerd is. In oude handschriften komen verschillende grafische varianten van de G-sleutel voor.
De C-sleutel is een teken aan het begin van de notenbalk dat de toonhoogte van de genoteerde noten bepaalt. De noot op de lijn die door het midden van de sleutel loopt is de toon c.
De F-sleutel, ook wel bassleutel genoemd, wordt gebruikt voor lage instrumenten, zoals cello, fagot en contrabas. Ook de laagste stemsoort, de bas, gebruikt deze sleutel. Ook voor de notenbalk voor de linkerhand op de piano wordt de F-sleutel gebruikt.
De bovenste balk (gespeeld met de rechterhand) heeft een F sleutel met een 8 eronder. Dit betekent: speel alle noten een octaaf lager dan genoteerd. Je gaat hier dus met de rechterhand over de linkerhand heen en speelt de twee laagste E's op de piano. Bekijk hier de uitleg over de G sleutel met ocavering omlaag.
Noten leren lezen kan je vergelijken met het leren van een nieuwe taal. Sommige mensen leren het snel, anderen hebben er iets meer moeite mee. Het notenschrift is een vrij eenvoudig en logisch systeem. Iedereen kan dit leren begrijpen.
Een van de twee meest belangrijke sleutels is de G-sleutel. De sleutel is een teken/symbool dat altijd vooraan de notenbalk staat. Deze geeft, de naam zegt het al, de stamtoon G aan (boven de centrale C). De 'buik' van de G-sleutel krult om de tweede lijn van de notenbalk heen.
Bas (zangstem), piano (vooral de linkerhand), orgel, trombone, cello, eufonium, fagot, contrabas (octaaf hoger genoteerd), basgitaar, tuba, (hoorn), bastrompet, pauk, sousafoon basblokfluit... Zie de categorie F clef van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
De F-sleutel wordt gebruikt voor lage tonen. De twee puntjes geven aan waar de noot F ligt, namelijk op de lijn tussen de twee puntjes. Zie je dat de noot op de tweede lijn van de notenbalk nu een B wordt? Bij de G-sleutel was dit de G.
We gebruiken de eerste 7 letters van het alfabet om de muzieknoten een naam te geven: A, B, C, D, E, F en G. Als je die op een piano speelt, gebruik je de witte toetsen, en die noemen we de stamtonen. In het rijtje A B C D E F G klinkt A het laagst, en G het hoogst.
Je kunt noten weergeven op een notenbalk met een F sleutel die hoger zijn dan de centrale C. En soms worden noten op een notenbalk met F sleutel gespeeld met de rechterhand. De hoogste noot op de bovenste lijn is de A die vlak onder de centrale C ligt op het pianoklavier (een kleine terts onder de centrale C).
Er passen dus in totaal elf noten op de notenbalk. Vijf op de lijnen, en zes tussen de lijnen. De onderste noot van de notenbalk 'hangt' onder aan de notenbalk en de bovenste noot 'ligt' boven op de notenbalk.
Sleutelmakers kunnen de meeste sleutels zonder enig probleem bijmaken. Echter gaat dat niet met alle sleutels; voor sommige sleutels heb je een speciale code, een pasje of een certificaat nodig om een sleutel bij te kunnen laten maken. Zonder die code, dat pasje of dat certificaat lukt dat niet.
“Je staat er misschien niet zo bij stil, maar je gaat er bij een sleuteloverdracht eigenlijk gewoon van uit dat je alle uitgegeven sleutels van de vorige bewoner krijgt. Dat blijkt helaas niet altijd zo te zijn. Gemiddeld geven 8 van de 9 hoofdbewoners 2 sleutels aan derden.
Volgens Westendorp is de rekensom eenvoudig: "Bij een cilinderslot horen altijd drie sleutels. Dus als je drie clinindersloten hebt, bijvoorbeeld op de voordeur, de achterdeur en de garagedeur, moet je drie keer drie sleutels hebben.
Als je de G-sleutel schrijft, begin je bij het bolletje onderaan en eindig je met een krul op de tweede lijn van de notenbalk. De plaats waar de krul eindigt, de tweede lijn, wijst de "G" aan. En daarmee weten we de toon die hoort bij een noot op de tweede lijn van de notenbalk!
De F (ook wel fa genoemd) is een toon die een halve toonsafstand hoger ligt dan de E en een hele toonsafstand lager dan de G. Als de toon zich in een laag octaaf bevindt, wordt de naam in het Nederlands met een hoofdletter geschreven (F), in een hoger octaaf schrijft men f, al dan niet met toegevoegd teken.
Steeds als er 2 witte toetsen zijn met een zwarte toets ertussen dan is dat een hele afstand. Maar liggen 2 witte toetsen naast elkaar en zit er geen zwarte toets tussen, dan is dat een halve afstand. De halve afstanden vindt je dus tussen de E en F, en tussen de B en C.
De tenorsleutel wordt (soms) gebruikt in de muzieknotatie voor de volgende instrumenten: Trombone (vooral tenortrombone en voornamelijk in klassieke muziek) Fagot. Cello.
De Cis is een met een halve toonafstand verhoogde stamtoon C. In de gelijkzwevende stemming is het dezelfde toon als de Des (D♭), een met een halve toon verlaagde D. De Cis wordt geschreven als C♯ of in eenvoudige typografie als C#.
Elke keer aan de linkerkant van een groepje van 2 zwarte toetsen vind je de noot C. De namen van de muzieknoten aan de rechterkant van de noot C kun je vinden door in alfabetische volgorde door te gaan tot de noot G. Nu hebben we bijna alle noten die overeenkomen met de witte toetsen een naam gegeven, op 2 na.
Componist en muzikant Vangelis, ofwel Evanghelos Odysseas Papathanasiou, is overleden. De Griek, die onder meer in 1982 een Oscar won voor de filmmuziek van Chariots of Fire, werd 79 jaar.
De centrale C is de C die het dichtste in de buurt van het midden van de piano zit. Op een keyboard is het meestal de derde c van links. Deze C wordt genoteerd precies in het midden tussen de notenbalken met een hulplijntje. Als je pas begint met keyboard of piano spelen is dat de toets waar je beide duimen op zet.